Waarom blijven oude mensen koppig autorijden? ‘Het is dat of thuiszitten’

© Getty Images
Ann Peuteman

Naar aanleiding van een ongeval in Brasschaat waarbij een 92-jarige bestuurder een vrouw doodreed, gaan er weer stemmen op om ouderen rijvaardigheidstests op te leggen. ‘De hamvraag is waaróm zo veel tachtigplussers tegen beter weten in blijven rijden’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar boek Grijsgedraaid – Waarom we bang moeten zijn om oud te worden.

Bijna een vijfde van de Belgische tachtigplussers rijdt nog met de auto. Tegen 2030 zal naar schatting een op de vier bestuurders ouder zijn dan 65 jaar. In veel gevallen is dat helemaal geen probleem, want veel ouderen rijden nog even vlot en alert als toen ze dertig waren. Maar er zijn ook mensen die jaar na jaar onzekerder worden achter het stuur.

Dat komt om te beginnen doordat het verkeer de voorbije decennia onherkenbaar is veranderd. Niet alleen is de drukte toegenomen, de meeste weggebruikers zijn ook opvallend assertief geworden. Tegenwoordig probeert elke automobilist, fietser en voetganger zijn positie in het verkeer af te dwingen. Veel oudere mensen worstelen daarmee. Niet alleen omdat ze niet met dat complexe verkeer zijn opgegroeid, maar ook omdat hun zintuigen en reactievermogen achteruitgaan. Daardoor hebben ze het vaak moeilijk om het overzicht te bewaren en de afstand en snelheid van andere weggebruikers in te schatten. Vandaar dat ze op kruispunten, waar verkeersstromen uit verschillende richtingen samenkomen, weleens verkrampen.

In theorie worden die gebreken gecompenseerd door het feit dat ze vanzelf hun rijstijl aanpassen. Doordrongen van het feit dat ze niet langer de voortreffelijke chauffeur van weleer zijn, gaan ze de weg niet op tijdens de spitsuren, rijden ze niet meer in het donker en al helemaal niet als het regent of vriest. Bovendien rijden ze trager, houden ze meer afstand en proberen ze constant op onvoorziene situaties te anticiperen.

Zonder rijexamen

Maar volgens politierechter Peter D’Hondt zijn oudere chauffeurs soms zo voorzichtig dat het levensgevaarlijk wordt. ‘Ze zijn ontzettend bang om een aanrijding te veroorzaken en daardoor hun rijbewijs te verliezen’, zegt hij. ‘Daarom rijden ze zo overdreven behoedzaam en aarzelend dat de kans op een ongeval juist groter wordt. Staat het verkeerslicht op groen, dan remmen ze al voor het geval dat het plots rood wordt.’ Om dezelfde reden rijden veel oudere bestuurders overdreven langzaam, en ook dat is niet zonder risico. Sterker nog: heel traag over de snelweg rijden is misschien nog gevaarlijker dan een te hoge snelheid aanhouden.

Daarnaast speelt ook een gebrek aan kennis van de wegcode veel automobilisten op leeftijd parten. Nogal logisch: velen van hen hoefden destijds geen rijexamen af te leggen. Tot een eind in de jaren 1960 mocht elke Belg die ouder was dan 21 jaar met de auto rijden. Toen er in 1967 uiteindelijk een nationaal rijbewijs werd ingevoerd, kregen meerderjarige Belgen nog meer dan een jaar tijd om een exemplaar af te halen aan het loket van hun gemeente. Of ze nu konden rijden of niet.

Er is nóg een reden waarom sommige oudere chauffeurs een gevaar op de weg kunnen zijn: de pillen die ze slikken. Eén op de tien zeventigplussers gaat soms achter het stuur zitten als hij een slaapmiddel of ander medicijn heeft ingenomen.

Broze botten

Meer dan één op de vijf Belgen die in het verkeer omkomt, is ouder dan 65 jaar. In de meeste gevallen is het slachtoffer te voet of met de fiets, maar ook automobilisten lopen gevaar. Het risico op een zwaar ongeval ligt bij oudere chauffeurs vier keer zo hoog als bij de gemiddelde bestuurder. Vaker dan dat ze dodelijke slachtoffers maken, laten ze daarbij zelf het leven. Dat komt onder meer doordat de ouderdom hen brozer maakt: hun botten breken sneller en hun verwondingen genezen moeizamer.

Geregeld gaan er stemmen op om een verplichte jaarlijkse rijvaardigheidstest in te voeren voor elke bestuurder die ouder is dan pakweg 70 jaar. Zien en horen ze nog goed genoeg? Hoe zit het met hun reflexen en concentratievermogen? Uit onderzoek is echter gebleken dat zulke brede rijvaardigheidstests niet altijd betrouwbaar en efficiënt zijn. Bovendien zouden ze de overheid handenvol geld kosten.

Beter zou zijn dat oudere chauffeurs uit eigen beweging stoppen met rijden als ze voelen dat het niet meer gaat. Sommigen doen dat ook, maar veel anderen blijven tegen beter weten in chaufferen tot hun kinderen de autosleutels in beslag nemen of een rechter hun rijbewijs intrekt. Begrijpelijk, want zonder auto kunnen de meesten zich niet meer zelfstandig verplaatsen. Het is niet voor niets dat vervoersarmoede onder ouderen een nog groter probleem vormt dan eenzaamheid. Om te fietsen missen ze meestal de souplesse en de spierkracht, en een paar keer per week een taxi nemen, is doorgaans veel te duur. Een goedkopere rit boeken bij een Minder Mobielen Centrale is dan weer voorbehouden voor mensen met een lager inkomen en kan niet overal in Vlaanderen.

Bang voor de bus

Het openbaar vervoer dan maar? Dat zou je denken. Voor veel ouderen is dat in de praktijk niet echt een optie doordat de dichtstbijzijnde halte te ver ligt of ze wel drie keer moeten overstappen om bij de dokter, de kapper of het seniorencentrum te raken. Het nieuwe vervoersplan van De Lijn, waarbij heel wat haltes en verbindingen werden afgeschaft, heeft dat alleen maar erger gemaakt.

Dat is niet de enige reden waarom nogal wat ouderen niet te spreken zijn over het openbaar vervoer. Velen vinden het ook onbetrouwbaar, vuil en onveilig. Bovendien zijn veel haltes totaal niet aangepast aan mensen met stramme ledematen en rijden er nog altijd te veel trams en bussen rond waar ze maar moeizaam op raken. Door de hoge opstap, bijvoorbeeld, maar ook doordat de deuropening te nauw is voor een rollator. Slagen ze erin om op te stappen, dan geeft de chauffeur vaak meteen weer gas. Veel oudere mensen missen de soepelheid om door het gangpad van een rijdende bus te stappen tot ze een zitje hebben gevonden. Geen wonder dat er geregeld iemand zijn evenwicht verliest en valt.

Dat sommige tachtigers en negentigers koppig blijven autorijden als dat eigenlijk niet meer verantwoord is, komt dus voor een groot stuk doordat ze geen alternatief hebben. Het is rijden of thuiszitten. Voor we pleiten voor medische keuringen en rijvaardigheidstests om gevaarlijke chauffeurs op leeftijd van de weg te halen, zouden we daar beter eens heel goed over nadenken. Wat gebeurt er als ze niet meer met de auto mogen rijden? Kunnen ze dan nog elke dag op bezoek bij hun partner die in een woonzorgcentrum woont? Raken ze nog bij de dokter of de kapper? Kunnen ze hun vrienden nog zien? Zolang we er niet voor zorgen dat kwakkelende chauffeurs op leeftijd zich ook zonder auto zelfstandig kunnen blijven verplaatsen, zullen velen zich in het verkeer blijven wagen. Ook als ze zelf beseffen dat ze dat beter niet meer zouden doen.

Vervoersarmoede is voor veel ouderen een nog groter probleem dan eenzaamheid.’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content