Score moet pedagogische kwaliteit Vlaamse kinderopvang verbeteren
Vanaf 1 april 2018 zullen kinderopvanginitiatieven in Vlaanderen scores krijgen voor hun pedagogische aanpak. Vanaf dan geldt namelijk een ‘pedagogische norm’. De Zorginspectie staat in voor de naleving van de norm. Opvanginitiatieven die hardnekkig onvoldoende scoren, riskeren een aanmaning.
Hoe doen onze kinderopvanginitiatieven het op pedagogisch vlak? Vroeger werd daarover in Vlaanderen wat in het duister getast. Er was geen duidelijk kader en ook geen instrument om de pedagogische kwaliteiten te meten of op te volgen. Maar de voorbije jaren is door de sector, ouders en experten hard gewerkt aan het MeMoQ-project.
MeMoQ staat voor ‘Meten en Monitoren van de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang’ en bestaat uit instrumenten die het moeten toelaten de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang in Vlaanderen in kaart te brengen, te verbeteren en op te volgen. Zo is er bijvoorbeeld een pedagogisch raamwerk uitgewerkt met een visie over wat kwaliteitsvolle kinderopvang moet zijn. Er is ook een wetenschappelijk meetinstrument uitgewerkt dat toelaat de pedagogische kwaliteiten van initiatieven na te meten. Verder is er voor de kinderopvanginitiatieven een zelfevaluatie-instrument uitgewerkt waarmee ze zelf de pedagogische kwaliteiten kunnen verbeteren.
En als sluitstuk zijn er de controles door de Zorginspectie. Die inspectie zal vanaf 1 april 2018 nagaan of kinderopvanginitiatieven de ‘pedagogische norm’ halen. De pedagogische kwaliteit hangt onder meer af van het welbevinden, de educatieve en emotionele ondersteuning en de betrokkenheid van de kinderen. Op elk van die vlakken krijgen de kinderopvanginitiatieven een score van 1 (onvoldoende) tot 4 (uitstekend). Initiatieven die een 1 scoren zullen begeleid en opgevolgd worden. Is er geen beterschap, dan riskeren ze een aanmaning.