Scenarist Gaea Schoeters: ‘In de literatuur heerst de eenvormigheid. Romans moeten “te verfilmen” zijn’
Volgende week wordt Gaea Schoeters opgesloten in Monty’s Schrijversgevang. Ze schrijft er een nieuwe theatertekst. Intussen werkt ze een roman en twee libretto’s af.
Volgende week wordt Gaea Schoeters opgesloten in Monty’s Schrijversgevang. Ze schrijft er een nieuwe theatertekst. Intussen werkt ze een roman en twee libretto’s af.
Overdrijft u niet een beetje?
Gaea Schoeters: Altijd. (Grijnst) Mijn hoofd is een kiekenkot: er dienden zich gelukkige toevalligheden aan die ik niet kon weigeren. Toen Monty een open call uitschreef voor de tiende editie van het Schrijversgevang stuurde ik twee teksten in: Het kanaal, mijn dubbelmonoloog voor een transgender en een vluchteling, en een tekst voor een nieuw muziektheaterproject. Ik werd samen met Michiel Cox en Moya De Feyter gekozen. We worden van maandag 4 tot vrijdag 8 september opgesloten in de repetitieruimte van Monty. We krijgen ieder een bureau en een bed, en ik hoop ook alle drie een ‘cel’ want ik schrijf het liefste ’s nachts en ik weet niet of mijn collega’s er hetzelfde bioritme op na houden.
Mijn hoofd is een kiekenkot
Schrijft u er een tekst die aansluit bij Het kanaal?
Schoeters: Nee, al zoek ik wellicht weer een canontekst. Ik hou van intertekstualiteit. In Het kanaal verweefde ik een tekst van Shakespeare (een fragment uit Sir Thomas More, een stuk uit 1604, nvdr.). In het Schrijversgevang krijgen we een opgelegd thema en een aantal personages. Vrijdagavond geeft Monty onze teksten aan drie toneelgezelschappen: De Roovers, ’t Barre Land en Matthias de Koning. En het gaat ook naar studenten van het Conservatorium Antwerpen. Zondag voert elk gezelschap een stuk op. Schrijf ik in functie van een ‘lezing’ of beperk ik de hoeveelheid tekst? Geen idee. Maar het is sowieso een goede oefening om na te denken over leven in gevangenschap, een idee waar ik al even mee speel, mee door het indringende fotoboek Prisons van Sébastien Van Malleghem. Mogelijk neem ik die inspiratie mee naar het Schrijversgevang.
U trekt weer de geëngageerde kaart.
Schoeters: Omdat je in het theater de mensen anderhalf uur opsluit, moet je scherper zijn dan in een roman én je kunt dwingender zijn. Een voorstelling kan je niet dichtklappen. In het theater wijs ik mensen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. En je kunt volop experimenteren met vorm, die van het muziektheater in mijn geval. Ik hou al heel mijn leven van opera. Mijn moeder sleurde me er altijd mee naartoe. Opera is emotioneel zo sprekend dat je het verhaal zelfs kunt volgen zonder de tekst te begrijpen. Heerlijk. Met componist Annelies van Parys ontwikkelde ik gaandeweg een werkwijze waarbij we samen minutieus de libretto’s opbouwen. In het theater tiert het experiment, in de literatuur heerst de eenvormigheid. Romans moeten ’te verfilmen’ zijn. Alles wat daarvan afwijkt wordt al gauw als onrendabel of onleesbaar afgeschilderd.
Hoe wijkt uw vierde roman af van die norm?
Schoeters: Mijn derde roman, De kunst van het vallen (2014), was opgebouwd als een partituur. Waarom? Compensatiegedrag! Ik wilde als kind zo graag muziekspelen maar na de tweede les notenleer werd ik naar de woordafdeling van onze academie gestuurd… Nu probeer ik met muziek bezig te zijn zonder dat het de mensen auditief stoort. (Lacht) Na De kunst van het vallen vroeg ik me af of je een roman kunt schrijven zoals je een schilderij schildert. Het resultaat is een romantrilogie. Ik schrijf drie keer hetzelfde verhaal: een realistische, een conceptuele en een kubistische versie. Ik zit nu halfweg het schrijfproces. Het gaat vooruit. Bach helpt. Zijn muziek laat net genoeg ruimte om je verbeelding te openen. Mogelijk draait hij straks mee de nor in.
Schrijversgevang is op 10 september 2017
te zien in Monty. www.monty.be
Schoeters’ vierde roman verschijnt eind 2017 bij Querido. www.gaeaschoeters.be en www.singeluitgeverijen.nl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier