Arthur Japin – Vaslav

Hoe kun je het best van iemand houden? In zijn roman onderzoekt Arthur Japin drie verschillende manieren van liefhebben.

Arthur Japin – Vaslav

Uitgeverij: De Arbeiderspers, Amsterdam

Aantal pagina’s: 372

Prijs: 21,95 euro

ISBN: 978-90-295-7297-2

Verschijnt op 6 september

De titel draagt zijn voornaam. Het omslag toont een tekening van hem in een van zijn kostuums. Toch gaat Vaslav niet over de beroemde balletdanser Vaslav Nijinski (1890-1950).

De nieuwe roman van Arthur Japin is het verhaal van drie mensen die Nijinski het dierbaarst waren. En van hun liefde en bewondering voor hem. Impresario Sergej Diaghilev, echtgenote Romola Pulszky en bediende Peter houden elk op hun eigen manier van hem. Alle drie kunnen ze zich slecht inleven in de liefde van de anderen – en voelen dus veel ergernis voor elkaar.

In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog was Nijinski de grote ster van Les Ballet Russes. Het gezelschap van Diaghilev ontketende met de muziek en decors van grote avant-gardekunstenaars als Igor Strawinsky en Pablo Picasso een revolutie in de wereld van de dans. Het schandaal van Le Sacre du Printemps in 1913, waarvan Nijinski de choreografie ontwierp en de hoofdrol danste, geldt nog altijd als ijkpunt in de geschiedenis van de moderne kunst.

In hetzelfde jaar kwam het tot een breuk tussen Diaghilev en Nijinski, die een intense maar moeizame relatie hadden. Op tournee naar Argentinië, waar de impresario wegens zijn angst voor de zee ontbrak, liet Nijinski zich inpalmen door een danseres: de Hongaarse gravin Romola Pulszky. Ze trouwden meteen aan boord van het schip op weg naar Buenos Aires. Zodra Diaghilev daarvan op de hoogte werd gesteld, ontsloeg hij Nijinski per telegram.

Het is goed voor te stellen dat Arthur Japin zich aangetrokken voelde tot dit dramatische verhaal. Hierin kan hij al zijn ideeën kwijt over zijn thema: de liefde. De liefde die de brandstof is voor al ons handelen. De liefde die in ieders leven op een verschillende manier van beslissende invloed is. En daarom soms moeilijk is voor anderen om te begrijpen.

Japin laat dat mooi zien door vanuit drie personages het tragische hoogtepunt in het leven van de schizofreen geworden danser – 19 januari 1919, de laatste keer dat hij danste – te beschrijven.

Voor bediende Peter is Nijinski een opening naar een andere wereld. Nooit had hij iets anders gedaan dan wat van hem werd verwacht, nooit verliet hij het dal, lijdzaam accepteerde hij wat het leven hem bood.

Maar Nijinski leert hem dat wat je ooit is aangeleerd als eeuwig vaststaand, dat niet is. Dat vervult Peter met bewondering en dankbaarheid. Nijin-ski’s gekte zet hem aan haast te maken om zijn eigen leven te gaan leiden: ‘Dingen waar je van droomt moet je niet te lang laten liggen.’

Voor Diaghilev maakt Nijinski zijn failliet schrijnend zichtbaar. Niemand was hem ooit zo na gekomen als zijn sterdanser. Maar zijn overtuiging dat zijn onhandige, grote lichaam hem onwaardig maakte om van te houden, stond hun geluk voor altijd in de weg.

De mentale neergang van Nijinski maakt het besef alleen maar pijnlijker. De danser verkondigt steeds luider dat niets belangrijker is dan de liefde – de liefde waar Diaghilev zich juist van had afgekeerd.

Voor Romola is Nijinski een project. De Hongaarse gravin is het prototype van de vrouw die voor haar liefde vecht. Ze heeft alleen leren dansen om haar grote liefde te kunnen veroveren. De afkeer van anderen voor haar laat haar koud: ‘Zodra ik mijn man zag, hield ik van hem zoveel als menselijk mogelijk is, (…) sinds wanneer is dat een misdaad?’

Al hun verhalen zijn in Vaslav hecht aaneengesmeed rond Nijinski’s laatste optreden. Helaas niet hecht genoeg. Als Romola aan het woord komt, is het dertig jaar later. Ze vertelt uitgebreid wat er allemaal is gebeurd nadat de ziekte van haar man manifest is geworden: de opnames, de vlucht tijdens de Tweede Wereldoorlog, de schaarse oplevingen. Dat geeft het gevoel dat je een epiloog leest nog vóór je bij de climax van de roman komt: de laatste voorstelling zelf.

Toch is Vaslav een betere Japin dan zijn voorganger, De overgave. Waar Japin zich in die roman te buiten ging aan soms al te apodictisch geformuleerde aforismen die de betekenis van de gebeurtenissen kracht moesten bijzetten, heeft hij in dit boek een betere balans gevonden tussen verhaal en aforistische toelichting.

De typische Japinuitspraken ontbreken niet: ‘Vechtlust voelde ik, alsof het leven en ik die dag eindelijk open kaart speelden.’ Maar hij vermengt ze op een natuurlijker wijze in het plot.

Arthur Japin
Geboren in 1956 in Haarlem.

Debuteerde in 1996 na een carrière als acteur met de verhalenbundel Magonische verhalen.

Won in 2004 de Libris Literatuurprijs voor Een schitterend gebrek.
Vaslav is zijn vijfde roman.

Dit najaar overschrijdt Japin de grens van één miljoen verkochte boeken

.

Maarten Dessing

Partner Content