Climate fiction heeft warme wind in de rug
We worden om de haverklap om de oren geslagen met verontrustende klimaatberichten. Vrolijk worden we er niet van, maar het levert ons wel een interessant nieuw literair genre op: CliFi of climate fiction.
Het water staat Engeland aan de lippen. Het zuiden en de Thamesvallei kampen al sedert december met wateroverlast en het einde is nog niet in zicht. Terwijl grote delen van de Verenigde Staten nu al sinds januari gegijzeld worden door extreem winterweer, beleefde Alaska in januari een zwoel wintertje waarbij sneeuw begon te smelten en flora en fauna het noorden kwijt raakten. De niet zo verrassende grote oorzaak: wijzigende weerpatronen als gevolg van klimaatopwarming.
In maart komt het klimaatpanel van de VN naar buiten met een rapport waarin de voorspellingen in verband met de opwarming van de aarde en de gevolgen ervan voor klimaat, mens en dier worden bijgespijkerd. Omdat wij niet kunnen wachten om ons voor te bereiden, verdiepen we ons nu al in een paar kleurrijk vertelde doemscenario’s, schoolvoorbeelden van een jong genre verhalen onder de noemer CLiFi of climate fiction. En dat hoeven niet per se rampenverhalen te zijn waar pakweg regisseur Michael Bay een patent op heeft.
Lagune Londen
Voor wie wil weten welk lot Londen te wachten staat, is ‘De verdronken aarde’ van J.G. Ballard (oorspronkelijke titel uit 1962: ‘The Drowned World’) een absolute must-read. In deze gouwe ouwe apocalyptische sciencefictionroman is Londen anno 2145 een tropische lagune geworden, waar alleen nog de toppen van de hoogste gebouwen boven het water uitkomen, waar leguanen de dienst uitmaken en waar het enige menselijke leven dat van een groepje onderzoekers en militairen is, die er de in spoedtempo veranderende natuur bestuderen, in de ijdele hoop deze en andere Europese steden ooit weer bewoonbaar te maken.
Alleen, die opwarming van de aarde blijft maar doorgaan, waardoor de polen de enige plaatsen zijn waar nog menselijke beschaving die naam waard mogelijk is. De groep moet dan ook worden geëvacueerd. De koppige blijvers wacht vreselijke nachtmerries en ze zakken psychisch weg in een soort van onderbewuste oerstaat. De oorzaak is bij Ballard niet het broeikaseffect maar een verhoogde zonneactiviteit. De gevolgen van de opwarming van de aarde die hij beschrijft en de tijdspanne waarbinnen deze zich zal voltrekken, komen echter angstvallig in de buurt van de meest pessimistische prognoses bij het uitblijven van grootschalige actie, zoals blijkt uit een recente documentaire van de BBC.
Zondvloed en zon in overvloed
‘De verdronken aarde’ – dat zelf al verder bouwt op een universeel apocalyptisch zondvloedthema – kreeg, naarmate de impact van de mens op het milieu meer op de internationale agenda kwam te staan en de relatie tussen menselijke activiteit en de opwarming van de aarde wetenschappelijk werd bewezen, heel wat navolging. Fysicus en sciencefictionauteur David Brin beschreef in 1990 in ‘Aarde’ een wereld geteisterd door een alles verschroeiende zon. Ook bij hem zijn alleen de regio’s dichter bij de polen nog leefbaar voor mensen. De mensheid werd getroffen door een huidkankerepidemie en probeert nog wat beetjes flora en fauna te redden in hoogtechnologische arken, die naast beschutting tegen water ook beschutting tegen de zon bieden.
Recenter wist ‘The Windup Girl’ van Paolo Bacigalupi hoge ogen te gooien: in 2009 de negende beste roman volgens Time, en bekroond met de Nebula Award en de Hugo Award, de twee belangrijkste sciencefictionprijzen. Het boek voorspelt weinig goeds. In de 23ste eeuw is de zeespiegel fors gestegen, waardoor Bangkok, waar het verhaal zich afspeelt, onder zeeniveau ligt, maar dankzij bescherming door dijken bewoonbaar blijft. De wereldmacht is in handen van biogenetische bedrijven en de olie- en gasvoorraden zijn op. De Britse krant The Guardian was uiterst positief over ‘The Windup Girl’: “‘The Windup Girl belichaamt wat sciencefiction kan bereiken: het herschept de realiteit op een meeslepende manier die tot nadenken aanzet.”
Collectief kopje onder
De apocalyptische verwachtingen die gepaard gaan met de opwarming van de aarde lenen zich uiteraard voor dystopische sciencefiction, en het was Dan Bloom, de auteur van zo’n werk, die (deels om zijn roman te profileren) in 2012 met de term op de proppen kwam. Niet dat het de verkoop van ‘Polar City Red’ vooruit hielp. Het boek verkocht aanvankelijk slechts 271 exemplaren, maar doet het aanzienlijk beter sinds hij als bedenker van de genrenaam onder de aandacht kwam.
Fictie over de klimaatproblematiek hoeft zich niet per se in een toekomst af te spelen waarin de wereld onherroepelijk om zeep is. Barbara Kingsolvers ‘Vluchtgedrag’ en Ian McEwans ‘Solar’ bijvoorbeeld spelen zich hier en nu af en belichten respectievelijk de kleine tekenen aan de wand die wijzen op blijvende veranderingen in het klimaat en de moeilijkheid voor wetenschappers om de klimaatproblematiek genuanceerd onder de aandacht.
Of deze twee werken broodnodig het label CliFi moeten opgeplakt krijgen, zoals in nogal wat lijstjes van dit genre gebeurt, is zeer de vraag. Immers, zoals altijd hangt er een ranzig, commercieel geurtje aan een lekker bekkende genrenaam die plots veelvuldig wordt gebruikt. Maar wie maalt daar om, als we uiteindelijk toch collectief kopje onder gaan?
Jeroen Bert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier