Schaken met moslims
De Amerikaanse cultauteur Thomas Pynchon schreef het veertig jaar geleden al: als je de verkeerde vragen stelt, dan hoeven de machthebbers geen goeie antwoorden te verzinnen. In het publieke debat strijden vandaag twee vragen om de aandacht. De fricties van de diverse samenleving, sinds kort domweg gereduceerd tot het ‘moslimvraagstuk’, geven aanleiding tot de eerste: hoe leven we samen met Belgen en vluchtelingen van verschillende afkomst en religie? De slabakkende economische groei en de ongelijkheid leiden tot de tweede: hoe verdelen we de rijkdom? Het debat van vandaag gaat erom welke vraag de juiste is, en welke de verkeerde.
Eerst het burleske boerkinidebat, de jongste versie van de niet-aflatende hoofddoekendiscussie. In Antwerpen kwamen dit weekend een honderdtal ‘ludieke’ demonstranten tegen het boerkiniverbod bijeen, in badpak, strandkledij of liefst nog textiel van islamitische snit. Er bleek uiteindelijk slechts één vrouw in boerkini op te dagen. Ook voor de tegenbetogers scheen de zon te hard – zij waren nog minder talrijk – al scandeerde een groepje van het Vlaams Belang wel ‘geen jihad in onze straat’. De betogers, de ludieke en de boze, kregen schouderklopjes van de gelijkgezinden. Niemand luisterde naar het andere kamp.
Amateurtheater? Zonder meer. Maar is het boerkinidebat een voorbeeld van een verkeerde vraag? Opiniemakers die de heisa over de boerkini zelf verketteren, veelal ter linkerzijde, trappen voor de zoveelste keer in dezelfde val: wie de bezorgdheid, of angst, van de spreekwoordelijke blanke man probeert af te doen als een vergissing, neemt die bange blanke man niet ernstig. Op lange termijn is dat niet alleen contraproductief, het spoort ook niet met de kreten over ‘menselijkheid en verbondenheid’ (Groen-voorzitter Meyrem Almaci) of partijen die zeggen hard te willen inzetten op ‘gemeenschapsvorming’ (SP.A). Natuurlijk kun je zeer kritische vragen stellen bij de boerkini. En natuurlijk mag je het ding in onze rechtsstaat niet bij wet verbieden. Maar wie echt aan het wij-gevoel wil werken, moet ook naar een Vlaming luisteren die een boerkini in Blankenberge toch wat raar vindt. Zelfs al valt die daar nauwelijks te bespeuren. Het is dom om die mensen dom te noemen.
Op het tweede front werden we de laatste dagen bekogeld met allerhande voorstellen voor de hervorming van de vennootschapsbelasting. Bedrijven betalen vandaag in principe 33,99 procent belastingen op hun inkomsten, al zorgt een oerwoud van aftrekposten, rulings en andere fiscale spitstechnologie ervoor dat ze doorgaans minder, en soms niets betalen. Onder druk van Europa en de internationale fiscale competitie stelde minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) een nieuw tarief van 20 procent voor. Fiscalist Michel Maus had het over een ‘race to the bottom’, maar deed er van de weeromstuit vrolijk aan mee: 17,5 procent was zijn gratis advies. Pieter Timmermans van het VBO vond 24 procent dan weer genoeg, op voorwaarde dat er wat andere voordeeltjes voor de bedrijven behouden konden blijven. De gemiddelde Vlaming laat zich niets op de mouw spelden. Hij is ervan overtuigd dat ook deze hervorming de rijken rijker zal maken en hemzelf armer. Politici die dat onderschatten, lopen niet minder een risico dan zij die badpakken van moslims een non-discussie vinden.
Voor links is de boerkini de verkeerde vraag. Voor rechts is de herverdeling de verkeerde vraag. Veeleer dan over de pro’s en contra’s van de laïciteit of de vermogenswinstbelasting gaat de politieke strijd vandaag over wie erin slaagt zijn vraag als de juiste – of enige – vraag te presenteren. Het is daarom dat de N-VA ballonnetjes oplaat over een taks die de rijkdom afroomt – of toch die schijn kan wekken. Het is daarom dat SP.A-voorzitter John Crombez stoere praat verkoopt over jonge moslims die de norm zouden stellen. Beide demarches moeten de respectieve zwakke flanken van rechts en links afdekken.
Het is een beproefde tactiek. Als de N-VA een geloofwaardig voorstel over een of andere rijkentaks op tafel legt, kan de culture war over de islam ten volle gevoerd worden. Als Crombez niet meer hoeft in te gaan op kritiek op een te lakse houding in het migrantendebat, heeft hij de handen vrij om de miserabele begrotingsresultaten van deze regering, zeg maar de regering-De Wever, onder vuur te nemen. Te vrezen valt dat beide kampen met hun stratego de angst zullen aanwakkeren: de angst voor minder welvaart en de angst voor de moslim. Maar alleen in het laatste geval wordt een zeer zichtbare bevolkingsgroep gedemoniseerd.
BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack.
Voor links is de boerkini de verkeerde vraag. Voor rechts is de herverdeling de verkeerde vraag.