Dirk Holemans & Michel Bauwens
‘We leven in een tijd van valse overvloed en valse schaarste’
Dirk Holemans en Michel Bauwens pleiten in deze bijdrage voor een nieuw en ecologisch industrie-model. ‘De definitie van burn-out, is in feite toepasbaar op zowel overwerkte mensen, de uitgebluste samenleving als de leeggeroofde planeet.’
Vorige week draaide de ECB de geldkraan open. Een drastische maatregel in de hoop dat de Europese groeimotor terug opstart. Ze verbergt echter de vraag of het economisch model uit de 20ste eeuw nog wel een toekomst heeft en vooral of het burgers een toekomst geeft.
Een nuchtere analyse leert dat ons economisch model steeds minder maatschappelijke baten produceert. Integendeel, de sociale en ecologische kosten stapelen zich jaar na jaar op, op beide domeinen zitten we in het rood.
Ineenstorting van de biodiversiteit
Niet toevallig stond de toenemende ongelijkheid op de agenda van het World Economic Forum. En de cijfers van Piketty zijn helder: de ongelijkheid groeit opnieuw structureel sinds de jaren 70 van de vorige eeuw. Maar ook de ecologische kosten verminderen niet ondanks het vergroenen van de economie. Vorige week verscheen in Science een update van het gezaghebbende rapport Planetary Boundaries. De boodschap is hard: we spelen niet alleen met de toekomst van de planeet op vlak van klimaatverandering, de ineenstorting van de biodiversiteit vormt een nog grotere bedreiging.
Burn-out is ook van toepassing op de planeet
We zitten met een systeem dat er niet in slaagt de uitstoot van broeikasgassen voldoende terug te dringen, en de honger naar fossiele brandstoffen en mineralen blijft natuurgebieden en leefgebieden van inheemse volkeren vernietigen. Ondertussen kennen we op zowat alle vlakken een burn-out. Veel mensen kunnen de werkdruk niet meer aan en worden ziek.
De definitie van burn-out, ‘het gevolg van een langdurige en systematische roofbouw op het lichaam’, is in feite toepasbaar op zowel overwerkte mensen, de uitgebluste samenleving als de leeggeroofde planeet.
Illusie van schone productie
In feite staat in ons huidig productiemodel alles op zijn kop: we leven tegelijkertijd in een tijd van valse overvloed en valse schaarste. De valse overvloed is verbonden met het gegeven dat marktmechanismen geen rekening houden met de ware ecologische en sociale kost van onze consumptie. Deze kosten zijn geëxternaliseerd, vaak naar andere delen van de wereld. Door de verschuiving van de productie naar het Oosten en de hiermee samenhangende desindustrialisering in Europa, leven we in de illusie van schone productie.
Maar de verschoven productie is allesbehalve proper: denk aan de chronische smog in Chinese regio’s, de mensonwaardige arbeidsomstandigheden in textielfabrieken en de ecologische impact van het transport van goederen wereldwijd. Tegelijk voelen mensen zich gereduceerd tot passieve consumenten met weinig kennis van, laat staan greep op, globale productieketens.
Tegelijk is er de valse schaarste, gecreëerd op het domein van kennis. De meerwaarde in de huidige globale productieketens berust voor een groot deel op de controle hierop via intellectuele eigendom. Het systeem van patenten en copyrights werd enorm versterkt zodat de winsten van de harde arbeid uit het Zuiden rechtstreeks werden gefinancialiseerd. In plaats van technology transfer, broodnodig voor de ecologische transitie, houden multinationals alle kennis achter gesloten deuren.
Kennis wordt geprivatiseerd
Dat is de paradox van het huidige model: de valse overvloed hangt samen met de valse schaarste die de vrije menselijke samenwerking aan banden legt, door kennis te privatiseren en te monopoliseren. Men creëert met de ene hand problemen terwijl de andere hand elke open innovatie tegenhoudt die oplossingen kan bieden.
Iedereen kent ondertussen de analyse van de actieve obstructie van hernieuwbare energie en elektrische auto’s sinds de jaren zeventig, waardoor we veertig kostbare jaren hebben verloren in de noodzakelijke strijd tegen klimaatverandering.
Wat licht is, is globaal. Wat zwaar is, is lokaal
Het haalt de voorpagina’s van de kranten niet, maar wereldwijd werken mensen aan sociaal-technologische oplossingen voor deze dubbele problematiek, dankzij de democratisering van de netwerktechnologie. Ze laten toe om het productiesysteem fundamenteel te herdenken onder het motto wat licht is, is globaal; wat zwaar is, is lokaal. Dit kan toelaten de dubbele problematiek weer recht te trekken. Dit is geen makkelijke oefening, maar de oplossingen zijn duidelijk.
De eerste oplossing is het afschaffen van de valse schaarste door het vrij beschikbaar stellen van gedeelde kennis en het organiseren van wereldwijde netwerken van technische en wetenschappelijke kennis. In plaats van bedrijven die eigen patenten nastreven kunnen we werk maken van open kennisnetwerken. De pioniers op dit domein zijn de sociale bewegingen voor open kennis, vrije software en open ‘design’, zoals Wikipedia en Linux. De nieuwe productie zal dus ‘vrij’ zijn.
Gedeelde microfabrieken
De tweede oplossing ligt in het herlokaliseren van de fysieke productie. Denk aan het gecombineerd gebruiken van gedeelde microfabrieken en werkplaatsen (makerspaces, fablabs), die door micro-machines zoals 3D-printers lokaal produceren. Deze microfabrieken vormen op hun beurt de bouwstenen van een kringloopeconomie, waar ze behalve voor productie ook een belangrijke rol spelen als hersteldienst.
En ook op sociaal vlak kunnen ze innovatief zijn met nieuwe organisatiemodellen (zoals open cooperatives en fairshares). Iedereen die bijdraagt, kan ook lokaal meerwaarde realiseren. Het kapitaal zelf krijgt nu ook steeds meer een netwerkvorm, zodat het door een peer-to-peer dynamiek op een genetwerkte wijze kan samengevoegd worden. Dit is onder meer het geval bij crowdfunding en p2p-leningen.
Nieuwe productie is vrij
De nieuwe productie is dus vrij (geen artificiële schaarste maar gedeelde kennis die wereldwijd beschikbaar is), ecologisch (door herlokalisering, kringloopeconomie en de afschaffing van geplande veroudering), en solidair (gedeelde meerwaarde). Vandaar dus het belang van de oproep tot een herlokalisering en herindustrialsering van Europa! Dankzij herlokalisering kan iedere lokale regio, in zowel Noord als Zuid, de meerwaarde zelf realiseren en investeren in een hernieuwde welvaartsstaat.
Deze nieuwe utopie staat dichterbij dan je zou denken: Barcelona’s FabCity plan wil tegen 2050 de helft van zijn nieuwe industriële en landbouwproductie lokaliseren, via het uitbouwen van een netwerk van 24 microfabrieken, een per wijk; Bologna heeft net een ‘reglement voor de commons’ ingevoerd, met al aanvaarde projecten en 25 steden die het reglement overnemen; Seoul heeft een actieve politiek om naar een ‘deeleconomie’ te evolueren.
Waar wachten de Vlaamse steden en Brussel op?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier