Stop met opruimen! Leef in wanorde
Ben jij ook zo’n onverbeterlijke sloddervos ? Wees gerust: wat de anderen ook beweren, de voordelen zijn talrijk. Zo bevestigt de wetenschap.
Twee derde van de mensen vindt zichzelf te slordig en schaamt zich daarvoor. Ruim de helft geeft ook toe rommelmakers te veroordelen. “Alsof je helderder en creatiever kan denken met leegte om je heen”, reageert filosoof dr. Eric Abrahamson, hoogleraar Management aan de Columbia University en auteur van het kostelijke boek A perfect mess. Hij betreurt dat ook kinderen geen enkel zinnetje zo vaak te horen krijgen als “Ruim je kamer op”.
“Veel mensen die ik voor mijn boek heb gesproken, vertelden me over de gelukzaligheid om als kind omringd te zijn geweest door een zee van speelgoed. En over het bijhorende onbegrip van hun ouders. Maar als ik dan vroeg of die herinnering hen niet wat coulanter maakte tegenover hun eigen kinderen, antwoordden ze steevast van niet, overtuigd als ze waren dat ze het met wat meer orde in hun leven nog verder zouden hebben geschopt. Een vrouw vertrouwde me zelfs toe : ‘Ik ben jaloers op mijn vriendin, die ondanks haar 3 kinderen alles altijd netjes aan kant heeft.'”
Optimale desorganisatie
In tal van echtscheidingen noemt een van beide partners de wanorde van de ander de druppel die de emmer deed overlopen.
Zulke opvoeding vindt haar oorsprong in het geloof dat wanorde ons van het rechte pad af brengt en dat de maatschappij als een geoliede machine ideaal is. Gevolg : regelen en ordenen wordt voor velen een doel op zich. Wanorde kan op weinig begrip rekenen. Op het werk wordt rommel als een teken van onbekwaamheid gezien en thuis als een blijk van onvolwassenheid. In tal van echtscheidingen noemt een van beide partners de wanorde van de ander de druppel die de emmer deed overlopen. Overal ter wereld zitten de CEO’s achter reusachtige, lege “werktafels”. Terwijl Albert Einstein, zelf ook een chaoot eerste klas, ooit zei : “Als een rommelig bureau het teken is van een rommelige geest, waar staat een leeg bureau dan voor ?”
“Op mijn eigen bureau is er geen leeg plekje te bespeuren”, bekent Eric Abrahamson. “Omdat de recentste en de belangrijkste papieren bovenop de stapels liggen, vind ik altijd terug wat ik zoek. Ik verspil geen tijd en dus geen geld door in die chaos een orde te scheppen die toch niet lang zou duren. Ik heb een niveau van ideale wanorde, van optimale desorganisatie bereikt. Door gestructureerder te werk te gaan, zou ik alleen maar minder efficiënt worden.”
Als een rommelig bureau het teken is van een rommelige geest, waar staat een leeg bureau dan voor ?
Albert Einstein
Sorteren, klasseren, opbergen en labelen kost nu eenmaal meer tijd dan gewoon opstapelen, dat moge duidelijk zijn. Een flink stuk van de werkdag gaat ermee heen. Bovendien, zo stelt Eric Abrahamson, doet een strak georganiseerde werknemer er met zijn “smetteloze” bureau veel langer over om iets terug te vinden dan iemand die naar eigen zeggen een “niet echt opgeruimde” werkplek heeft maar zich alleen maar even hoeft om te draaien om het gezochte document van de vijfde stapel links weg te grissen.
Creatief met kabelkinken
In het boek wordt het voorbeeld van de wetenschapper Leon Heppel aangehaald. Die zou in de jaren 1950 nooit de regelende invloed van hormonen op cellen hebben ontdekt als in de spreekwoordelijke chaos op zijn bureau niet toevallig 2 brieven naast elkaar waren beland waarin collega’s 2 verschillende uitkomsten van hetzelfde celproces beschreven. “Op een slecht opgeruimd bureau ontstaan er kruisbestuivingen die in een geordende en gerangschikte wereld in de kiem worden gesmoord.” Door schakels en combinaties mogelijk te maken, stimuleert wanorde dus innovatie. Dat geldt zowel voor grote bedrijven (Microsoft bijvoorbeeld volgt altijd de weg van de wanorde) als voor wetenschappers (in een keurig opgeruimd laboratorium zou dr. Alexander Fleming waarschijnlijk nooit de penicilline hebben uitgevonden) en kunstenaars (Bach was een even begaafde sloddervos als musicus). Vreemd is dat niet. Chaoten staan open voor het onverwachte, laten zich graag verrassen en zijn in staat om te improviseren.
Sorteren, klasseren, opbergen en labelen kost nu eenmaal meer tijd dan gewoon opstapelen, dat moge duidelijk zijn.
“In de ruimte, maar ook in de tijd”, vervolgt Eric Abrahamson. “Mensen die zich niet in een planning laten opsluiten, vinden altijd wel een gaatje als er iets onverwachts tussen komt. Ook laten ze zelden een kans onbenut. Agendafanaten en schema-adepten daarentegen veroordelen zichzelf tot starheid.” En ontberen zo de souplesse waar creativiteit door floreert.
Say yes to the mess
Rommelaars, bendemakers, stapelaars en ordelozen zijn per definitie flexibel en kunnen dus veel beter omgaan met kinken in de kabel (vertragingen, afzeggingen en onverwachte wijzigingen) dan mensen met het opruimvirus. Van dit gegeven is het slechts een kleine stap naar de conclusie dat ze dus ook meer aanleg hebben voor het geluk. Eric Abrahamson twijfelt daar geen moment aan.
“Het vervelende is alleen dat ze zich schuldig voelen, omdat hen al van jongs af wordt ingepeperd dat slordigheid niet door de beugel kan. Natuurlijk mag je ook weer niet overdrijven, want als je nooit eens iets opruimt, komt het water je ooit aan de lippen te staan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier