Het verdriet van Claus
Claus wordt bewonderd, Hermans gelezen.
Alle vrienden, kennissen en mensen die hem ooit in een Antwerps café zagen zitten, lopen dezer dagen uit om van hun liefde voor en hun vriendschap met Hugo Claus te getuigen. Op 19 maart is het tien jaar geleden dat de schrijver stierf, en het aantal gelegenheidsboeken en voorstellingen is moeilijk bij te houden. Doorheen het feestgedruis zouden we haast vergeten dat de Meester amper nog gelezen wordt.
Het was een bevriende boekhandelaar – ze bestaan – die me daar even geleden op wees. ‘Hugo Claus verkoopt niet meer’, vertelde die. ‘Net als alle andere grote, dode schrijvers zoals Gerard Reve en Harry Mulisch. Alleen Willem Frederik Hermans doet het nog goed in de winkel.’ Waarom Hermans nog wel, en Claus niet?
In 2010 schreef de Britse literatuurwetenschapper Tim Parks voor het eerst over The Dull New Global Novel. Schrijvers denken pas echt succesvol te zijn als ze ook internationaal gelezen en geprezen worden. Ze richten zich allemaal op hetzelfde, kosmopolitische publiek, en schrijven allemaal dezelfde, saaie boeken zonder een link met hun geboorteland. Haruki Murakami is daar vast het bekendste voorbeeld van. Zijn Japanse collega-schrijvers vinden weinig Japans aan zijn werk, maar internationaal slaat het aan. Parks geeft Hugo Claus zelf als tégenvoorbeeld: een schrijver die wordt gevierd door zijn fans als een wereldburger, maar wiens werk niet Vlaamser kan zijn. ‘Claus leek het zich niet aan te trekken dat lezers en boven alles ook zijn vertalers een hele inspanning moeten leveren om zijn werk buiten België te begrijpen’, schrijft Parks. Denk aan Het Verdriet van België. Een fantastisch boek, maar naarmate het ouder wordt, begrijpen mensen er minder en minder van.
Het Verdriet van België is een fantastisch boek, maar naarmate het ouder wordt, begrijpen mensen er minder en minder van.
Parks ziet het als een verschraling, maar niet iedereen is het daarmee eens. Vorig jaar schreef de Amerikaanse criticus Adem Kirsch een pamflet, The Global Novel: Writing the World in the 21st Century, ter verdediging van de ambitieuze wereldroman. De voorbeelden die hij aanhaalt zijn, als vanzelfsprekend, wereldwijde bestsellers. Murakami en Grunberg hebben ook geen klagen. En het is niet moeilijk om te zien dat veel romans van Willem Frederik Hermans daar ook beter in passen dan het werk van Claus. Zeker zijn stijl is, net als die van Willem Elsschot, herkenbaarder voor mensen die hem nu ontdekken, en al zeker eenvoudiger te vertalen. Ook zijn verhalen lijden soms veel minder onder de ballast van tijd en plaats. De benauwdheid die Alfred Issendorf in Lapland in Nooit meer slapen gijzelt, is nog altijd makkelijk voelbaar voor lezers van vandaag. Om wie er nu precies de beste vriend van Hermans was, wordt al lang geen ruzie meer gemaakt. Maar Hermans heeft wel gewoon nog lezers.