Lokale peiling: in Vlaams-Brabant verdubbelt Vlaams Belang zijn zetels

© Getty
Walter Pauli

Bij de verkiezingen van 9 juni zou het Vlaams Belang in Vlaams-Brabant zowel voor de Kamer als voor het Vlaams Parlement zijn zetels verdubbelen. Dat blijkt uit een peiling van het lokale nieuwsmedium Leuven Actueel.

Het lokale nieuwsmedium Leuven Actueel liet het onderzoeksbureau MAS bij bijna 1000 respondenten peilen naar de kiesintenties in Vlaams-Brabant voor de federale en regionale verkiezingen van 9 juni.

Zowel voor de Kamer als voor het Vlaams Parlement zou er slechts één afgetekende winnaar zijn: het Vlaams Belang (VB). Voor de Kamer (met neofiet Britt Huybrechts als lijsttrekker in plaats van Dries Van Langenhove) zou het VB stijgen van 13,5% naar 24,6% en in het Vlaams Parlement van 13,3% in 2019 naar 25,8%. Daarmee gaat het Vlaams Belang in Vlaams-Brabant van drie naar zes zetels in het Vlaams Parlement, en van twee naar vier zetels in de Kamer.

Het VB wordt in Vlaams-Brabant groter dan de N-VA. De N-VA is géén winnaar. Voor het Vlaams Parlement (met onderwijsminister Ben Weyts als lijsttrekker) zakt de N-VA van 25,8% naar 23,8%; voor de Kamer (met Theo Francken als lijsttrekker) zou de val nog groter zijn, van 28,08% naar 23,5%. In beide assemblees verliest N-VA één zetel: van 5 naar 4 in de Kamer en van 6 naar 5 in het Vlaams Parlement.

PVDA haalt kiesdrempel

Behalve het Vlaams Belang zijn er nog twee andere, zij het kleinere winnaars in Vlaams-Brabant. De PVDA haalt in deze provincie voor het eerst de kiesdrempel, en dat zowel voor de Kamer als voor het Vlaams Parlement. Voor de Kamer stijgt de PVDA van 4,8 % naar 7,4 % en voor het Vlaams Parlement van 4,6 % naar 7,2 %, Dat is telkens goed voor één zetel.

Ook een winnaar – een kleine in procenten, maar mentaal wel een opkikker: de CD&V van Sammy Mahdi. De CD&V zou voor de Kamer (met Mahdi zelf als lijsttrekker) stijgen van 13,8% naar 15,0% – een ‘Mahdi-effectje’? Voor het Vlaams Parlement (met Vlaams fractieleider Peter Van Rompuy boven aan de lijst) zou de CD&V volgens deze peiling gelijk blijven: het gaat om een statistisch verwaarloosbare ‘vooruitgang’ van 13,0% naar 13,2%.

Ook in Vlaams-Brabant, tot nu toe veruit de ‘slechtste’ provincie voor het Vlaams Belang, zou die partij de grootste worden.

Vooruit blijft ook ditmaal over de hele lijn onder de 10 procent, zij het dat de score vrijwel gelijk is aan die van 2019. Voor de Kamer (met vicepremier Frank Vandenbroucke als lijsttrekker) verandert 9,5% in 9,1%, voor het Vlaams Parlement (met de Leuvense schepen Bieke Verlinden als lijsttrekker) gaat het van 9,5% naar 9,4% – zulke kleine verschillen na de komma zijn statistisch irrelevant. Vooruit behoudt telkens wel haar twee zetels. Maar naar enig restant van een mogelijk positief Conner-effect is het in Vlaams-Brabant zoeken met een microscoop.

Carl Devos: ‘De verschillen tussen de N-VA en Vlaams Belang zijn veel groter dan het lijkt’

Blauwe en groene verliezers

De Open VLD en Groen zouden op 9 juni wel eens de echte verliezers kunnen zijn. De Open VLD zakt voor de Kamer (met Irina De Knop, Kamerlid en burgemeester van Lennik op nummer één) van 15,4% naar 11,1% en zelfs nog meer voor het Vlaams Parlement (met als lijsttrekker toch Gwendolyn Rutten, Vlaams minister en burgemeester van Aarschot): daar zakt de liberale lijst van 15,6% naar 10,7%.

Ook Groen zou in Vlaams-Brabant achteruitboeren. Voor de Kamer (met Kamerlid Dieter Van Besien als lijsttrekker) zakken de groenen van 11,8% naar 9,3% en voor het Vlaams Parlement van 12,2 % naar 9,9%. Zowel de Open VLD als Groen verliest in Vlaams-Brabant zowel voor de Kamer als voor het Vlaams Parlement telkens één zetel.

Verder blijkt dat ook ongeveer 5 procent van de stemplichtige kiezers niet van plan is om te gaan stemmen. Een kleine 2 procent koos voor een andere partij – dat is zo goed als zeker een onderschatting, gezien het Franstalige publiek van Défi (populair in de faciliteitengemeenten en de Rand).

Ook van belang: 17% zegt wél te gaan stemmen maar heeft nog niet uitgemaakt voor welke partij. Dat is bijna één op de zes kiezers.

De Wever: ‘Alles wat Vlaams Belang zegt, daar ben ik ongeveer tegen’

Dubbeltje op zijn kant

Als deze peiling van Leuven Actueel min of meer klopt, zou niet alleen Vlaams-Brabant maar heel Vlaanderen op 9 juni een kleine aardverschuiving te wachten kunnen staan.

In 2019 was Vlaams-Brabant veruit de ‘slechtste’ van alle kieskringen van het Vlaams Belang – in West- en Oost-Vlaanderen en Limburg behaalde het VB toen meer dan 20%, in Antwerpen meer dan 18%. Maar zelfs in deze probleemprovincie zou het Belang op 9 juni zowel in de Kamer als in het Vlaams Parlement zijn zetels verdubbelen, althans volgens deze peiling.

De peiling van Leuven Actueel suggereert dat het op 9 juni een dubbeltje op zijn kant zal worden of er in het Vlaams Parlement voor het eerst een zogenaamde ‘Guldensporenmeerderheid’ komt van VB en N-VA. In Vlaams-Brabant – zoals gezegd: historisch zeker niet de beste provincie van het VB – zou dat zeer nipt zijn: op 21 te verdelen zetels in Vlaams-Brabant (in 2019 waren het er nog 20) gaan er 11 naar de zogenaamde V-partijen: 6 naar het VB en 5 naar de N-VA, dus 11 op 21. Doordat de PVDA ook één zetel behaalt, hebben alle andere Vlaams-Brabantse partijen samen slechts 9 zetels in het Vlaams Parlement. (3 CD&V, 2 Open VLD, 2 Vooruit en 2 Groen). Een Vlaamse regering vormen door de bestaande regering-Jambon (N-VA, CD&V en Open VLD) uit te breiden met Vooruit, zou nipt volstaan (12 zetels op 21), althans wat betreft de beperkte Vlaams-Brabantse bijdrage aan zo’n meerderheid.

Hoe dan ook lijkt het land af te stevenen op een bijzonder complexe formatie, mogelijk met nog krappere meerderheden en complexere coalities dan we al kenden.

Partner Content