Veli Yüksel (Open VLD)
‘Wij hebben niks met terroristen te maken en toch worden we er op aangesproken. Dat is beledigend’
‘Beknibbelen op de budgetten van onze politiediensten staat op dit moment gelijk aan het beknibbelen op onze veiligheid’, schrijft Veli Yüksel (CD&V) naar aanleiding van de oprichting van de tijdelijke terreurcommissie in het parlement.
Yassine Boubout werd in een winkelcentrum op zijn knieën gezet, met een geweer tegen het hoofd. Mohammed Ouaamari werd door een zwaar bewapend antiterreurteam uit een auditorium gehaald, omdat hij op twitter een grapje had gemaakt.
Ze hebben allebei niks te maken met terrorisme. Zoals ook wij niks te maken hebben met terrorisme, en toch werden zij en worden wij daar op aangesproken. Yassine en Mohammed met een politieverhoor. Jullie op jullie werk door collega’s. Ik hier in het parlement.
Wij hebben niks met die terroristen te maken en toch worden we er op aangesproken. Dat is pijnlijk en beledigend.
‘Wij hebben niks met terroristen te maken en toch worden we er op aangesproken. Dat is beledigend’
Sommige anderen kijken in onze richting, niet omdat ze ons verdenken, maar omdat ze onze raad vragen. Hoe zit dat nu in Molenbeek of Schaarbeek? Waarom radicaliseren die jongeren? Wat kunnen we daaraan doen? Moeten we radicale imams wegsturen? Kunnen we Daesh inperken door Noord-Syrië te bombarderen?
Ik hoor in het parlementaire halfrond en daarbuiten veel vragen en ik heb ook niet alle antwoorden. Maar ik verwelkom de vragen. Ik ben blij dat we gesprekspartners zijn. Wij hebben expertise en ervaring te bieden. Ik hier in het parlement, jullie vanuit het middenveld.
Allochtoon middenveld
Ik ben altijd een groot voorstander geweest van een allochtoon middenveld met de meest diverse organisaties. In mijn boek ‘Nergens beter dan thuis’ heb ik beschreven hoe jammer het is dat allochtonen, zo verspreid in het middenveld staan. Hoe vaak in het verleden een breed front van allochtonen-organisaties niet mogelijk was, door interne twisten. We hebben veel verenigingen nodig, die bovendien op een volwassen manier kunnen samenwerken met elkaar.
Je voelt nog altijd de dreiging nog altijd hangen in Brussel en zeker in en rond het Federale Parlement. Want het thema is vandaag niet abstract. Het is zeer concreet. Militairen buiten. Democratie hier binnen. Veiligheid langs de andere kant, persoonlijke vrijheden langs de andere kant. Hoe gaan we daarmee om? Hoe combineren we die twee?
‘De nieuwe maatregelen mogen onze vrijheden niet meer aantasten dan nodig.’
De bevolking in dit land maakt zich zorgen en vraagt terecht dat we de daders opsluiten, dat we aanslagen voorkomen. Eerder dit jaar, na Charlie Hebdo in Parijs en de verijdelde aanslag in Verviers, lanceerde de regering al twaalf maatregelen in de strijd tegen het terrorisme. Nu, na Parijs, worden nog eens 18 bijkomende maatregelen voorgesteld.
Bij elk daarvan moeten we de afweging maken: veiligheid aan de ene kant, vrijheden aan de andere kant. Moeten we de gegevens van passagiers van internationale treinen en vliegtuigen in een database steken? Is het voldoende om een hoodie en een rugzak te dragen, om een geweer tegen je hoofd te krijgen? Verbieden we prepaid simkaarten? Steeds moet de afweging gemaakt worden.
Proportionaliteit lijkt hier het sleutelwoord te zijn. De maatregelen mogen onze vrijheden niet meer aantasten dan nodig. Maar laat er geen twijfel over bestaan: sommige daarvan zullen noodzakelijk zijn om onze veiligheid en de rechtsstaat te vrijwaren.
Een van de kernprincipes van de rechtsstaat is de scheiding der machten: het parlement hier maakt de wetten, de regering past deze wetten toe en de rechtbanken spreken sancties uit.
‘Sterke inlichtingen- en politiediensten zijn noodzakelijk in een rechtsstaat, hoewel dat voor sommigen misschien tegenstrijdig kan lijken.’
Die drie controleren elkaar in een precair evenwicht van checks and balances. Daarom ben ik in tegenstelling tot vele collega’s van de meerderheidspartijen een groot voorstander van de tijdelijke parlementaire commissie Terrorismebestrijding die alle wettelijke initiatieven zal bespreken en finaliseren.
Want laat me daarin duidelijk zijn: inlichtingendiensten en politiediensten spelen een belangrijke rol in de bestrijding van terrorisme. Ik weet dat sommige allochtone jongeren niet zo beste ervaringen hebben, etnic profiling aan de lijve ondervonden hebben.
Maar beknibbelen op de budgetten van deze diensten staat op dit moment gelijk aan het beknibbelen op onze veiligheid. Sterke inlichtingen- en politiediensten zijn noodzakelijk in een rechtsstaat, hoewel dat voor sommigen misschien tegenstrijdig kan lijken.
Wanneer er sprake kan zijn van een inperking van bepaalde vrijheden, is het daarenboven essentieel dat de bevolking mee is in het hele verhaal. De katten op twitter waren een hartverwarmend voorbeeld. ‘United against terrorism’ houdt in dat de hele bevolking betrokken wordt in de strijd tegen het terrorisme.
Stigmatisering
De verschillende bevolkingsgroepen die ons land rijk is, moeten gehoord worden, en meer nog, ingeschakeld worden. Stigmatisering van, bijvoorbeeld, moslims, is nefast en volledig contraproductief. De moslimgemeenschap in België veroordeelt terroristische aanslagen minstens even sterk als de rest van de bevolking. We moeten dus allemaal samen staan in de strijd tegen het terrorisme.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier