Peter Casteels

‘Frank Vandenbroucke ging doctoreren in Oxford, Conner Rousseau hield het bij een neuscorrectie’

Kijk, euh, ja: ik ben blij dat Conner Rousseau terug is. Ik ga niet tellen hoeveel rants ik hier vorig najaar over hem en, vooral eigenlijk, de dweperigheid van zijn partij heb gehouden. Ik had er deze week ook makkelijk een nieuwe kunnen opleveren. De ernst waarmee Melissa Depraetere ons nu, bijvoorbeeld, probeert te laten geloven dat het echt een titanenwerk wordt voor Rousseau om vanaf een lijstduwersplaats verkozen te raken, heeft iets buitenaards.

Dat lukt hem zonder campagne te voeren, ook al namen journalisten haar ge-ooh en ge-wee met dezelfde ernst over. Het was vorige week weer meteen heel erg Conner allemaal: Frank Vandenbroucke stapte in de jaren negentig uit de politiek en ging doctoreren in Oxford, Conner Rousseau hield het bij een neuscorrectie.

Je verzint het niet.

Maar het is eenvoudig: hij heeft te veel talent. Hij heeft een traditionele partij weer tot leven gewekt, iets wat velen onmogelijk achtten. Hij heeft Vooruit daarvoor misschien een tik naar rechts gegeven, hoewel die partij onder zijn leiding ook meer dan ooit focuste op sociaal-economische thema’s. Koopkracht is de enige, echte obsessie van Vooruit, niet migratie. Degenen die willen dat hij nooit terugkomt, zijn degenen die een rechtstreeks verband zien tussen zijn racistische uithalen in Sint-Niklaas en het partijprogramma van Vooruit. Dat klopt gewoon niet. De partij heeft, dat wel, altijd een strenger migratiebeleid verdedigd dan progressief Vlaanderen wil.

Een goede reden trouwens, voor progressief Vlaanderen, om zeker niet op Rousseau te stemmen.

Ik heb hetzelfde, als ik dan toch in een sentimentele bui ben, met het naderende einde van Bart De Wever. Dat zou ik betreuren. De kans is groot dat hij een tweede verkiezingsnederlaag voor zijn partij niet als voorzitter overleeft. Er zijn eindeloos veel redenen om ook te ranten over De Wever – hij spreekt al jaren niet meer met Knack, om maar iets te noemen – maar hij blijft overgetalenteerd voor de Vlaamse politiek. De N-VA heeft nog altijd niemand die echt in zijn buurt komt, en ook tijdens deze campagne zal hij in debatten opnieuw de best voorbereide deelnemer zijn. Al meer dan tien jaar hoort hij de kritiek dat hij te lang voorzitter blijft stoïcijns aan. Maar als hij er dit jaar weer niet in slaagt het confederalisme op tafel te krijgen, moet hij het over vijf jaar in 2029 gewoon nog eens proberen. Tenzij hij Vlaanderen in de tussentijd uitlevert aan het Vlaams Belang, uiteraard.

Partner Content