Bert Bultinck

‘Het succes van de stemtests is een symptoom van de “vermarketeering” van de politiek’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Dit weekend kondigde CD&V-voorzitter Sammy Mahdi met enig lawaai de nieuwe marsrichting aan van zijn partij. Die is in grote mate dezelfde als de oude marsrichting, met een aantal nieuwe accentjes, van bijdragen van Facebook aan de schatkist tot een ‘familiekrediet’ voor allerlei vormen van ouderschapsverlof. Maar vooral moet de CD&V van 2024 een mix zijn van ‘complexloos centrumlinks’ en ‘uitgesproken centrumrechts’.

Waar hebben we dat nog gehoord? De mix van socio-economisch linkse plannen en identitair-cultureel rechtse voorstellen is vandaag niet uniek. Om niet te zeggen dat die combo van marktcorrigerend links en migratiekritisch rechts – of het nu ‘complexloos’ is of niet – de plek is waar véél Vlaamse politici vandaag willen zijn. Te veel om goed te zijn voor de vele kiezers die al een beetje zoekende waren. ‘We zijn de leider in het politieke centrum’, zei Mahdi zelfverzekerd dit weekend op het CD&V-verkiezingscongres, maar dat moet nog blijken op 9 juni. Wat wel al zeker is: het wordt zo langzamerhand naar adem happen, daar in het links-rechtse centrum.

De combinatie van een hard migratiebeleid en een stevig sociaal vangnet is in Vlaanderen bij minstens drie partijen in de verkiezingsprogramma’s terechtgekomen, als het al niet jarenlang de kern van het discours was. Vooruit, Vlaams Belang en dus ook CD&V gaan die toer op. Vanzelfsprekend gaapt er soms een kloof tussen het verkiezingsdiscours van een partij en het stemgedrag of de ideologische wortels van een partij. Zo klinkt het Vlaams Belang de laatste weken al eens linkser dan hun stemgedrag op socio-economische dossiers laat vermoeden. De partij stemde jaren geleden in het Europees Parlement tegen een Europees minimumloon én tegen hardere maatregelen tegen fiscale fraude. Maar in eigen land wil het Vlaams Belang nu bijvoorbeeld wel – complexloos, zou je kunnen zeggen – de minimumlonen met vijf procent optrekken. En de laatste weken klinkt zelfs de N-VA, doorgaans cultureel én economisch rechts, net dat tikje socialer dan anders. Of toch als Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele zijn mond houdt.

De zenuwachtigheid over wat al dan niet veel ‘likes’ haalt, zorgt voor een schraler politiek landschap.

Het is geen wonder dat de stemtests die de afgelopen weken werden gelanceerd zo succesvol zijn. Als partijen met zulke verschillende achtergronden als CD&V, Vooruit en Vlaams Belang in hun discours dichter bij elkaar aanschurken, wordt het moeilijk om te kiezen voor wie je moet stemmen en is alle hulp welkom. Natuurlijk zijn er nog wezenlijke verschillen tussen de zeven belangrijkste Vlaamse partijen, maar het viel op dat zelfs de stemtestexperts het moeilijk hadden om stellingen te vinden die exclusief bij één partij te vinden zijn. Vandaar dat er in zo’n test al eens een mineure kwestie opduikt als het uitzenden van de eucharistieviering op de openbare omroep.

Vanuit democratisch oogpunt zijn alle stemtests een goede zaak. Zo’n test is een heel laagdrempelige manier om kiezers vertrouwd te maken met de verschillende standpunten. Hij dwingt partijen ook om hun huiswerk grondig te doen. Sinds er bespaard is op de studiediensten ten voordele van de marketingafdelingen is dat geen overbodige luxe. En voor veel jongeren die voor het eerst moeten gaan stemmen, zijn de stemtests de eerste confrontatie met moeilijke beleidskeuzes.

Toch zegt de populariteit ook iets over het politieke klimaat van vandaag. Het succes van de stemtests is een symptoom van de ‘vermarketeering’ van de politiek. Partijen peilen onophoudelijk de stemming bij het publiek, als waren ze tapijtverkopers, op de markt, bij de militanten en in de peilingen. Dat is an sich niet verkeerd: als een partij niemand representeert dan heeft ze eigenlijk geen bestaansrecht in de machinekamers van de democratie. Maar de obsessie met wat goed in de markt ligt, alsof ideologieën ook maar wasproducten zijn, weegt op de kwaliteit van het debat, en op de vindingrijkheid van de partijen. De zenuwachtigheid over wat al dan niet veel ‘likes’ haalt, zorgt voor een schraler politiek landschap, waar weinig echt nieuwe ideeën het daglicht zien. In die mate dat zelfs ideeën waar een grote consensus over bestaat – de behoefte aan een grondige fiscale hervorming, bijvoorbeeld – in de aanloop naar verkiezingen roemloos sneuvelen.

Sammy Mahdi is niet zo anders dan de andere partijvoorzitters. Hij probeert ook maar zo veel mogelijk stemmen te behalen. Maar ‘complexloos’? Nee, dat is zijn verhaal allerminst.

OPROEP: welke vragen heeft u voor Alexander De Croo, Zuhal Demir of Jos D’Haese?

Partner Content