
Paus Franciscus: ‘De kerk heeft zich opgesloten in details en kleingeestige regeltjes’
In het eerste grote interview sinds hij in maart aantrad, pleit paus Franciscus voor hervormingen. “We moeten een nieuw evenwicht vinden, anders is het waarschijnlijk dat het morele bouwwerk van de kerk als een kaartenhuisje in elkaar stort.”
De paus sprak in drie lange interviewsessies met Antonio Spadaro, net als hijzelf een jezuïet en de hoofdredacteur van La Civilità Cattolica, het Italiaanse blad van de jezuïeten. In Vlaanderen verschijnt het gesprek in het maandblad Streven.
Uit Spadaro’s portret komt een man naar voor die zichzelf als een zoeker ziet. Een paus die bijvoorbeeld over holebi’s praat met een in de kerk ongeziene openheid, maar tegelijkertijd pleit voor temporiseren, introspectie en dialoog.
“De kerk heeft zichzelf soms opgesloten in details en kleingeestige regeltjes”, zegt de paus. “Ik zie duidelijk dat wat de kerk vandaag nodig heeft de gave is om wonden te helen, om de harten van de gelovigen te verwarmen. Ik zie de kerk als een veldhospitaal in een oorlog. Het is zinloos om een zwaargewonde persoon te vragen naar zijn cholesterol en bloedsuikerspiegel. Je moet zijn wonden verzorgen. Daarna kan je over andere dingen praten.”
“We mogen niet alleen willen praten over zaken die te maken hebben met abortus, het homohuwelijk en het gebruik van voorbehoedsmiddelen”, zegt Franciscus. “De leer van de kerk is duidelijk en ik ben een zoon van de kerk, maar het is niet noodzakelijk om de hele tijd over die dingen te praten.
Wat staat een biechtvader te doen?’
De kerk moet eerst haar houding veranderen, zegt Franciscus. Daarna kan er over de hervorming van de structuren en de organisatie gepraat worden. De paus wil dan ook de deuren openzetten voor mensen die zich voorheen niet welkom voelden in de kerk: homo’s, gescheiden en hertrouwde mensen, mensen die het geloof hebben achtergelaten.
Franciscus komt terug op zijn veelvuldig geciteerde uitspraken tijdens een geïmproviseerde persconferentie op het vliegtuig terug van de katholieke Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro. Bij die gelegenheid zei hij verrassend dat hij niet vindt dat hij het recht heeft om homoseksuelen te veroordelen. “De godsdienst heeft het recht om haar mening uit te drukken in dienst van het volk, maar door zijn schepping heeft God ons vrij gemaakt”, verduidelijkt hij nu: “Het is niet mogelijk om jezelf spiritueel te mengen in het leven van een persoon.”
“Iemand vroeg me ooit op provocerende toon of ik homoseksualiteit goedkeurde. Ik antwoorde met een andere vraag: ‘Vertel me, als God naar een homoseksuele persoon kijkt, keurt Hij het bestaan van die persoon dan liefdevol goed, of verwerpt Hij hem en veroordeelt Hij hem?’ We moeten altijd rekening houden met de persoon.”
De biechtstoel hoeft dus geen folterkamer te zijn, vindt de paus. Begrip mag. “Ik denk ook aan de situatie van een vrouw die een abortus en een mislukt huwelijk in haar verleden heeft. Vervolgens hertrouwt ze, is ze gelukkig en heeft vijf kinderen. Die abortus weegt zwaar op haar geweten en ze heeft oprecht spijt. Maar ze wil vooruit in het christelijke leven. Wat staat een biechtvader dan te doen?”
‘Nooit een rechtse rakker geweest’
“We moeten een nieuw evenwicht vinden”, zegt de paus. Anders is het waarschijnlijk dat het morele bouwwerk van de kerk als een kaartenhuisje in elkaar zal storten.”
Toch wil Franciscus geen revolutionair figuur zijn. Windmolens bestormen, is niet zijn stijl. Hij hecht aan de Jezuïtische waarde van ‘onderscheid’ en tot dat nauwkeurige onderscheid kom je slechts door je tijd te nemen en voorzichtig af te wegen, zegt hij. Maar hij wil wel mildheid. Franciscus kan zich dan ook vinden in de woorden van Johannes XXIII: ‘Zie alles, knijp voor veel dingen een oogje dicht en corrigeer mondjesmaat.’
Franciscus: “Je kan soms grote projecten hebben en die uitvoeren door een paar kleine veranderingen aan te brengen. Zoals Paulus zei in zijn brief aan de Corinthiërs: je kan zwakke middelen gebruiken die effectiever zijn dan zware middelen.”
Dat heeft de 76-jarige kerkvorst pas gaandeweg ontdekt. Toen hij als dertiger pijlsnel steeg in de rangen van de jezuïeten, gingen de zaken te snel voor hem. Hij nam beslissingen op eigen houtje en maakte dan vaak fouten, geeft hij toe. Dat leidde ertoe dat men hem ging zien als een ultraconservatief figuur. “Ik ben nooit rechtse rakker geweest”, zegt hij. “Het was mijn autoritaire manier van beslissen die voor problemen zorgde.”
En dus wil de paus meer overleg in de kerk. Die moet samen met de gelovigen beginnen denken. Niet de paus is onfeilbaar, vindt Franciscus, maar de hele geloofsgemeenschap samen.
Vrouwelijk machismo
Franciscus: “Velen denken dat veranderingen en hervormingen op korte tijd kunnen plaatsvinden. Ik geloof dat je altijd de tijd moet nemen om de fundamenten te leggen voor echte, effectieve veranderingen. Onderscheid vergt die tijd.”
De paus houdt dan ook niet van haastige beslissingen. “Ik hoed me steeds voor het eerste idee dat me voor de geest komt, want meestal is dat fout. Ik moet wachten en afwegen, diep in mezelf kijken en de nodige tijd nemen.”
Net zo goed wil de paus zijn tijd nemen met de positie van de vrouw in de kerk. Die moet verder onderzocht worden, vindt hij. “We moeten harder werken om een diepgaande theologie van de vrouw te ontwikkelen.”
“Ik ben hoed me voor een oplossing die gereduceerd kan worden tot een soort ‘vrouwelijk machismo’, want een vrouw zit anders in elkaar dan een man”, zegt Franciscus. “De kerk kan zichzelf niet zijn zonder de vrouw en haar rol. De vrouw is essentieel voor de kerk. Maria, een vrouw, is belangrijker voor de kerk dan de bisschoppen. Ik zeg dat omdat we de functie niet mogen verwarren met de waardigheid.”
Ruimte voor twijfel
Bekend is dat Franciscus zich laat rondrijden met een bescheiden busje en niet met de pauselijke limousine. In het Vaticaan woont hij nog steeds op een gastenkamer.
“Toen ik bezit nam van het pauselijke appartement, voelde ik heel duidelijk ‘Neen, dit is het niet.’ Niet dat het pauselijke appartement in het Apostolisch Paleis luxueus is. Het is antiek, smaakvol ingericht en ruim, maar niet luxueus. Het is wel een trechter op zijn kant: groot en ruim, maar de ingang is nauw. Mensen kunnen er slechts druppelsgewijs binnen, terwijl ik niet kan leven zonder mensen om me heen.”
In ieder geval blijft het zoeken, zegt de paus. “Klagen helpt ons niet om God te vinden. De klachten over hoe barbaars de wereld is, geven binnen de kerk soms aanleiding tot de drang om een orde op te zetten die puur over conservatie en verdediging gebaseerd is.”
Dat zint Franciscus niet. Hij wil de kerk verder zien evolueren en zich aanpassen aan een snel veranderende wereld.
“Als de christen een restaurationist is, een legalist die alles duidelijk en veilig wil, dan zal hij niets vinden”, waarschuwt Franciscus. Daarom wil hij dat er in het geloof ruimte blijft voor twijfel. “Als iemand de antwoorden heeft op alle vragen, dan is dat het bewijs dat God niet met hem is. Dan heb je te maken met een valse profeet die de godsdienst gebruikt voor zichzelf.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier