Iedereen een hoge bloeddruk: ‘Vooral goede zaak voor financiële gezondheid farma-industrie’

© iStock
Marie-Françoise Dispa Freelancejournalist

De American Heart Association heeft de drempel voor een ­hoge bloeddruk verlaagd van ’14 over 9′ naar ’13 over 8′. Wellicht volgt Europa volgend jaar. Twee experts trekken aan de alarmbel.

Jean-Pierre Thierry is arts en gezondheidseconoom, Claude Rambaud is als jurist gespecialiseerd in zorggerelateerde risico’s. Samen schreven de Fransen het ophefmakende boek Trop soigner rend malade. ‘Het probleem’, aldus Jean-Pierre Thierry ‘is de verlaging van de drempelwaarden. Neem bijvoorbeeld hoge bloeddruk. In de jaren 80 leerden studenten geneeskunde dat een patiënt met een bovendruk van 160 en een onderdruk van 95 een te hoge bloeddruk had, met een verhoogd risico op een hartaanval en beroerte. Maar sinds de ontwikkeling van doeltreffende bloeddrukverlagers gingen die drempelwaarden steeds meer dalen. Het gaat zelfs zo ver dat iedereen die niet 120/80 haalt met een voorschrift naar huis gaat. Tegenwoordig wordt ook een licht verhoogde bloeddruk, die maar een beperkt risico vormt, als een ziekte behandeld.’

‘Tegenwoordig wordt ook een licht verhoogde bloeddruk, die maar een beperkt risico vormt, als een ziekte behandeld’

Jean-Pierre Thierry, arts en gezondheidseconoom

Rekbaar begrip

Die evolutie gebeurde zonder twijfel met de beste bedoelingen. ‘Je kunt stellen dat de verlaging van de diagnostische drempels op een logisch plan gebaseerd is’, erkent Jean-Pierre Thierry. ‘Door mensen met licht verhoogde bloeddruk bloeddrukverlagers toe te dienen, hoopten de specialisten een positieve invloed op de hele bevolking te hebben. Maar we mogen niet blind zijn: het is vooral een goede zaak voor de financiële gezondheid van de farmaceutische industrie. In het geval van ernstige hoge bloeddruk kan het risico op een hartinfarct door een behandeling met bloeddrukverlagers spectaculair verminderd worden. Maar bij mensen met een licht verhoogde bloeddruk heeft deze behandeling geen enkel aantoonbaar effect, behalve een verlaging van de bloeddrukcijfers en bij oudere personen een toename van het aantal valincidenten – een te lage bloeddruk maakt duizelig.

‘We mogen niet blind zijn: het is vooral een goede zaak voor de financiële gezondheid van de farmaceutische industrie’

Dezelfde controverse geldt voor diabetes, nierfalen en te veel cholesterol. ‘In Frankrijk stelde de Haute Autorité de Santé duidelijk dat cholesterolverlagende statines weinig nut hebben voor de primaire preventie’, zegt Jean-Pierre Thierry. ‘Toch worden ze nog steeds talrijk voorgeschreven.’ De cholesterolverlagers hebben het grootste effect in secundaire preventie: bij mensen die al een infarct of beroerte hadden.

Stempel

En wat met de aanpassing van de drempelwaarde voor overgewicht door de Wereldgezondheidsorganisatie? Die werd verlaagd van een BMI van 27 naar een BMI van 25. Op slag ontstond een wereldwijde preobesitas-epidemie, al is die louter een kwestie van statistieken.

‘In de Verenigde Staten bijvoorbeeld steeg het aantal personen met overgewicht op slag van 33 procent naar 49 procent”, stelt dokter Thierry vast. ‘Die kunstmatige verhoging heeft natuurlijk ook de slankheidsdictatuur bevorderd, die de industrie van boeken, recepten, cosmetica en dergelijke die daarop gebaseerd is, doet bloeien en ook de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen aandrijft. Maar een persoon met een BMI van 27 met gemiddelde of intense lichaamsbeweging loopt minder risico op hart- en vaatziekten dan een roker met een BMI van 23 en een zittend leven.’

‘Het feit dat men de stempel ‘bloeddrukpatiënt’, ‘prediabetes’ of ‘nierinsufficiëntie’ opgedrukt krijgt, heeft een psychologische impact’

Het resultaat van de algemene daling van de drempels is dat mensen die voorheen dachten dat ze gezond waren nu plotseling ‘ziek’ zijn. ‘Waarschijnlijk zouden ze zonder veel moeite gezond blijven als ze hun voedingskeuzes enigszins aanpasten, hun alcoholconsumptie verminderden en vooral regelmatig aan lichaamsbeweging deden’, verduidelijkt Jean-Pierre Thierry. ‘Maar het feit dat ze de stempel ‘bloeddrukpatiënt’, ‘prediabetes’ of ‘nierinsufficiëntie’ opgedrukt krijgen, heeft een psychologische impact. Door het label ‘patiënt’ gaan ze hun levenswijze niet verbeteren, maar komen ze in de zeer ongezonde spiraal van de overmedicalisering terecht. Iemand die zichzelf in het algemeen als een ‘zieke’ beschouwt, is veel meer geneigd om bij het minste probleem – slaapstoornissen bijvoorbeeld – geneesmiddelen te nemen, op voorschrift of niet.’

Kwestie van keuzes

De verlaging van de detectiegrenzen bij de screening van prostaatkanker of borstkanker heeft een soortgelijk effect als de vermindering van de drempels voor bepaalde chronische ziekten. ‘Voor prostaatkanker stellen de instanties die verantwoordelijk zijn voor de officiële gezondheidsaanbevelingen in koor dat een systematische screening nutteloos is. En toch is die screening er, op vraag van urologen, met als gevolg te veel prostaatoperaties, die de helft van de mannen na hun operatie incontinent of impotent achterlaten. Een screening zou altijd de keuze van de patiënt moeten zijn, op basis van voldoende informatie. Een kwart van de mannen die de nodige informatie krijgen, weigert de operatie trouwens.’

Screening voor borstkanker, daarentegen, wordt doorgaans wel aanbevolen. Toch is de werkelijke impact op het sterftecijfer veeleer zwak (zie kader) en moet je bij de afweging van de baten en de risico’s rekening houden met overdiagnose en met de overbehandeling van langzaam evoluerende of zelfs onschadelijke kankers. ‘Alle vrouwen tussen 50 en 75 jaar (69 jaar in België, red. ) krijgen om de 2 jaar een uitnodiging voor een mammografie’, aldus Jean-Pierre Thierry. ‘Veel vrouwen vragen er ook zelf om, uit voorzorg, soms al vanaf de leeftijd van 40 jaar. Maar als er geen specifieke risicofactoren in het spel zijn, is er wel degelijk een risico op overdiagnose: er is een vals-positief resultaat met een biopsie als gevolg, of er wordt een onschadelijk gezwel aangetroffen.’

Toch maar screenen?

In 2012 bevestigde een onderzoek op initiatief van de Euroscreen Working Group dat het voordeel van een screening op borstkankersterfte iets groter was dan het nadeel van een overdiagnose. Volgens de schattingen van de deskundigen zullen 67 van de 1000 vrouwen tussen 50 en 79 jaar die de screening weigeren, met kanker te maken krijgen en zullen 30 van hen aan kanker sterven. Van alle 1000 vrouwen die tussen de leeftijd van 50 en 69 jaar wel elke 2 jaar gebruikmaken van de screening met mammografie (en dan tot de leeftijd van 79 worden opgevolgd) krijgen 71 de diagnose borstkanker. 21 à 23 van hen zullen aan kanker sterven. Door de screening worden dus 7 à 9 sterfgevallen vermeden, maar worden ook 4 bijkomende kankers opgespoord.

Raadt Thierry de screening dan af? ‘Helemaal niet. Ik pleit er enkel voor dat alle vrouwen – vooral als er geen familiale voorgeschiedenis en geen specifieke risicofactoren zijn – duidelijk geïnformeerd worden over de voor- en nadelen van borstkankerscreening in de huidige vorm en dat ze zelf kunnen kiezen om er al dan niet aan deel te nemen, zonder onder druk te worden gezet. Zoals ook de experts van het Cochrane Centre samenvatten: “Het kan verstandig zijn aan de borstkankerscreening met mammografie deel te nemen, maar het kan net zo verstandig zijn om dat niet te doen.”‘

Mensen moeten er dus over nadenken. ‘Dat is inderdaad het advies dat ik geef aan iedereen die een arts raadpleegt. De ideale patiënt die steeds zonder discussie akkoord gaat, loopt in feite gevaar. Aarzel niet om dingen ter discussie te stellen en die vragen ook aan je arts voor te leggen.’

Jean-Pierre Thierry en Claude Rambaud, Trop soigner rend malade, Albin Michel, 2016.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content