De Noorse misdaadauteur Jo Nesbø, tekstschrijver van de tv-serie ‘Occupied’ op Canvas, treedt met ‘Middernachtzon’ in de voetsporen van Fjodor Dostojevski’s kortverhaal ‘Witte nachten’.
Jo Nesbø is de schrijver van milde achterdocht en dappere verscheurdheid: van de aanvaarding van verlies. De tv-reeks ‘Occupied’ heeft een diplomatieke rel uitgelokt tussen Rusland en Noorwegen, omdat Nesbø de lepe strategie van de uitlokpolitiek en van de gestadige bezetting van het land door vreemde troepen in al zijn pijnlijke doorzichtigheid blootlegt. De gevolgen voor de mens met een geweten zijn rampzalig. Het sociale imago van de gematigde bemiddelaar wordt uiteengereten door radicalisme en etiketplakkerij.
‘Occupied’ revisited
In zijn nieuwe thriller, ‘Middernachtzon’ (uitgeverij Cargo), herneemt hij in feite op persoonlijk niveau wat ‘Occupied’ maatschappelijk aanroert. Als uitgangspunt geldt de onverenigbaarheid van visies. Traditie en geweten botsen met elkaar. De keuze voor het noordoostelijkste deel van Noorwegen als setting, Finnmark, lag voor de hand. Oost en West botsen er met elkaar: de Germaanse cultuur met die van de Lappen, de Sami. De lankmoedige lutherse gematigdheid met de rigide levenshouding van de Laestadianen. Daarop ent zich nog een dubbele tegenstelling: een morele en een tellurische. Wat doet een formalistisch raster met een mens, wat is misdaad, wat is rechtlijnigheid ? En welke invloed heeft de veeleisende natuur op de menselijke geest ?
Het verhaal speelt zich daarom af in een meer beschutte streek boven de poolcirkel, de fjorden tussen Kåfjord en Alta, waar de kou minder een rol speelt dan de slapeloosheid. “Midden in de nacht stapte ik uit de bus en ik moest mijn ogen dichtknijpen tegen de zon die in het noorden net boven een eiland in de zee uit piepte. Rood en vermoeid. Net als ik”.
Kortverhaal van Dostojevski
De “witte nachten” die Nesbø beschrijft ontleent hij aan een kortverhaal uit 1848 van Fjodor Dostojevski, dat zich afspeelt in Sint-Petersburg. Daarin redt een eenzame “dromer” tijdens een nacht waarin de zon nooit ondergaat een jonge vrouw van een opdringerige man. De vrouw bloeit open maar hecht aan een verwachting. Noli me tangere houdt de vervulling van een gedane belofte in. Nesbø heeft dat thema omgezet naar een verlaten streek, waarin vooroordelen en strikte regels het overleven waarborgen. Net als bij Dostojevski doet de hoofdpersoon het verhaal – anders dan bij Dostojevski loopt het niet op een sisser af.
De reis van Jon (die zich om begrijpelijke redenen Ulf laat noemen) naar het noorden is een vlucht uit gewetensnood en zelfbehoud. Jon was een huurmoordenaar en afperser in dienst van drugmagnaat de Visser, die we al uit vorige thrillers kennen. Maar hij eet van twee walletjes door een terdoodveroordeelde oplichter, Toralf, te laten leven en naast de executiepremie diens smeergeld op te strijken. Dat is de Visser onderschatten Hij zet altijd een controleur op de controleur. Jon (Ulf) is daardoor aangeschoten wild, en wordt zelf een doelwit. Het zijn de ontwijkingsmaneuvers die de hoofdmoot uitmaken van het achtervolgingsepos.
Zweedse Pieter Jan De Smedt
Ulf valt terug op alle, ook gewantrouwde, hulp die hij kan krijgen. Die van de brandewijnverslaafde krombenige Mattis (maar ook gemachtigd vertegenwoordiger van de Noorse overheid), die van de belaagde en mishandelde (maar karaktersterke) Lea, die van haar nieuwsgierige zoontje Knut. Een clash van belangen, geloof, overtuigingen en noodwendigheden. Want Ulf wordt door de inboorlingen al snel ontmaskerd als de onwennige jager die hij voorgeeft te zijn. Zelf voelt hij zich uitgestoten, aangestaard, en gewogen door de hechte gemeenschap die de Laestadianen vormen.
Lars Laestadius was een moralistisch prediker en botanicus, die de Sami door strikte leefregels wou afhouden van hun alcoholverslaving, een beetje zoals zoals Pieter Jan De Smedt de indianen van hun vuurwater wou verlossen. Laestadius (1800-1861) was eigenlijk een Zweed. Hij trouwde met een Samivrouw, en predikte in de plaatselijke talen. Door hun hechtheid, die vaak de Amish in de VS oproept, is bij de Laestadianen de sociale kontrole (en verplichte onderdanigheid) ook bijzonder sterk. Dat zorgt voor verwarring bij de sekuliere Noren, zoals Ulf. Diverse talen (er wordt Sami, Fins en Noord gepraat) en diverse religieus verordende verbodsregels maken open kommunikatie bijzonder moeilijk. Komt bij dat Lea’s echtgenoot Hugo een tweelingbroer heeft, Ove, die allebei losse handjes hebben. Verwarring alom. Want Lea’s diepgelovige vader strijdt met zijn eigen duivels. “Ben je van plan haar mee te nemen ?” Voor iemand die recht in de leer is en nooit iets anders heeft gekend, is dat een verontrustende gedachte. Zeker als Ulf antwoordt: “Ik ben een man op doortocht, jullie zullen me weldra kwijt zijn en dan is alles weer zoals het was. Zoals jullie het kennelijk willen hebben”. Het omineuze antwoord onthult veel: “Ben je daar zeker van ?” Van weggaan of van stilstand ? Van gehoorzaamheid of van verlossing ?
Witte nachten
De doorslaggevende fazen zullen een overwogen zelfmoord, een gelukkige misrekening, en vooral een elandbok zijn. Ook dat is een deel van Nesbø’s genie. Welke rol kan een makke, maar bronstige eland spelen om Ulf te laten optornen tegen zijn belagers ? Misschien gaat het Nesbø uiteindelijk minder om de menselijke psyche dan om de gevoelloze natuurprocessen, waar je, naar gelang van je opties, je voor- of nadeel mee doet. De Witte Nachten bepalen het overlevingsinstinct en de vreemde geluiden de acties van de hoofdpersonages. Angst is het naderende onweer – “‘Het onweert hier nooit’, zei ze, ‘Het is hier te koud’.” Maar op het cruciale moment verdwijnt een karabijnschot wel in het gebulder van het gedonder. Verdwijnt de identiteit ook in de verwisseling van personages. Klokgelui is de morse van de lege gebieden. Het zal wel het leven van Ulf redden. Want uiteindelijk vermengt de nuchtere overweging zich met de bijgelovige voorspelling in een omgeving die het strikte geloof als leidraad neemt. “Je zult op je spiegelbeeld schieten” wordt dan de mantra en de noodlottige bestemming van Ulf.
Beheersing door de natuur
Maar is het wel noodlot ? Of net zijn bevrijding ? Nesbø zou Nesbø niet zijn, als hij geen eigenzinnige draai gaf aan zijn letterkundig voorbeeld, Dostojevski. In ‘Witte Nachten’ wint de platonische, uitgestelde liefde het van de onmiddellijk beschikbare en hulpvaardige vriend. In ‘Middernachtzon’ worden dag en nacht uitgevlakt, en wint de betrouwbaarheid het van de opgelegde principes. Misdaad verliest zijn absolute waarde, zonde eveneens. En net dat bewijst de wankele grondslag van geloof. Want “elke keer als hij (de predikant) het Woord verkondigt moet hij zichzelf confronteren met zijn eigen overtuiging, hij moet het voelen want hij weet dat twijfel in het geloof zijn stembanden zal doen trillen”. En als er onvoldoende geloof is? “Dan moet je geloven dat (…) onderwerping, het niet-zondigen, ook in het aardse leven van waarde is voor de mens”.
Erkenning van de eigen tekorten, vrede nemen met de beperking van menselijke kenbaarheid, dat is het motief dat Nesbø trekt uit de gevoelloze beheersing door de natuur. Assimilatie, mimicry is de sleutel tot overleving. In de natuur, in de maatschappij. Maar net de twijfels maken het leven boeiend en de literatuur mogelijk. Dat oproepen, daar is Nesbø helemaal in geslaagd.
Lukas De Vos
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier