Welkom in de wondere wereld van superstilist-speelvogel Paul Claes

Paul Claes schreef een veelzijdig en bijzonder onderhoudend woordenboek van alle mogelijke stijlfiguren. © Saskia Vanderstichele

Het ‘Groot retorisch woordenboek’, het eerste Nederlandstalige stijlwoordenboek van Paul Claes en Eric Hulsens, is zoveel meer dan een naslagwerk maar ook een compacte literatuurgeschiedenis met talloze, soms hilarische voorbeelden uit film-, song – en natuurlijk literaire teksten.

Van aanblazing (of aspiratie) tot zinsstaart (of clausule): Paul Claes maakte met het ‘Groot retorisch woordenboek’ het eerste volledige Nederlandstalige stijlfigurenwoordenboek dat echter zoveel meer is dan een naslagwerk maar ook een plezierboek, een geschiedenisboek en een doorbladerboek voor op het nachtkastje, waar bij elk lemma iets te beleven valt.

Puistig provoceren

Nooit geweten trouwens dat het Nederlands zoveel stijlfiguren en retorische trucjes in petto heeft. Opperstalmeester Paul Claes laat samen met co-auteur Eric Hulsens meer dan 160 dichtbedrukte bladzijden los op de lezer met daarin alle mogelijke verbale handigheidjes. Wie nu nog verlegen zit om een stijlbloempje, weet waar naartoe.

Puistig provoceren op een podium is geen poëzie, aldus Ilja Leonard Pfeijffer in Claes' lexicon met een sneer naar de huidige performance poets.
Puistig provoceren op een podium is geen poëzie, aldus Ilja Leonard Pfeijffer in Claes’ lexicon met een sneer naar de huidige performance poets.© Belga

Maar wat van dit naslagwerk dus iets bijzonders maakt, zijn de toelichtingen bij de verschillende stijlfiguren. Neem nu bijvoorbeeld de alliteratie. Niet alleen worden de diverse functies van het letterrijm doorgenomen – van komisch en expressief tot nonsensicaal – maar ook de genres waarin het wordt gebruikt komen aan bod, en dat doorspekt met de meest hilarische voorbeelden: ‘Puistig provoceren op een popi podium is geen poëzie / want poëzie is geen performance’, aldus Ilja Leonard Pfeijffer. Claes, die als geen ander zijn literatuurgeschiedenis kent, duikelt de meest treffende citaten op om tongue in cheek ook commentaar te geven bij de literaire actualiteit.

Flic en Ford

Als hij het onderwerp van het eufemisme aansnijdt, komt hij ook te spreken over de context van framing waarin de verbloeming vandaag vaak wordt gebruikt: een winstwaarschuwing heet het dan (in plaats van waarschuwing voor tegenvallend bedrijfsresultaat) of prijsaanpassing (voor prijsverhoging) en werkzoekende (in plaats van werkloze).

Dat Claes dit lexicon onder anderen opdraagt aan Hugo Brandt Corstius is veelzeggend. Als Battus was Corstius verantwoordelijk voor het Opperlands waarin de gekste stunts met onze taal werden uitgehaald tot lering en vermaak van de lezer. Of wist u misschien dat flic een komisch letterwoord is voor Fédération libre des imbéciles casqués en dat het automerk Ford in dezelfde spottende teneur als een acroniem voor Formidabele oude rammelende doodskist kan worden gelezen?

Claes, de taalmeester-encyclopedist, is de opvolger van Corstius-Battus maar voegt daar nog zijn literatuurhistorische bagage aan toe én zijn vertaalkunsten want de talloze in het origineel uitgespelde voorbeeldzinnen krijgen ook een passende Nederlandse vertaling mee tussen haakjes.

Paul Claes en Eric Hulsens, ‘Groot retorisch woordenboek. Lexicon van stijlfiguren’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 160 blz., 22,50 euro

Frank Hellemans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content