Urbain Vandormael
Eigen auto geen prioriteit meer voor jongeren
Autokosten zijn de op een na grootste uitgavenpost voor een gezin. Voor vele jongeren is een eigen auto stilaan onbetaalbaar geworden. Die studeren langer en hebben ook geld nodig voor een laptop en smartphone.
Jongeren tussen 18 en 25 vormen een zeer heterogene groep. Mobiliteit is belangrijk voor hen, de manier waarop is dat veel minder. Via het internet zoeken zij naar de goedkoopste en snelste manier om zich te verplaatsen. Blijkt dat het openbaar vervoer te zijn, dan nemen ze op de trein, tram of bus. Ondertussen luisteren zij naar hun mp3-player of sms’en met een vriend of vriendin. Dat is pas vrijheid. De auto daarentegen wordt vereenzelvigd met files, stress en stinkende uitlaatgassen. Of met weekendongevallen, dure autorijlessen en buitensporig hoge verzekeringspremies.
Dat een eigen auto niet langer een topprioriteit is voor jongeren, is echter nog niet doorgedrongen tot de autobazen. Die geven weliswaar veel geld uit aan reclame en imagocampagnes maar investeren (te) weinig in onderzoek naar wat jongeren vandaag bezighoudt. Waardoor hun boodschap vaak niet goed aankomt bij de doelgroep.
Jongeren maken, jongeren kraken
Zoals gezegd, jongeren tussen 18 en 25 vormen een zeer heterogene groep. De ene helft studeert aan hogescholen en universiteiten en moet bierglazen afwassen om zijn kot te kunnen betalen. Een eigen auto is het minste van hun zorgen. De andere helft werkt of is werkzoekende en beschikt over eigen inkomsten. En dat opent perspectieven. Want wie voor zijn werk verre verplaatsingen moet doen, kan moeilijk zonder auto. En dan stelt zich de vraag: welke auto kopen? De kennis en interesse voor automechaniek bij jongeren worden overschat, ook bij het mannelijke deel van het doelpubliek. Wie studeert er nog voor automekanieker en wie slaat er nog automagazines op na? Goede raad halen ze bij hun ouders en vrienden, of op het internet. De overgrote meerderheid van de gespecialiseerde websites leeft echter bij de gratie van de autonijverheid, wat vragen oproept over de objectiviteit en betrouwbaarheid van de berichtgeving. Ook bij jongeren.
Omdat we hier te maken hebben met een zeer heterogene groep, zou je verwachten dat de automerken zwaar investeren in onderzoek naar jongerencultuur en trends. Maar dat is niet het geval en verklaart mede waarom de automerken er niet meer in slagen om de jongeren – als groep – te begeesteren voor het fenomeen auto of erger nog, met verkeerde producten uitpakken. Op dat punt zijn jongeren onverbiddelijk. “Zij maken, zij kraken!” Dat zegt Maarten Leyts van het Oost-Vlaamse bedrijf Trendwolves dat onderzoek verricht naar jongerencultuur.
Jongeren willen niet kiezen
“Door het overaanbod aan informatie over alles en nog wat slagen vele jongeren er niet in om het kaf van het koren te scheiden. Zij lijden aan keuzestress en willen gewoonweg niet kiezen. Zij baseren zich op reviews van gebruikers of leggen de verantwoordelijkheid bij hun ouders of vrienden.” Dat verklaart volgens Maarten Leyts waarom de Europese merken zo in de smaak vallen bij jongeren. “De Aziatische merken lagen tot voor enkele jaren slecht in de markt bij de oudere generatie en zij hadden evenmin een trendy imago.” Dat zij nu hoog scoren op het vlak van duurzaamheid en lage onderhoudskosten speelt volgens hem geen rol. Jong en oud kopen een auto op basis van emotionele overwegingen en houden weinig of geen rekening met rationele argumenten.
Over merkvoorkeuren gesproken. Volkswagen staat op nummer één, gevolgd door Opel, Peugeot, Citroën en Renault. Dat de Franse merken in de meerderheid zijn, heeft te maken met het ruime en gevarieerde aanbod van kleine en relatief goedkope wagens van de kant van de Franse constructeurs. Dat Citroën en Renault er nog altijd niet in geslaagd zijn een eigentijdse remake te maken van de legendarische Deux Chevaux en R 4 is onbegrijpelijk en valt niet goed te praten. Zowel de 2 PK als de R 4 bezaten immers alles waar een jong hart van droomt… ze waren origineel, goedkoop, praktisch en compromisloos. Meer moet dat niet zijn.
Autorijden uit noodzaak
Ondertussen zien we dat jongeren liever geld uitgeven aan een laptop of gsm dan aan een rijbewijs. Maarten Leyts: “In de jaren tachtig en negentig vond iedereen het vanzelfsprekend dat 18-jarigen autorijschool volgden. Vandaag stellen we vast dat heel wat jongeren – exacte cijfers hebben we niet – wel een universitair diploma bezitten maar geen rijbewijs. Zolang de noodzaak hen niet dwingt, nemen zij liever de fiets of de trein.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier