Zware beroepen: ‘Er is geen lijst’
Het is de regering die beslist over het dossier van de zware beroepen, niet de vakbonden. Dat heeft vicepremier Alexander De Croo (Open VLD) gezegd bij aanvang van de ministerraad. ‘In mijn ogen bestaat er geen lijst’.
De christelijke en liberale vakbonden sloten woensdag een akkoord af met pensioenminister Daniel Bacquelaine over wie wel dan niet een zwaar beroep uitoefent bij de overheid. Wie een zwaar beroep uitoefent, zal ofwel vroeger op pensioen kunnen of een hoger pensioen krijgen. Dat akkoord omvat ook een lijst met zware beroepen, die voor de vakbonden te nemen of te laten is.
Er kwam al snel kritiek op de uitgebreide opsomming van overheidsberoepen. ‘Voorbarig‘, omschreven regeringspartijen Open VLD en N-VA al gauw de lijst. Er moet bovendien overeenstemming zijn tussen de lijsten voor de privé en de publieke sector, klonk het.
‘We moeten iedereen recht in de ogen kunnen kijken, ook de bouwvakker die in weer en wind werkt’
Alexander De Croo, vicepremier
Open VLD-vicepremier De Croo sloot zich vrijdag aan bij de kritiek. ‘We moeten iedereen recht in de ogen kunnen kijken, ook de bouwvakker die in weer en wind werkt en de zelfstandige die zeven dagen op zeven werkt. Ik ben niet zeker dat dit nu het geval is’, dixit De Croo. ‘In mijn ogen bestaat er dan ook geen lijst. De mening van de vakbonden is interessant, maar het is de regering die beslist’.
De Croo ontkende ook dat er een lijst werd opgesteld tijdens de vergadering binnen het comité A, het hoogste overlegorgaan voor de openbare sector. ‘De lijst is niet bediscussieerd binnen het comité A’.
Pensioenminister Bacquelaine (MR) liet bij aanvang van de ministerraad verstaan nog steeds te mikken op een akkoord over de zware beroepen voor de zomer. Hij noemde de kritiek op de lijst prematuur. Over de omvang de lijst – zowat de helft van de overheidsberoepen staat er op – wees de minister er op dat al snel wordt vergeten dat de bestaande uitzonderingsregimes voor ambtenarenpensioenen worden afgeschaft, waar vandaag nog 65 procent van de ambtenaren onder vallen.