In memoriam wetsdokter Jacques Timperman: ‘Criminaliteit is een vrijetijdsbesteding’
Wetsdokter Jacques Timperman is niet meer. Van de slachtoffers van Freddy Horion over de campingbrand in Los Alfaques tot de drenkelingen in de Herald of Free Enterprise: Timperman deed meer dan 7.000 lijkschouwingen. ‘U zal begrijpen dat ik iemand zou kunnen vermoorden zonder veel sporen na te laten.’
Eerder gebruikten we een verkeerde foto, waarop niet Jacques Timperman stond, maar een naamgenoot van hem. Onze excuses.
In Gent stierf woensdag de beroemde wetsdokter Jacques Timperman. Hij verrichtte meer dan zevenduizend lijkschouwingen en zat nooit verlegen om een oneliner. “U zal begrijpen”, zei hij soms duister, “dat ik iemand zou kunnen vermoorden zonder veel sporen na te laten.”
Tijdens het ontbijt gleed hij uit het bestaan als uit een soepele handschoen, in het rust- en verzorgingstehuis in de Gentse Tijgerstraat waar hij de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht. “Een heel intelligente vent met een ongelooflijk geheugen”, zegt kolonel op rust Willy Lambillotte, die met Timperman bevriend was sinds 1947. “We leerden elkaar kennen bij het ingangsexamen van de kadettenschool. “Hij had zijn vaste gedachten over alles en kon die ook nog eens goed uitleggen.” (stilte) “Een gewone was het niet.”
Ongewoon al was de beroepskeuze van Timperman om zich als geneesheer vooral te bekommeren om zij die niet meer ademden. Van de slachtoffers van Freddy Horion over de campingbrand in Los Alfaques tot de drenkelingen in de Herald of Free Enterprise: Timperman ‘deed’ het allemaal, tijdens de week zowel als op zon- en feestdagen. Aan zijn lijf geen nine-to-fivejob. “Overdag werken mensen”, placht hij graag te zeggen. “Pas ’s nachts en in de weekends hebben ze tijd om onnozel te doen. Criminaliteit is een vrijetijdsbesteding.”
‘De geur van een lijk word je wel gewoon’
Op zijn diensten werd een beroep gedaan in meer dan honderd assisenzaken, waaronder de beerputmoord met – zoals treffend omschreven door de Krant van West-Vlaanderen – zijn onwelriekend mysterie. De meest schrikwekkende dingen zag dr. Timperman, en ook de meest mensonterende. Hij noemde zich gehard door de Tweede Wereldoorlog, toen hij met zijn ouders moest vluchten nadat hun huis tot twee keer toe gebombardeerd was. De stank van ontbinding zou hem nooit meer verlaten. “Doekjes voor je neus, dat is zever”, zei hij in een interview met journalist Rik Van Puymbroeck. “Je neus moet je hélpen. De geur van een lijk word je wel gewoon. Ik vergelijk het met gas: na een tijd ruik je dat ook niet meer. Maar je kleren raken er wel van doordrongen. Ik ben ooit eens naar een opgraving gereden met het nieuwe Fiatje van mijn vrouw. Achteraf heeft zij mij dat kwalijk genomen.”
Hij bleef huiver voelen bij gevallen van wiegendood
“De lijken zijn koud en stijf en de lijkvlekken niet meer indrukbaar…” Over de geheimen van zijn vak kon hij als geen ander spreken, voor een tot de nok met studenten gevuld auditorium. Hij leerde hun dat er altijd gevallen zullen blijven van twijfel, en dat een lijkschouwer altijd een dode ziet maar de misdadige hand niet. Zo bleef hij huiver voelen bij gevallen van wiegendood: “Is er een kussentje aan te pas gekomen of niet?” En bij gevallen van verstikking: “Heeft er over het hoofd van een verstikt mens een plastic zakje van een supermarkt gezeten dat achteraf netjes verwijderd werd?”
Ondanks al zijn ervaring, wende de dood voor hem niet. “Maar als de persoon in kwestie je niet nauw aan het hart ligt, moet je de zaak nuchter bekijken. Het is je werk. Een gynaecoloog die overdag een patiënte onderzoekt, kan ’s avonds ook met zijn eigen vrouw vrijen.”
Toen hij met emeritaat was, kon ook hij nochtans van een strandvakantie in Tenerife genieten. “Ik heb altijd blote mensen zien liggen”, liet hij toen optekenen, “maar ik zie ze ook graag rechtstaan.”
‘Het wijwater wijdde ik zelf, moet ik toegeven’
Voor het sterven beweerde hij geen schrik te hebben; hij wist als geen ander dat dat onvermijdelijk was. Hij geloofde niet in postume maagden of in rijstpap met gouden lepels. “Maar ik begrijp het als mensen wél geloven; ik heb er altijd voor gezorgd dat ze waardig afscheid konden nemen. Volgens hun overtuiging zorgde ik voor een kruis, wat wijwater of een fakkel van de vrijzinnigen. Al moet ik toegeven dat ik het wijwater zélf wijdde.”
De uitvaartplechtigheid van prof. Timperman vindt plaats op 17 mei om 11u15 in crematorium Westlede te Lochristi.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier