De ministers van Volksgezondheid van Latijns-Amerika hebben in Montevideo crisisberaad gehouden over de uitbreiding van het zikavirus. Ze beslisten tot grensoverschrijdende actie tegen tijgermuggen.
De conferentie werd georganiseerd door Brazilië, dat met 1,5 miljoen verdachte gevallen het meest getroffen is door het virus. Maar het land kreeg ook kritiek, onder meer van de Verenigde Naties, omdat het niet genoeg bloedstalen en data ter beschikking stelt om de evolutie van het virus te kunnen onderzoeken.
In de hoofdstad van Uruguay kwamen de vertegenwoordigers van de tien landen uit Zuid-Amerika samen, net als Mexico, Costa Rica en de Dominicaanse Republiek en de directeur van de pan-Amerikaanse gezondheidsorganisatie (PAHO), Carissa Etienne.
Het zikavirus wordt vooral overgedragen via de tijgermug en zou bij zwangere vrouwen aan de basis liggen van afwijkingen bij de foetus. Dat verband ligt wel nog niet helemaal vast. De voorbije week is het aantal baby’s met microcefalie, een te kleine schedel en mogelijk mentale achterstand, onrustwekkend gestegen in Brazilië.
Bloedstalen
Er is nog geen betrouwbare test om uit te maken of iemand besmet is met het zikavirus en er is ook geen vaccin.
De gezondheidsministers spraken woensdag af om over de nationale grenzen heen actie te ondernemen. Wetenschappelijke informatie zal worden uitgewisseld en ook de verdelging van de mug zal grensoverschrijdend gebeuren. Omdat veel afhangt van de voorzorgen die de bevolking neemt, zullen de informatiecampagnes uitgebreid worden. Brazilië kreeg echter ook kritiek. Het verzamelt amper bloedstalen, omdat de wet dat erg moeilijk maakt, bericht het persagentschap Associated Press. En die stalen zijn nodig om onderzoek te kunnen doen naar de verspreiding van het virus en de link met microcefalie, en om een vaccin te kunnen ontwikkelen.
(Belga/RR)
