Yari Verschaeren is klaar voor Anderlecht-Brugge: ‘De hype glijdt zo van me af’
Het rugnummer 51 van Anderlecht blijft een attractie, maar het moet efficiënter, vindt Yari Verschaeren: ‘Ik wil meer scoren en een onbetwiste basisspeler worden.’
Komende zondag, op de tiende speeldag van de Belgische competitie, staat een kraker op het programma: Anderlecht ontvangt in het eigen Lotto Park Club Brugge. De recordkampioen tegen de regerende kampioen. Zelfs Anderlechtfans zullen toegeven dat het Club de laatste seizoenen sportief beter vergaat, al valt daar in de onderlinge confrontaties niet zo veel van te merken. Vorig seizoen won Brugge in de reguliere competitie thuis afgetekend met 3-0. In Anderlecht werd het 2-1: een match die Club deed twijfelen, want op de uitslag viel weinig af te dingen. In de play-off speelden de oude rivalen twee keer gelijk, 2-2 en 3-3, telkens na een entertainende pot voetbal.
Op mijn negende haalde een busje me om zes uur ’s ochtends op. Lange dagen, nauwelijks familie. Maar ik wilde het zó graag.
Hoe liggen de krachtsverhoudingen dit keer? Club Brugge verloor in de zomer verdediger Odilon Kossounou, en liet de 30 miljoen die hij opbracht stevig rollen op de transfermarkt. Anderlecht zag meer belangrijke namen vertrekken, maar toch groeit de indruk dat het een sterker team heeft dan de voorbije jaren. Yari Verschaeren (20) laat die vaststelling even bezinken. Zijn lichaamstaal verraadt een ‘ja’, maar dan bedenkt hij zich. ‘Het is te vroeg in het seizoen om zoiets te zeggen’, zegt hij. ‘Er kwamen nieuwe spelers bij die duidelijke versterkingen zijn, maar we hebben ook spelbepalende jongens verloren, zoals Albert Sambi Lokonga en Lukas Nmecha. Ben je er dan netto op vooruitgegaan? Ik hoop van wel, maar je mag dat pas beweren wanneer je het bewijst op het veld. Het verschil met vorig seizoen is dat er ervaring bijkwam. Dat was nodig. Er spelen bij Anderlecht veel goede jonge talenten, maar een vaste kern van mannen die het klappen van de zweep kennen maakt zeker een verschil.’
Daar hoort u stilaan bij. U bent nog altijd maar twintig, maar het is al uw vierde seizoen.
Yari Verschaeren: Af en toe vragen de nog jongere spelers me om advies. (lacht) Dat voelt vreemd, maar inderdaad: ik draai al even mee. Vergeleken met de Yari die in 2018 debuteerde, ben ik fysiek sterker, volwassener en zeker tactisch veel slimmer. Toen voetbalde ik vooral op instinct.
Toen u debuteerde in het eerste elftal werd u fel gehypet. Bent u blij dat die storm is gaan liggen?
Verschaeren: Ik heb er nooit last van gehad. Wanneer een zeventienjarige een paar goeie matchen speelt, staan de kranten er vol van. Ik wist dat het kon gebeuren, maar ik heb me nooit gek laten maken. Het gleed van me af, eerlijk gezegd. Vroeg of laat gaan de journalisten op zoek naar de volgende hype.
Toch is het geen cadeau om ‘de nieuwe Hazard’ te worden genoemd.
Verschaeren: Nee, dat niet. Je moet sterk zijn om daar niet in mee te gaan. Wat betekent dat trouwens, ‘de nieuwe Hazard’? Je kunt maar beter gewoon voortwerken.
Bij Anderlecht is er elk jaar één vertrekker die veel geld in het laatje brengt. In het tussenseizoen was dat Albert Sambi Lokonga. Jérémy Doku en Leander Dendoncker zochten de seizoenen daarvoor andere oorden op. Wat als zij nog bij Anderlecht zouden spelen?
Verschaeren: Dan zouden we een fenomenaal team hebben, maar je weet dat een Belgische club zijn belangrijkste pionnen niet eeuwig kan houden. En als je iemand als Lukas Nmecha huurt, dan moet je beseffen dat hij waarschijnlijk na één jaar bij een andere club zal spelen.
Uw grote wapen is uw techniek. Waar komt die vandaan?
Verschaeren: Ik heb van kinds af aan heel veel getraind, want zoiets is niet aangeboren. Ik ben op mijn negende naar Anderlecht gekomen, en ik kan je zeggen: de techniektrainingen op Neerpede zijn niet van de poes. Je moet het talent hebben om ze aan te kunnen. Al heeft dat wellicht met mijn genen te maken: mijn papa (Gunter Verschaeren, nvdr) voetbalde in derde klasse bij Zulte Waregem, onder Francky Dury.
Op uw negende het rustige Waasland ruilen voor Brussel: dat is wel heel jong.
Verschaeren: Het betekende veel opofferen, op een leeftijd waarop zo’n beslissing erin hakt. Om zes uur ’s ochtends haalde een busje me op. Lange dagen, familie en vrienden die je nog weinig ziet. Dat was hard, maar zelfs op die leeftijd hanteerde ik het principe: als je beslist om ergens voor te gaan, dan doe je het voor 100 procent. Mijn ouders hadden het er moeilijk mee. Ze steunden me, maar ze zagen hun jonge zoon met gemengde gevoelens naar de hoofdstad verkassen. Maar ja, ik wilde het zo graag.
Bij de jeugd van Anderlecht ontmoette u de jonge Remco Evenepoel. Was hij een goede voetballer?
Verschaeren: Een héél erg goeie. Remco was vaste waarde bij de nationale jeugdploegen en versierde een transfer naar PSV. Hij had het zeker kunnen maken in het voetbal. Remco is een jaar ouder dan ik, maar omdat ik nooit op tijd kon zijn voor de training van mijn eigen leeftijdsgroep, belandde ik bij hem in de ploeg. Het klikte meteen. We horen elkaar nog geregeld, en sturen berichtjes wanneer de ander sportief succes behaalt.
Jullie liepen een vergelijkbaar traject: spectaculair doorgebroken en terug moeten vechten na een zware blessure.
Verschaeren: Het is frustrerend om te horen dat je maandenlang niet zult kunnen doen wat je het liefste doet. Ik heb het nu twee keer meegemaakt. ‘Het hoort bij het vak’, zeggen ze, maar de mentale klap valt niet te onderschatten. Het beste is om de eerste dagen even niet aan voetbal te denken. Thuiszitten met de vriendin en alles laten bezinken. Op een bepaald moment moet je de knop omdraaien en ga je keihard aan het werk. Maar het is slim om niets te overhaasten, heb ik ervaren. Remco komt ook van ver terug, maar ik was opgelucht dat het bij hem niet erger was. Als je die val zag, vijf meter diep in een ravijn… Hij heeft geluk gehad.
Was u de ster van uw lichting?
Verschaeren: Niet echt. Ik hoorde bij de beteren, maar er waren er die hoger werden ingeschat, zoals Evangelos Patoulidis, die nu bij KV Oostende speelt. Evangelos was een fenomeen bij de jeugd. Het heeft me goed gedaan dat ik onder de radar kon vliegen. Niemand zei: ‘Yari zal het zéker maken als prof.’ Dat nam veel druk bij me weg.
Scouts en managers komen op jonge spelers af als vliegen op stroop.
Verschaeren: Je kunt het je nauwelijks voorstellen. Managers bleven maar bellen in de hoop me te bekeren, zelfs nog voor ik op de middelbare school zat. Ik ben er goed in geworden om zulke types te negeren. Pas voor mijn tweede contract bij Anderlecht heb ik bij een manager getekend. Voordien onderhandelde ik alles zelf.
Was u niet bang dat u bedrogen zou worden? Het gaat om veel geld.
Verschaeren: Bij een eerste contract mag geld niet het belangrijkste zijn. Liever gelukkig zijn en sportief kansen krijgen, dan een dikke bankrekening. Zo denk ik er nog altijd over. Mijn ouders hamerden op het belang van school. Voetbal was belangrijk – ik speelde tenslotte bij Anderlecht – maar het moest wel plezierig blijven. Dat is de juiste manier om het te benaderen. Als de fun niet vooropstaat, hoef je ook niet te schrikken wanneer een jonge speler zijn voetbalplezier verliest.
U bent een grote fan van Lionel Messi. Toen ik hem met PSG tegen Club Brugge bezig zag, dacht ik: heeft hij nog wel plezier? Was hij niet beter bij Barcelona gebleven?
Verschaeren: Dat vind ik ook. Ik herinner me dat ik het nieuws van zijn transfer twee keer heb moeten lezen: ik kon niet geloven dat hij zou vertrekken. Zo’n clubicoon had zijn carrière moeten afronden bij de ploeg waar het voor hem begon. Barcelona zonder Messi: dat klopt niet. Messi zonder Barcelona evenmin.
Het straffe is: Messi wilde blijven. Zelfs wereldsterren beslissen niet langer bij welke club ze spelen.
Verschaeren: Het kan er hard aan toegaan in het voetbal. Spelers zijn vaak lijdend voorwerp. Ik ben honderd procent een Anderlechtman, maar zoals elke liefhebber was ik wild van het voetbal dat Barcelona speelde met Messi, Xavi en Andrés Iniesta. Geen enkele ploeg kon aan hen tippen. Onlangs zag ik Barça met 0-3 verliezen van Bayern München. Kansloos, en dat in eigen huis. Het vertrek van Messi duwt de club in een negatieve spiraal.
Ze kunnen zich nochtans optrekken aan Pedri, de beste speler van het EK.
Verschaeren: Dat is een ongelooflijke voetballer. Hij is nu al een van de beste ter wereld, en hij is amper achttien. Technisch vermogen, spelinzicht… Een totaalpakket. En er zit een stevige motor in. Ik las dat hij 73 wedstrijden speelde vorig seizoen, altijd op topniveau. Ik weet niet hoe hij het volhoudt.
Waarom raakten de Rode Duivels op het EK niet verder dan de kwartfinales?
Verschaeren: We hadden de allermoeilijkste loting: Portugal tegenkomen in de tweede ronde, daarna Italië, dat uiteindelijk verdiend kampioen werd. Toch hadden de Belgen de kwartfinale kunnen winnen. Het zat niet mee.
Volgende week speelt België de halve finale van de Nations League tegen Frankrijk. In de finale wacht misschien Italië. Allebei teams waarmee de Rode Duivels nog een eitje te pellen hebben.
Verschaeren: De Nations League is een jong toernooi, je weet nog niet goed hoeveel waarde je aan die trofee moet hechten. Maar Frankrijk kunnen kloppen, of Italië of Spanje: daar gaat een voetbalhart sneller van slaan. Voor zulke matchen doe je het. Ik voorspel dat de Rode Duivels scherp zullen staan. Je voelt dat het de spelersgroep hoog zit dat het op het EK niet is gelukt. Ik hoop dat ik de selectie haal, maar ik zal niet boos of teleurgesteld zijn als de bondscoach voor andere spelers kiest. Het loopt bij de Rode Duivels vol wereldsterren. Verwachten dat ik iedere keer de selectie haal, zou niet van realisme getuigen.
Remco Evenepoel was een héle goeie. Hij had het zeker kunnen maken in het voetbal.
Het gevoel leeft dat de Rode Duivels op het EK de laatste kans hebben laten liggen om een prijs te pakken. Ik neem aan dat uw generatie het daar niet mee eens is.
Verschaeren: Kevin De Bruyne, Eden Hazard, Thibaut Courtois en Romelu Lukaku zijn op hun positie de besten van de wereld, maar er zitten zeker goede jongeren aan te komen, zoals Doku en Sambi Lokonga. Of Alexis Saelemaekers, die ik in de laatste interlands ijzersterk vond. Staan zij over vier, vijf jaar op het niveau van Kevin en Romelu? Niemand kan het zeggen, maar ik zou het niet uitsluiten. Waarom zouden we ervan uitgaan dat het veel minder wordt bij de nationale ploeg?
Het wordt moeilijk om de oude coryfeeën uit de ploeg te spelen. Jérémy Doku blonk uit in de EK-kwartfinale, maar hij kreeg pas een kans nadat Eden Hazard zich had geblesseerd.
Verschaeren: Hij was ongelooflijk tegen Italië, maar zo heb ik hem altijd gekend. Het deed hem niets als hij bij de jeugd van Anderlecht moest meespelen met jongens die twee of drie jaar ouder waren. Vaak was hij zelfs de beste man op het veld. Hij deed zijn ding, zoals altijd.
Is dat niet typisch voor voetballers van uw generatie? Nooit stress.
Verschaeren: Je moet stress van je kunnen afzetten wanneer je bij de groten wilt voetballen. De jongens die dat niet konden, zijn er niet meer bij. Ik heb nooit zenuwen voor een match. Een belangrijke wedstrijd is leuk. Je krijgt veel energie, want er staat veel op het spel. Maar zenuwen of druk? Nee. Als je je echt zorgen maakt, kun je niet presteren.
Een citaat van de bondscoach: ‘Yari heeft een zeldzame kwaliteit. Hij kan met de rug naar het doel met de bal aan de voet wegdraaien, zowel met links als met rechts. Daarom moet hij altijd centraal spelen.’ Bij Anderlecht staat u meestal op de flank.
Verschaeren: Dat zijn mijn favoriete acties. Ik sta met de rug naar doel en voel de verdediger achter mij komen. Ik vraag de bal in de voet en verras mijn tegenstander door snel weg te draaien. Voor hij beseft wat er gebeurt, ben ik hem voorbij. Heerlijk. Ik speel het liefst centraal, maar het gaat natuurlijk niet om wat ík graag doe. Als de coach mij elders op het veld nodig heeft, dan zal ik daar spelen.
Uw doelman, Hendrik Van Crombrugge, noemde u in Extra Time de beste afwerker bij Anderlecht.
Verschaeren: Ik heb daar de laatste tijd hard aan gewerkt, dus het doet me deugd om te horen dat onze keeper dat heeft gemerkt. Merci, Hendrik. ( lacht) Mijn persoonlijke ambitie voor dit seizoen is meer goals maken. Ik wil minstens tien keer scoren. En ik wil ook een onbetwiste basisspeler worden. De twee hangen samen: ik moet scoren om in de ploeg te staan, maar als ik niet in de ploeg sta, kan ik niet scoren.
Uw doelpunt tegen KV Mechelen vierde u door een denkbeeldige pijl af te schieten. Afgekeken van Lukaku?
Verschaeren: Betrapt. (lacht) Ik had niets gepland, het overviel me in de blijdschap van het moment. Romelu viert zijn doelpunten bij de Rode Duivels zo, en blijkbaar zat dat ergens in mijn onderbewustzijn opgeslagen. Die paar seconden nadat je hebt gescoord, staat de tijd stil. Het gejuich, het gevoel dat je een heel stadion blij hebt gemaakt: iets mooiers bestaat niet. Ik heb de supporters gemist in het coronatijdperk. Die vreemde sfeer van lege stadions… Je weet dat het een belangrijke match is, maar je voelt het niet tot in je botten. Fans geven je energie.
Zondag ontvangt Anderlecht in eigen stadion Club Brugge, de titelfavoriet.
Verschaeren: Brugge werd twee keer op rij kampioen, op een manier waar weinig tegen in te brengen viel. Ook dit seizoen lijken ze sterk, kijk maar wat ze klaarspeelden tegen PSG. Club is zeker de titelfavoriet, maar ze zullen het niet cadeau krijgen. Genk heeft ambities en Antwerp kocht ook stevig in.
Anderlecht noemt u niet. Dromen jullie niet van de titel?
Verschaeren: De club zit nu in een andere fase. Natuurlijk willen we kampioen worden, maar als je vorig seizoen pas vierde werd, blaas je beter niet hoog van de toren. Het zal, net als vorig jaar, al niet eenvoudig worden om play-off 1 te halen, nu er maar vier teams aan mogen deelnemen. Er zijn te veel kandidaten voor te weinig plaatsen.
Trainer Vincent Kompany wil dat Anderlecht elke wedstrijd totaal domineert.
Verschaeren: Dat hoort bij deze club. Kijk naar ons palmares: 34 landstitels. De club heeft al betere periodes gekend, maar je mag hier de lat nooit te laag leggen, zeker niet qua spelniveau. Vinnie is een ambitieuze coach die goed weet wat hij zegt. Hij zal er alles aan zal doen om het niveau te halen dat hij voor ogen heeft.
Heeft hij u ooit gevraagd om u vaker te laten vallen? Het valt mij op dat u bij kleine overtredingen meestal overeind blijft.
Verschaeren: Het zit niet in mijn karakter om vrije trappen te versieren bij een overtreding van niks. Ik blijf liever recht. Het geniepige hoort bij het voetbal, maar ik zal het niet opzoeken. Bij de club heeft niemand er iets over gezegd. Dat ik meestal overeind blijf, heeft ook te maken met mijn sterke onderbenen. Die heb ik geërfd van mijn pa. Ik ben misschien klein en niet erg gespierd, maar ik sta stevig op mijn poten.
Yari Verschaeren
– 2001: geboren in Sint-Niklaas
– 2007-2018: jeugdvoetbal bij KJV Kruibeke, KSK Beveren en RSCAnderlecht
– 2018: profdebuut bij Anderlecht
– 2019: eerste selectie bij de Rode Duivels en verkozen tot Jonge Profvoetballer van het Jaar
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier