Veli Yüksel en Ward Kennes
‘Vlaanderen mag meer ambitie tonen op vlak van deradicalisering’
Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans onlangs bekend dat ze 154.080 euro subsidies uittrekt voor twee projecten in het kader van de aanpak van radicalisering. Een goede zaak, maar het Vlaamse beleid op het vlak van radicalisering moet veel verder gaan en de beleidsdomeinen overschrijden.
Het Vlaamse regeerakkoord besteedt slechts één zin aan radicalisering: “We richten een cel met experten uit diverse beleidsdomeinen op om radicalisering te voorkomen, te detecteren en te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden”. Ook in de beleidsnota’s van Integratie-Inburgering, Jeugd, Sport, Onderwijs en Werk komt het woord alles samen slechts twee keer voor. En dat terwijl intussen al zo’n driehonderd geradicaliseerde jongeren naar Syrië zijn getrokken om er te gaan strijden. Proportioneel is ons land zelfs een van de grootste Westerse leveranciers van Syriëstrijders.
Dat gebrek aan Vlaamse aandacht verbaast niet. In een debat in het Vlaams Parlement in maart vorig jaar signaleerden wij aan Geert Bourgeois, toenmalig Vlaams minister van Inburgering, dat ook jongeren van bij ons radicaliseren en dat we aandacht moeten hebben voor de voedingsbodem van die radicalisering. Het antwoord van de minister luidde: “Dit is een rechtsstaat die iedereen gelijke rechten geeft. De stelling dat radicalisering een voedingsbodem vindt in onze samenleving onderschrijf ik niet.” (Handelingen C162/BIN 11, 26 maart 2013)
Met zo’n benadering kunnen we federaal nog veel antiradicaliseringsprogramma’s in het leven roepen, het blijf dweilen met de kraan open. Om radicalisering het hoofd te bieden, is er nood aan een preventieve aanpak op langere termijn. We moeten de voedingsbodem wegnemen. Dat betekent dat we die jongeren perspectief moeten geven. Kansen om te studeren, kansen om aan sport en cultuur te doen, en kansen op een job. De hefbomen daarvoor situeren zich op Vlaams niveau. Daarnaast moeten we ook streng optreden tegen racisme en discriminatie. Het is van groot belang dat we meer investeren in die jongeren en het menselijk kapitaal dat er is maximaal laten renderen.
Voorkomen is beter dan genezen, luidt het spreekwoord, en het is hier zeer toepasselijk. We moeten geen mededogen hebben voor mensen die zich in Syrië schuldig maken aan gruweldaden. Maar met een repressief beleid alleen zullen we er niet komen. We kunnen ons er niet zoals de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, van afmaken door te zeggen dat de jongeren die vertrekken, daar dan ook maar moeten blijven. Die houding gaat uit van de stelling dat zij die vertrekken, dat louter uit eigen beweging doen. Maar een maatschappij die jongeren de rug toekeren en waarvan ze de waarden en normen in vraag stellen, doet er goed aan te graven naar de diepere redenen voor die afwijzing.
We moeten vermijden dat de jongeren van bij ons naar Syrië vertrekken. Er is nood aan een Vlaams actieplan deradicalisering. Na nieuwjaar houdt het Vlaams Parlement vier hoorzittingen over het thema. Sprekers uit het onderwijs, de welzijnssector, de jeugdbescherming, de veiligheidsdiensten, de lokale besturen, de islamitische gemeenschap en de academische wereld zullen er hun licht laten schijnen over de problematiek. De Vlaamse aanpak moet erop gericht zijn te vermijden dat jongeren die in Vlaanderen geboren en getogen zijn, zich laten verleiden door een extremistisch discours en in de greep van jihadronselaars komen. Het afschaffen van de levensbeschouwelijke uitzendingen op de openbare omroep waarin erediensten kunnen aantonen dat een authentiek, gelovig engagement samengaat met een moderne, democratische samenleving, is alvast geen stap in de goede richting.
In onze steden en gemeenten hebben we voldoende antennes om signalen van radicalisering op te vangen: straathoek- en jeugdwerkers, welzijnswerkers, interculturele bemiddelaars en leerkrachten. Ze moeten allemaal leren om tekenen van radicalisering en extremisme te herkennen en er gepast mee om te gaan.
Op het Europese en het federale niveau is inmiddels een concreet traject afgelegd. Dit bleek uit de voorstelling op 4 december van het project Strengthening Resilience Against Violent Radicalisation, STRESAVORIA, dat vanaf nu de naam BOUNCE draagt. Dit project, getrokken door de FOD Binnenlandse Zaken en mede gesubsidieerd door de Europese Commissie, bevat een onderzoeksluik en heeft tevens instrumenten ontwikkeld om de veerkracht van jongeren te versterken.
Tot slot nog dit: voor zij die de strijd tegen radicalisering afdoen als rechts beleid en zwaaien met stigmatisering van een bevolkingsgroep, en voor zij die om politieke redenen een rechtstreekse link maken tussen radicalisering en geloof zeggen wij klaar en duidelijk, u vergist zich! Want ook de modale moslim in Vlaanderen en België vraagt niet liever dan dat er hard wordt opgetreden tegen extremistische elementen in onze samenleving.
Veli Yüksel is federaal volksvertegenwoordiger
Ward Kennes is Vlaams volksvertegenwoordiger
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier