‘De twintigste eeuw heeft ons wereldoorlogen, de Holocaust en de atoombom opgeleverd. Toch denken mensen dat het vroeger beter was omdat jongeren nu met hun smartphone vergroeid zijn’, stelt de Italiaanse schrijver en filosoof Alessandro Baricco verwonderd vast. Een gesprek over egoïstische politici, de gevaren van onwetendheid en de zegeningen van onze tijd.

In de nog verlaten bar van zijn Leuvense hotel zoekt Alessandro Baricco een zitje uit. ‘Over de hele wereld wonen mensen die samen met mij een weg hebben afgelegd. Louter omdat ze een van mijn boeken hebben gelezen’, zegt Baricco. ‘Ook al kennen ze elkaar niet en houdt de ene vooral van Zijde en de andere meer van Mr Gwyn, toch vormen ze een gemeenschap. Dat is een heel fijn gevoel.’ De Italiaanse schrijver en filosoof zoekt die lezers ook graag op. ‘Vorige week was ik nog les aan het geven in Colombia, tussendoor heb ik een dag met mijn zonen doorgebracht in Italië en nu ben ik in België. Ik leid een allesbehalve saai leven, en ik besef maar al te goed wat voor een privilege dat is.’

De schrijver van gesmaakte romans als Zijde, Novecento, Mr Gwyn en het recente De jonge bruid is in ons land omdat hij van de KU Leuven het eerste eredoctoraat uit zijn carrière heeft ontvangen. Dat kreeg hij voornamelijk voor zijn essaybundel De barbaren. In dat boek, dat precies tien jaar geleden verscheen, maakt Baricco brandhout van het idee dat de westerse beschaving in verval is.

Sinds De barbaren verscheen, hebben de sociale media opgang gemaakt, heeft Europa een zware financiële crisis doorgemaakt en is er een vluchtelingenstroom op gang gekomen. Bent u nog altijd zo optimistisch?

ALESSANDRO BARICCO: Ik ben nooit optimistisch geweest. Wel realistisch. Nergens in De barbaren schrijf ik dat het vandaag beter is dan vroeger. Maar wanneer ik beweer dat het helemaal niet bergaf gaat met onze beschaving, vinden mensen mijn boek ontzettend optimistisch. Maar de feiten spreken voor zich. Tweehonderd jaar geleden werd er neergekeken op de muziek van Beethoven zoals nu op commerciële popmuziek. Er is een tijd geweest dat de Negende Symfonie, die tegenwoordig als een symbool van beschaving wordt gezien, werd weggezet als iets frivools, barbaars zelfs. Maar dat zijn feiten die velen liever niet onder ogen zien.

Waarom geloven mensen zo graag dat het vroeger beter was?

BARICCO: Omdat dat comfortabeler is. Wie pessimistisch is over de toekomst, kan achteroverleunen en alles laten gebeuren, terwijl optimisme tot actie aanzet. Ik probeer de mensen wakker te schudden: ze moeten de realiteit onder ogen zien in plaats van zich aan het verleden te blijven vastklampen. We staan echt niet op de rand van een Apocalyps. Integendeel. Dit is een goede tijd om in te leven. Zeker beter dan honderd jaar geleden. Wat heeft de voorbije eeuw ons uiteindelijk opgeleverd? Twee wereldoorlogen, de Holocaust, een atoombom en de Koude Oorlog. Maar omdat onze jongeren vergroeid zijn met hun smartphone en in Twitterberichten communiceren, vinden sommigen onze tijd toch slechter. Dat vind ik onvoorstelbaar.

Blijft de analyse die u in De barbaren maakte na een decennium nog altijd overeind?

BARICCO: Grotendeels wel.Toen ik dat boek schreef, voelde iedereen dat er iets aan het veranderen was, maar niemand wist precies wat. In De barbaren ben ik erin geslaagd om de juiste vragen te stellen. Ik wilde vooral aantonen dat we met z’n allen onderweg waren naar een toekomst die er helemaal anders zou uitzien dan we gewend waren. In die zin is het boek een landkaart. Ondertussen is er natuurlijk het een en ander veranderd, zoals de komst van Facebook en Twitter. Maar toch kun je met die kaart nog altijd de zee opgaan zonder te verdwalen. Al denk ik er wel over na om een opvolger voor De barbaren te schrijven. Het enige wat me tegenhoudt, is de hoeveelheid werk die zo’n boek vereist. Het zou zeker een jaar duren om al mijn gedachten te ordenen en neer te schrijven. Een jaar waarin ik geen fictie kan schrijven, en dat doe ik net zo graag. Ik geniet van non-fictie hoor, maar het is toch anders. Een roman schrijven, is als het bouwen van een berg. Maak je een essay, dan voelt het eerder alsof je een berg aan het beklimmen bent.

Nogal wat westerlingen vinden de instroom van vluchtelingen een veel grotere bedreiging voor onze beschaving dan Facebook of Twitter.

BARICCO: Wat een onzin. We praten altijd over de vluchtelingencrisis, maar het is onze compassie die een crisis doormaakt. Blijkbaar zijn we niet meer in staat om medeleven op te brengen voor andere mensen. Dat er vandaag veel vluchtelingen naar Europa komen, zou geen probleem mogen zijn. We zijn rijk, we hebben een dak boven ons hoofd, rijden met een nieuwe auto en leiden een boeiend leven. Ook op dat vlak mag er wel wat meer realiteitszin zijn.

Begrijpt u dan niet dat veel mensen erg bang zijn voor die veranderingen?

BARICCO: Dat komt door hun onwetendheid. Veel Europeanen hebben amper historisch besef en krijgen geen correcte informatie. Het beste bewijs daarvan is de terugkeer van het nationalisme. Wie zijn geschiedenis kent, weet welke tragedies die ideologie in het verleden heeft aangericht en zal zich nooit bij nieuwe vormen daarvan aansluiten. Maar heel veel mensen weten dat allemaal niet en stappen er blindelings in mee. Tegenwoordig is historische kennis het privilege van de elite, en dat is nefast voor een samenleving. Als we er niet voor zorgen dat die kennis over de hele bevolking wordt verspreid, zullen we dezelfde fouten blijven herhalen. Dan zullen zonen blijven sterven voor dezelfde stupide redenen waarvoor hun vaders het leven hebben gelaten. Dat mogen we niet laten gebeuren. Als we dan toch moeten sneuvelen, dan liever voor iets nieuws.

Hoe kan er nog zoveel onwetendheid bestaan nu we alle informatie met een muisklik kunnen oproepen?

BARICCO: Het probleem is dat de scholen en de culturele wereld hun rol niet spelen. Over heel Europa geven overheden ontzettend veel geld uit aan onderwijs en cultuur, maar niet op de juiste manier. Ze beperken zich tot een klein segment van de bevolking en laten alle anderen links liggen. Dat is heel dom, want het zijn net kansarmen, nieuwkomers of mensen die dreigen te radicaliseren die we vooral moeten bereiken. Het idee is dat er maar één cultuur is: die van de mensen die romans lezen, naar de schouwburg gaan en musea bezoeken. Dat is natuurlijk een denkfout.

Waarom investeren politici niet meer in cultuur voor de hele bevolking?

BARICCO: Omdat de meesten blind zijn voor het probleem. Bovendien pompen politici graag geld in cultuur voor hun eigen kiezers. Ze willen de middelen echt niet over zo veel mogelijk mensen verdelen. Nee, ze willen hun kiespubliek behagen en dus blijven ze al dat geld in elitaire theaters en operahuizen pompen. Natuurlijk moet de overheid in grote cultuurhuizen investeren, maar daarnaast moeten er veel meer middelen naar onderwijs en televisie gaan. Alleen via die kanalen kun je mensen bereiken die niets van cultuur afweten.

Moeten we niet gewoon aanvaarden dat sommigen niet van boeken of theater houden?

BARICCO: Iedereen is geïnteresseerd in cultuur. Daar ben ik van overtuigd. Alleen moet je mensen soms bij de hand nemen om hen ernaartoe te leiden. Je kunt het vergelijken met honkbal. Als je er niets van afweet, lijkt het met voorsprong de saaiste sport ter wereld. Maar wedden dat je dat interessant zou vinden als ik je zou meenemen naar een wedstrijd? Op dezelfde manier moeten we mensen van cultuur leren houden. Het is evident dat we daar al vroeg mee moeten beginnen. We zouden het geld dat aan spectaculaire producties wordt gespendeerd beter gebruiken om kinderen op school met theater in contact te brengen. Dat zou veel meer opleveren.

Verdient ook de literatuur zo’n duw in de rug nu steeds minder mensen romans lezen en kookboeken over heel Europa de bestsellerlijsten aanvoeren?

BARICCO: Het klopt echt niet dat er vandaag minder wordt gelezen dan pakweg dertig jaar geleden. Van de boeken van de grote Italiaanse schrijver Italo Calvino werden in de jaren zestig en zeventig misschien 20.000 tot 30.000 exemplaren verkocht terwijl Umberto Eco er tegenwoordig 100.000 verkoopt. Het grote verschil is dat vroeger maar een klein deel van de bevolking las en die kochten allemaal het werk van Calvino. Vandaag zijn er veel meer lezers, maar ze kiezen niet allemaal voor een roman van Baricco. Dat is jammer voor mij, maar niet voor de literatuur op zich. Vandaag gaan mensen die daar vroeger nooit een voet binnen zouden hebben gezet naar een boekhandel om een kookboek te kopen. Over tien jaar zullen sommigen van hen misschien een roman meenemen. Op termijn gaan we er dus op vooruit.

Nu klinkt u wel heel erg optimistisch.

BARICCO: Helemaal niet. Ook op het vlak van literatuur ben ik een realist. Boeken staan niet op het punt om te verdwijnen en zijn nog altijd belangrijk. Alleen staan ze niet meer in het middelpunt van het culturele leven zoals in de negentiende en twintigste eeuw. Ondertussen zijn ze naar de marge opgeschoven en wordt het culturele centrum ingenomen door bioscoopfilms, televisieseries, websites en games. Daar is op zich niets mis mee, want die zijn vaak van heel goede kwaliteit.

U runt al vele jaren de schrijfschool Scuola Holden in uw thuisstad Turijn. Zijn studenten die iets anders dan boeken willen schrijven daar welkom?

BARICCO: Natuurlijk. Van onze 150 studenten zijn er misschien 4 of 5 die ervan dromen om romans te schrijven. De meesten willen meer. Als ik hen vraag waarom ze geen boek schrijven, antwoorden ze verbaasd: ‘Alléén maar een boek?’ (lacht) Zij denken helemaal anders dan mijn generatie. Ze creëren een eigen wereld, personages, een plot en beslissen dan of ze die in een boek, een scenario, een website of een tentoonstelling zullen gebruiken. Het gaat hen om het intellectuele spel en de vorm is veel minder belangrijk.

U hebt heel uitgesproken ideeën over cultuur en cultuurbeleid. Waarom bent u dan niet ingegaan op de vraag van de Italiaanse premier Matteo Renzi om minister van Cultuur te worden in zijn regering?

BARICCO: Ik ben niet uit het juiste hout gesneden om aan politiek te doen. Ik zie het als mijn taak om het cultuurlandschap te bestuderen, erover na te denken en het resultaat neer te schrijven. Dat is iets helemaal anders dan in het politieke spel te stappen en die ideeën uit te voeren. Als politicus moet je dag na dag compromissen sluiten en met mensen samenwerken van wie je een afkeer hebt. Zelfs als een politieke tegenstrever vreselijke dingen over je moeder zegt, moet je de volgende dag met hem aan tafel gaan zitten. Daar heb je uitzonderlijk veel veerkracht en geduld voor nodig. Niets voor mij. Toen Renzi me vroeg om minister te worden, wist ik meteen dat ik het niet zou doen. Al blijf ik het wat jammer vinden.

U noemde politiek ooit een strijd tussen verhalenvertellers.

BARICCO: Dat is ook zo. Vroeger, toen ik jong was, verkochten politici in de eerste plaats ideeën. Nu is dat helemaal veranderd. Nu bieden ze ons verhalen aan en wij mogen er de beste uitkiezen. Dat fenomeen is ontstaan aan de rechterzijde van het politieke spectrum, met figuren als Ronald Reagan en Silvio Berlusconi. Zij vertelden niet alleen verhalen, ze waren een verhaal op zich. Ondertussen heeft democratisch links gesnapt dat die aanpak werkt. Kijk maar naar de Amerikaanse president Barack Obama of naar Renzi in Italië. Mensen smullen van het verhaal van de jonge, slimme man die de oude machten in ons land omver heeft kunnen werpen. Vandaag zijn het de grote verhalenvertellers die succes hebben. Los van hun ideeën.

Is er dan geen toekomst meer voor politici met grote ideeën?

BARICCO: De mens heeft altijd meer van verhalen gehouden dan van ideeën. Dat ligt in onze aard. Uiteindelijk was zelfs Galileo Galilei een verhaal: een man die in naam van de waarheid tegen de Kerk inging. Daarna zijn verhalen alleen maar belangrijker geworden in steeds meer domeinen van de samenleving. Zelfs de iPhone die ik in mijn hand houd, is een verhaal: ik heb niet alleen een telefoon gekocht maar een hele sfeer die wordt opgeroepen door het Applelogo en de nonchalante look van Steve Jobs. (denkt na) Misschien zijn er wel geen grote ideeën meer en alleen nog maar goede verhalen. En dat hoeft niet eens zo slecht te zijn.

DOOR ANN PEUTEMAN EN JOS GEYSELS, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Vluchtelingencrisis? Het enige wat een crisis doormaakt, is onze compassie.’

‘Pessimisme is comfortabel, dan kun je achteroverleunen en alles laten gebeuren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content