Jan Herregods
Veertig jaar De schaamte voorbij: ‘Feminisme is geen stoffige zaak uit het verleden’
Het is veertig jaar geleden dat Anja Meulenbelt het cultboek ‘De schaamte voorbij’ uitbracht. Knack-journalisten herlezen het persoonlijke relaas van de grande dame van de tweede feministische golf en brengen iedere dag verslag uit. Vandaag is het de beurt aan Jan Herregods.
Veertig jaar geleden publiceerde de jonge Nederlandse feministe Anja Meulenbelt De schaamte voorbij, een persoonlijk relaas over liefde, seks en de turbulente beginjaren van de Amsterdamse vrouwenbeweging. Het werd een cultboek, dat ondertussen generaties meisjes (en jongens) heeft geïnspireerd, opgejut of net afgeschrikt.
Volgende week verschijnt het nieuwe boek van de grande dame van de tweede feministische golf, die ondertussen 71 is. In Het verschil maakt Anja Meulenbelt de balans op van veertig jaar vrouwenstrijd. Zijn vrouwen vandaag écht gelukkig? Waarom lukt het nog altijd zo moeilijk om de taken in huis eerlijk te verdelen. Hebben vrouwen echt een lustpil nodig? En is het de taak van feministen om alle moslima’s bevrijden?
Op 26 mei gaat Meulenbelt daarover in deSingel in Antwerpen in debat met de jonge Belgische feministe Yasmine Schillebeeckx, die met haar column Mijn naam is niet Hey Sexy mee aan de wieg stond van #WijOverdrijvenNiet. In de aanloop naar het debat leest u hier elke dag de mening van een Knack-journalist over De schaamte voorbij.
Eerlijk is eerlijk: ik heb ‘De Schaamte Voorbij’ niet herlezen. Ik heb het voor het eerst gelezen. De grote feministische golf heeft zich voor mijn geboorte afgespeeld, en voor mijn kennis van en houding tegenover het feminisme hebben Lena Dunham, Beyonce, Tune-Yards, en opiniestukken hier en daar meer gedaan dan de literaire klassiekers van weleer.
Dat maakt ook dat je bij het lezen van een boek van veertig jaar geleden altijd op je hoede moet zijn voor achterafinterpreteringen, of mansplaining. Dat het moeilijk samenleven is in een commune of om een politieke beweging uit de grond te stampen, we weten het nu omdat er heel wat mensen voor ons gefaald hebben.
Maar is het boek dan nog een aangename leeservaring? Ja en neen. De lange, gejaagde zinnen doen soms denken aan de bonkende drum die ook ‘Black Venus’ van Jef Geeraerts vooruit stuwt. Iets wat bijvoorbeeld heel goed werkt wanneer het hoofdpersonage haar LSD-trip beschrijft.
Daartegenover staan lange flarden introspectie over waarom het weer eens niet gelukt is met een getrouwde man, of met een vrije vrouw. Een beetje zoals sommige columns van Halina Reijn, maar dan meer uitgesponnen en met nog meer drama. Dat zelfmedelijden en getreur is bij momenten wel heel zwaar op de hand, en baadt het geheel in een soms haast verstikkende serieux, overgoten met een charmante sepia-laag van het bruisende (maar teleurstellende) Amsterdam van de jaren 70 van de vorige eeuw.
Maar in de soms teneerdrukkende serieuze paragrafen, komen ook de delen naar voren die het boek vandaag nog relevant maken, zijn naar mijn aanvoelen de stukken waaruit blijkt dat de strijd nog niet gestreden is, om het jargon hier even aan te houden. De manier waarop die strijd gevoerd moet worden, is de afgelopen decennia dan wel voorwerp van discussie geweest, de toestanden die Meulenbelt aanklaagt, zijn er nog steeds. Meer specifiek: waneer het hoofdpersonage een opsomming maakt van alle vrouwen die ze kent die het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld, doet dat denken aan #wijoverdrijven niet.
Hetzelfde geldt voor de situaties waarin Meulenbelt moeite moet doen om serieus genomen te worden door mannelijke kameraden, of meer algemeen, mannen die het moeilijk hebben wanneer ze op haar strepen staat. Nog altijd herkenbaar, maar -helaas- wel al van veertig jaar geleden.
Het boek biedt op die manier wel historische duiding, omdat het laat zien dat de problemen van vandaag er toen ook waren, en wellicht erger. Maar vooral: dat verandering zeer traag gaat, en dat feminisme geen stoffige zaak uit het verleden is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier