‘We zijn allemaal maar bezig met geld verdienen’ (Gerard Mortier)

Gerard Mortier © Saskia Vanderstichelen

Gerard Mortier maakt beroerde tijden door. Hij werd ontslagen als artistiek directeur bij de opera van Madrid en – wat erger is – hij vecht tegen een agressieve kanker. Knack zocht hem op in zijn Brusselse appartement.

Afgelopen zomer werd bij operadirecteur Gerard Mortier tijdens een routinecontrole een agressieve kanker vastgesteld. Mortier werd met spoed geopereerd en verloor sindsdien al twaalf kilogram. Zijn wangen zijn ingevallen, zijn haar is uitgedund, de man is fysiek een schim van zijn vroegere zelf en wil daarom nu niet op de foto.

‘Ik ben in mijn leven nooit ziek geweest, en nu overkomt me dit. Ik had dit niet zien aankomen. Ze waren er gelukkig snel bij, maar het is een mokerslag die je krijgt. Mijn leven is een Russische roulette geworden. Ik heb kansen om dit te overleven, maar ik moet zeer hard vechten want het is een gevaarlijke kanker. Ik wil een behandeling die me een goeie levenskwaliteit garandeert. Ik hoef niet per se tachtig jaar te worden. Mij gaat het om de kwaliteit, niet om de kwantiteit. Als ik er nog drie, vier goeie jaren kan bijdoen waarin ik geestelijk actief kan blijven, ben ik tevreden. Er zijn zo veel componisten en kunstenaars die jonger gestorven zijn dan ik…’

‘Ik heb me met de eindigheid verzoend. Weet u, als kind al joeg de eeuwigheid me grote angst aan. Ik ben katholiek opgevoed bij de jezuïeten, en in de mis dacht ik daar veel over na. Iets wat niet eindigt, dat is toch niet menselijk? Dat vond ik toen al. De eindigheid is een essentieel element van het leven. We kunnen niet eeuwig zijn, we mogen daar ook niet naar verlangen. Een van de grote problemen van onze samenleving is dat we de dood niet meer aanvaarden als deel van het leven. In een van zijn brieven schreef Mozart dat hij iedere avond voor het slapengaan aan de dood dacht. Dat vind ik zo mooi. Het zegt veel over de persoon die Mozart was. Als de dood weer bij het leven zou horen, dan zou dat veel miserie voorkomen. We zijn allemaal maar bezig met geld verdienen, met status en prestige najagen, we potten op en willen altijd meer… En voor wie of waarom?’

‘Ik ben niet bang voor de dood, wel voor het lijden’

‘Ik ben een groot bewonderaar van Balzac. Hij schreef dat er twee soorten mensen zijn: zij die op het einde milder worden, die gaan zingen. En zij die agressiever worden. De laatsten zijn het die de dood het meeste vrezen. Ik ben niet bang voor de dood, wel voor het lijden. Mijn moeder, die ook kanker had, heb ik een jaar zien afzien. Ik geloof niet in de verlossingskracht van het lijden. Ik heb altijd een grote waardering gehad voor Hugo Claus, die zelf beslist heeft wanneer het tijd was om te gaan. Hij wou waardig sterven en koos voor euthanasie. Daar sta ik volledig achter. Ik heb vrienden die jarenlang hun echtgenote die aan alzheimer leed hebben verzorgd. Daar heb ik grote bewondering voor. Maar zelf wil ik de ander ook niet tot last worden.’

‘Ik praat nu over mijn ziekte omdat ik weet dat er veel mensen zijn met kanker en dat dit hen kan helpen. Natuurlijk, er zijn veel soorten en het is erg lastig, maar je mag je toch vooral niet laten gaan. Je moet blijven geloven. Ik volg een streng proteïnedieet. Ik eet geen koolhydraten meer; dus geen suiker, aardappelen, rijst, patisserie, zoete vruchten et cetera meer. Dat is zwaar, maar volgens mijn chirurg kan het helpen om de tumor af te zwakken. Ik ben daar zeer gedisciplineerd in – ik ben gedrild bij de jezuïeten, hè – maar ik ga wel nog graag op restaurant. Dan bel ik op voorhand naar een van de uitmuntende gelegenheden hier in Brussel, ik leg mijn situatie uit en zeg dat ik zin heb in bijvoorbeeld gepocheerde vis. En dan maakt de chef iets voor me klaar. Zo probeer ik mijn leven te organiseren. Nu het nog kan. Ik weet natuurlijk niet hoe het over twee, drie maanden zal zijn.’ (ID)

Het volledige interview met Gerard Mortier leest u deze week in Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content