Conner Rousseau (Vooruit): ‘Als ik één ding niet ga doen, is het te snel toegeven’

‘Ik weet ook wel dat mensen niet voor hun plezier vluchten, maar voor mij primeert het algemeen belang.’ © Franky Verdickt
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Als een van de winnaars van 9 juni kan toekomstig Vooruit-voorzitter Conner Rousseau het land in een nieuwe plooi leggen. De socialist heeft een duidelijke visie over waar het met België én Vlaanderen naartoe moet. ‘Ja, ik ben een etatist’

Drie dagen Ibiza. Veel meer ontspanning is Conner Rousseau niet gegund sinds 9 juni. Hier en daar probeert hij wat bij te springen op het jeugdkamp in De Barkentijn, het vakantiecentrum in Nieuwpoort waar hij af en toe nog overnacht. Maar het leven van de toekomstige Vooruit-voorzitter wordt beheerst door twee regeringsvormingen: de Vlaamse en – vooral – de federale. Dat is het lot van een verkiezingsoverwinnaar, en met een score van 13,9 procent was Vooruit een van die winnaars.

En dan moeten de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober nog komen. Op die dag wil Rousseau de sjerp grijpen in Sint-Niklaas. ‘Het zal moeilijk worden’, geeft hij toe wanneer we tegenover hem gaan zitten in het partijhoofdkwartier op de Brusselse Keizerslaan. ‘Maar er zijn maar twee keuzes: huidig N-VA-burgemeester Lieven Dehandschutter of ik. Wie een veiliger, leefbaarder en gezelliger Sint-Niklaas wil, is bij mij aan het juiste adres.’

U wilt aan het hoofd staan van de politie van Sint-Niklaas, het korps waarmee u vorig jaar in aanvaring kwam in café ’t Hemelrijk. Dat klinkt als een Belgenmop.

Conner Rousseau: Een korps bestaat uit meer dan twee mensen, hè. Ik heb die bladzijde omgeslagen. Mijn moeder (Christel Geerts, nvdr) heeft als burgemeester altijd geïnvesteerd in de politie, en dat ben ik ook van plan. Ik ben geloof sterk in nabije politie, in wijkagenten die minder achter hun bureau zitten en een sociale taak opnemen. De politie zal in mij een bondgenoot hebben.

Wat met Antwerpen? Vooruit-lijsttrekker Kathleen Van Brempt zet de deur voor samenwerking met Groen op een kier. Dat kartel komt er?

Rousseau: Nee. Groen heeft al laten weten dat het te kort dag is. En ik denk dat er een verschil is tussen goed samenwerken en samen op een lijst staan, want dat gaan we niet doen. Vooruit wil doorgaan op zijn elan, we kunnen ons verhaal vanuit onze eigen sterkte vertellen. Kathleen en Karim Bachar trekken samen de lijst.

Ik vind dat een sterke keuze van de afdeling, zij zijn perfect complementair. Kathleen is al lang met klimaatdossiers bezig op het Europese toneel – vandaar haar goede link met Groen. En Karim is zowat de sympathiekste schepen van Vlaanderen. Met hem bouwen we een brug tussen het stadhuis en de meer diverse wijken.

‘Nee, in Antwerpen komt er geen kartel met Groen.’

Voormalig schepen Tom Meeuws keert niet terug naar de politiek. Naar verluidt was hij niet ingenomen met uw opmerking dat hij een bescheiden rol moest spelen als lijstduwer.

Rousseau: We kennen elkaar goed genoeg en hij weet wat ik daarmee bedoelde. Ik alludeerde op mijn eigen situatie. Vanaf de laatste plaats heb ik een gigantisch aantal stemmen behaald. Bij hem zou net hetzelfde gebeuren, denk ik.

Na vertrek Tom Meeuws (Vooruit): ‘De N-VA heeft in Antwerpen het rijk nu voor zich’

Was uw campagne bescheiden? U was niet van het scherm weg te slaan.

Rousseau: Nederig en onzichtbaar zijn twee verschillende dingen.

Conner Rousseau: een oefening in narcisme

U bent vandaag de enige kandidaat-voorzitter voor Vooruit. Durft niemand het tegen u op te nemen?

Rousseau: Ik had verwacht dat er mensen zouden opstaan die, met het oog op de lokale verkiezingen, wat naamsbekendheid wilden opdoen. Of mensen die echt een andere lijn willen bewandelen dan ik. Maar we hebben het gewoon goed gedaan bij de verkiezingen, en dat na een moeilijk jaar. Het interne vertrouwen is altijd gebleven. Mijn persoonlijke resultaat van 75.801 voorkeurstemmen was de kers op de taart.

© Franky Verdickt

Had de partij 13,9 procent kunnen behalen zonder u?

Rousseau: Dat is een vraag die we nooit zullen kunnen beantwoorden. Ik denk zeker dat ik een meerwaarde ben gebleken. Zeker met de laatste zetel die ik nog binnenhaal in Oost-Vlaanderen. ‘s Nachts rond 1 à 2 uur is die zetel geflipt van het Vlaams Belang naar ons. Die heeft ervoor gezorgd dat het Vlaams Belang geen 32 maar 31 zetels in het Vlaams Parlement heeft. Daardoor kwam de N-VA en niet het Vlaams Belang aan zet. Bovendien behalen beide partijen samen geen meerderheid. Tijdens de hele campagne hebben we consequent de strijd tegen een extreemrechtse regering vooropgesteld, zelfs wanneer iedereen zei dat we het Vlaams Belang zo alleen maar groter zouden maken. In de Denderstreek en in Sint-Niklaas gaat het Belang níét vooruit. In Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Antwerpen hebben we Belang-kiezers teruggewonnen. En doordat het Vlaams Belang door de mand is gevallen, onder meer in debatten met mij, zijn twijfelende kiezers uiteindelijk naar de N-VA gegaan.

Wat is de toverformule om het Vlaams Belang te stuiten?

Rousseau: Mensen appreciëren mijn volkssocialisme. Ik ben ook gaan luisteren: van de Denderstreek over Geraardsbergen tot Wortegem-Petegem. Ik sta niet te boek als politiek correct. Ik heb altijd gezegd dat we de problemen moeten benoemen, ook als die voor links moeilijk hebben gelegen. En we benoemen niet alleen de problemen, we komen ook met oplossingen.

‘Ik sta niet te boek als politiek correct. Ik heb altijd gezegd dat we de problemen moeten benoemen, ook als die voor links moeilijk hebben gelegen.’

We zitten nu in de derde fase: het verschil maken. We houden rekening met de signalen van de Vlaams Belang-kiezers. Ik ben ervan overtuigd dat een groot deel van hun problemen opgelost kan worden met centrumlinks beleid – met investeringen in de zorg, in koopkracht en een heel strak kader rond migratie en integratie, wat onze welvaartsstaat alleen maar versterkt.

Het Deense model, zeg maar.

Rousseau: Ik ben het niet met alles eens, maar het Deense basisverhaal is sterk. Na corona heeft de sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen drie goede dingen gedaan: meer investeringen in groene energie, meer investeringen in kinderopvang en onderwijs, en een hogere roerende voorheffing op dividenden. Een welvaartsstaat is een sterke overheid die de lasten eerlijk verdeelt. Dat moet de focus van de volgende regering worden: economische groei én de koek eerlijker verdelen.

Groei? Bart De Wever (N-VA) zal in de wolken zijn als hij u hoort. Enkele maanden geleden sprak Paul Magnette, voorzitter van uw zusterpartij PS, nog over ‘agrowth’, de afwezigheid van groei.

Rousseau: Als je niet streeft naar economische groei belanden we snel in een recessie. Kijk naar wat er in de rest van de wereld gebeurt: van China tot de Verenigde Staten wordt er met geld gesmeten. De druk op de Europese economie groeit alleen maar. Alleen als onze economie groeit, kunnen we onze schulden makkelijker terugbetalen, waardoor er opnieuw zuurstof komt om genoeg te herverdelen en iedereen kansen te geven. En aangezien wij een kenniseconomie zijn, wordt het niveau van ons onderwijs een essentieel onderdeel van onze groei. We hebben dus ook productieve investeringen nodig.

België zit op het Europese strafbankje, en moet de komende jaren 27 miljard euro vinden, maar u wilt nieuwe investeringen. Rekent u erop dat Europa een oogje dichtknijpt?

Rousseau: We moeten eisen dat we productieve investeringen buiten de begroting mogen houden. We moeten naar Europa stappen met een geloofwaardig plan waarin we naar een gezondere begroting gaan. Ik wil ver meegaan in hervormingen. Ik ben de jongste aan tafel, ik ben bereid om ook aan mijn generatie te denken. Er zullen moeilijke knopen doorgehakt moeten worden maar mits er een eerlijke verdeling komt, zal dat lukken. Op het vlak van pensioenen verwacht de EU wel iets van ons. Maar we moeten blijven investeren, anders loopt het spaak en zal het ons op termijn meer kosten.

Geeft u eens een voorbeeld.

Rousseau: Ik ben een van de grootste pleitbezorgers van investeringen in spoorwegbeheerder Infrabel. Elke euro die je daarin steekt, brengt 2,83 euro op. We kampen met een recordaantal files, we moeten meer cargo op het spoor krijgen. Als je de spoorlijnen versterkt, versnelt het transport en dus de economie. En het is ook nog eens beter voor het klimaat. Oosterweel, een project voor auto’s, mochten we van Europa buiten de begroting houden. Dan mogen we toch hetzelfde verwachten voor treinen?

Saneren en tegelijk meer investeren. Is dat de formule om de Arizona-coalitie van N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés te doen werken?

Rousseau: Vooralsnog zitten we niet in zo’n regering, maar ik zou het zo doen, ja. Als men een centrumrechtse regering wil maken die bespaart in de zorg en de sociale zekerheid, dan doen we niet mee. De sterkste schouders zullen de zwaarste lasten moeten dragen. Zoals Johan Vande Lanotte (Vooruit) zei: als ik enkel vis eet, moet je mij niet uitnodigen voor een vleesrestaurant.

‘Ik denk dat jullie die bromance met Bart De Wever wat overdrijven. Elkaar een beetje vertrouwen en respecteren: meer is dat niet, hoor.’

Toen bij aanvang van de regeringsonderhandelingen bleek dat Vooruit zijn huid duur zou verkopen – door te zeggen dat ‘de kans klein’ was dat u in een federale regering zou stappen – werd dat slecht onthaald bij sommige commentatoren en opiniemakers. Stoort u dat?

Rousseau: Ja, omdat ik dat cynisch vind. Zulke opmerkingen komen van dezelfde mensen die vóór de verkiezingen zeggen: ‘We zullen wel zien wat er van hun verkiezingsbeloftes overblijft.’ Soms denk ik dat jullie gewoon iets nodig hebben om over te kunnen schrijven.

De coalitiepuzzel viel erg gunstig, zowel op Vlaams als federaal niveau. Was er dan te veel euforie?

Rousseau: Ik hoop dat het sneller kan gaan dan vorige keer, maar het moet degelijk in elkaar zitten. Als het nu te snel gaat, stuit je binnen de kortste keren op constructiefouten. Kijk, er komen moeilijke jaren aan. Veel mensen, ook binnen mijn partij, zeggen dat we erbij moeten zijn om sociale afbraak te voorkomen. Ik wil méér dan alleen de pijn verzachten.

We willen de fiscaliteit hervormen. We willen hervormen in de gezondheidszorg om erin te kunnen blijven investeren. In de zorg hebben we een sociaal akkoord nodig om de lonen en werkomstandigheden te verbeteren. We stellen ons dus niet enkel defensief maar ook offensief op.

© Franky Verdickt

Voor de camera’s zei u dat u niet gelooft dat De Wever wil landen vóór 13 oktober.

Rousseau: Ik kan me moeilijk voorstellen dat hij zijn Antwerpse burgemeesterssjerp al zal afgeven voor de lokale verkiezingen. Als hij het wel meent om premier te worden, des te beter.

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is plots een koorknaapje. Hij lijkt een pak rustiger.

Rousseau: Ik zou ook rustig zijn mocht ik 30 procent behalen. (lacht) Het is hem gegund. De vraag is hoelang hij het volhoudt.

De zegetocht van Georges-Louis Bouchez (MR): ‘Hij is in het echt veel leuker dan op televisie’

U investeerde de afgelopen jaren heel wat in uw bromance met Bart De Wever. Nu volgt de grote relatietest. Vreest u niet dat u te veel zult toegeven ter wille van uw goede verstandhouding?

Rousseau: Eerst schrijven jullie dat ik op de rem sta, en nu zou ik te snel plooien. Wat is het nu? Als ik één ding niet ga doen, is het te snel toegeven. Ik denk dat jullie die bromance ook wat overdrijven. Elkaar een beetje vertrouwen en respecteren: meer is dat niet, hoor.

Op zich is het natuurlijk belangrijk dat er goede relaties zijn. Als Bart De Wever de volgende premier wordt, is het voor mij als toekomstig voorzitter hyperbelangrijk om met hem een goede verstandhouding te hebben – óók voor de belangen van mijn partij.

Bart De Wever en Conner Rousseau: de bromance die het land moet redden

Los van de persoonlijke relaties zijn er ook inhoudelijke. Wat Vooruit en de N-VA bindt, zegt de CD&V, is jullie etatisme. De overheid wordt zo dé sturende factor. Baby’s moeten zo snel mogelijk naar de crèche, kleuters moeten vanaf 3 jaar naar school. CD&V-voorzitter Sammy Mahdi krijgt er koude rillingen van.

Rousseau: Ja, ik ben een etatist. Een sterke overheid moet een welvaartsstaat uitbouwen die iedereen kansen biedt. Echte vrijheid is de taal voldoende kennen zodat je kunt opklimmen op de sociale ladder. Echte vrijheid is genoeg geld hebben, en een netwerk waardoor je een volwaardig deel van de samenleving kunt zijn. Collectieve vrijheid wil zeggen dat je collectieve middelen organiseert op een manier waarop iedereen gelijker aan de startmeet begint. (op dreef) Het paternalistische idee van de CD&V is om over ieder kopje een beetje geld te strooien in de hoop dat alles opgelost raakt. Het CD&V-model faalt. Het zorgt ervoor dat kinderen die perfect gezond zijn aan ziekenhuizen worden toegewezen door een gebrek aan plaats in de jeugdhulp. Dat gebeurt écht, hè (in 2023 gebeurde dat met 147 kinderen, nvdr). Ik wil dit toch eens gezegd hebben: ik vind het hypocriet dat een partij die zich bemoeit met de buik van een vrouw tijdens de zwangerschap en met het waardig sterven van mensen met dementie anderen verwijten dat ze zich te veel zouden bemoeien met het leven van mensen.

Zoals het er nu naar uitziet, claimt de N-VA het Vlaamse departement Welzijn. De zuilen zien dat niet zitten.

Rousseau: Ik ben geen ministersposten aan het verdelen, maar er zal altijd een rol zijn voor het middenveld. Dat is niet hetzelfde als zeggen dat er niets mag veranderen, er moet aan die boom geschud worden. Sommige structuren zijn al twintig jaar dezelfde, er zijn tal van koterijen. Die mogen we wel eens tegen het licht houden, in het belang van de patiënt, de mensen op de wachtlijsten en het personeel.

Federaal wordt migratie een grote uitdaging. In uw programma belooft u meer grip op migratie, maar dat blijkt meestal makkelijker gezegd dan gedaan. Kweekt u nu al de ontevreden kiezers van morgen?

Rousseau: Momenteel heb je two ways to lose. We doen het niet goed voor mensen die naar hier komen – het is schandalig dat asielzoekers, ook kinderen, op straat slapen –, en we doen het niet goed voor de mensen die er al zijn. Er zullen eventjes minder mensen moeten binnenkomen om de boel hier op orde te zetten.

‘Er zullen eventjes minder mensen moeten binnenkomen om de boel hier op orde te zetten.’

Ook moeten we strenger zijn bij integratie. Als je het onderwijsniveau wilt opkrikken, dan is Nederlands de basis. Je kunt de kinderopvang en scholen vragen om te testen op het Nederlands. Niet om het Groot Dictee der Nederlandse Taal te winnen, maar om samenhorigheid te kweken en de welvaartsstaat te verbeteren.

‘De anxiety van working class people is dat, als ze op links stemmen, wij heel de wereld zullen binnenhalen’, zei u tijdens een lezing in Amsterdam. Hoe hebt u die angst kunnen wegnemen?

Rousseau: Mensen weten dat ik streng ben, en dat het met mij niet vrijheid, blijheid is. Streng en sociaal kunnen perfect samengaan. Wie geen migratie wil, moet maar voor het Vlaams Belang stemmen – dat is sciencefiction. Maar wie gecontroleerde migratie wil, die vindt in mij een bondgenoot. In dat model pakken we drempels op de arbeidsmarkt voor nieuwkomers aan en zitten we mensen achter de veren opdat ze zouden werken. Daarbij zullen we hen beter belonen en beschermen.

Maurits Vande Reyde, kandidaat-voorzitter van de Open VLD, stelt een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers voor. Goed idee?

Rousseau: Ik doe daar geen uitspraken over, want ik weet zelfs niet of dat een echt voorstel is.

Voorzittersverkiezingen Open VLD: schaduw van Alexander De Croo hangt boven de race

Uw verkiezingsprogramma sprak over ‘integratiesteun’ die het leefloon de eerste drie jaar zou vervangen. ‘Enkel actieve deelname aan het inburgeringstraject opent het recht op deze steun.’

Rousseau: Het moet opnieuw eerlijker worden en er moeten voorwaarden komen. Het idee van rechten en plichten is een oeroud socialistisch principe. Wie zijn best doet, zullen we helpen. Wie dat niet doet, heeft hier geen plaats.

Ik weet ook wel dat mensen niet voor hun plezier vluchten, maar voor mij primeert het algemeen belang. Wij zijn een bestemmingsland geworden. In verhouding tot andere landen in Europa komen zeer veel mensen hiernaartoe. En dat is gewoon omdat wij de meeste financiële steun uitkeren. Zolang we daar niets aan doen, verandert er niets.

Terug naar de gemeenteraadsverkiezingen. Is het na 13 oktober gedaan met de coalities tussen Vooruit en de PVDA in Zelzate en Borgerhout?

Rousseau: Ik zal er niet persoonlijk de stekker uittrekken. Ik hoop alleen dat we erin slagen de extremen kleiner te maken. De PVDA heeft een leugenachtige en agressieve campagne gevoerd tegen ons.

‘Niet het Vlaams Belang, maar Conner Rousseau is voor de PVDA staatsvijand nummer één.’

Ik heb vaak het gevoel dat men meer bezig is met stemmen van Vooruit af te pakken dan met dingen te veranderen. Niet het Vlaams Belang maar Conner Rousseau is hun staatsvijand nummer één. Dat weegt op onze lokale afdelingen.

Knack heeft uw aantijgingen over het nepnieuws van de PVDA onderzocht, maar heeft amper bewijzen gevonden.

Rousseau: Maar men heeft dat zelfs in de Antwerpse gemeenteraad gedaan, door valselijk te beweren dat we Israëlische traangaswapens zouden aankopen. Vrienden van mij kregen in Borgerhout PVDA’ers aan de deur die zeiden dat Vooruit de staat Palestina niet wil erkennen. Dat is een leugen. Nogal wiedes dat er weinig bewijzen zijn, want zoiets deed de PVDA niet op papier of via sms.

En dus kunnen wij dat als pers moeilijk bewijzen.

Rousseau: Van mij hoeven jullie dat niet te bewijzen. Ik zeg u alleen maar dat ik het niet één, niet twee, maar honderden keren heb gehoord. En dan vind ik het straf dat jullie altijd diezelfde vraag blijven stellen over samenwerking met de PVDA, terwijl zij schijnheilig blijven beweren dat ze met ons willen samenwerken. Als ze al voor de schermen liegen, dan wil ik me niet voorstellen wat ze achter de schermen doen.

Stoort het u dat een partij zich richt tot de Belgische moslimbevolking om stemmen te werven?

Rousseau: Iedereen richt zich op wie hij wil. Ik vind het wel zorgwekkend dat mensen die zich vaak in kwetsbare situaties bevinden – lage lonen, slechte huizen en weinig kansen op de arbeidsmarkt – zich laten verleiden tot een zwart-witverhaal over onverdoofd slachten, de hoofddoek en lgbtq. Deze samenleving heeft hard gevochten tegen de kerk om haar vrijheden te bekomen. Dat juk van de kerk is er trouwens nog altijd wanneer het gaat over draagmoederschap of euthanasie bij dementie. Partijen die van het religieuze een prioriteit maken zijn gevaarlijk.

‘Als je Allah als argument gebruikt in het parlement, dan zijn we ver terug in de tijd aan het gaan.’

U hebt het nu ook over Team Fouad Ahidar, de partij van uw gewezen partijgenoot, die het onverwacht goed deed in Brussel?

Rousseau: Ik vind Fouad best een aangename mens, volgens mij kunnen we in Brussel nog altijd met hem samenwerken.

Maar als je Allah als argument gebruikt in het parlement, dan zijn we ver terug in de tijd aan het gaan. Dat staat haaks op de manier waarop ik integratie zie.

David Van Reybrouck: ‘Een aardverschuiving in Brussel’

Zou Ahidars succes te wijten kunnen zijn aan het feit dat sommige moslims zich niet meer thuis voelen in uw partij? Denk aan uw uitspraak over Molenbeek, en hoe u er zich niet in België voelt.

Rousseau: Wij zijn de fractie met het meeste aantal moslims in het Vlaams Parlement, dus ik begrijp niet wat u bedoelt.

Tot slot, u deelt uw partijhoofdkwartier met de PS, de partij die mogelijk oppositie tegen u zal moeten voeren. Hebt u al een scheidingswand besteld voor in de cafetaria?

Rousseau: Het zou een rare situatie zijn als we inderdaad zonder de PS in een regering zouden stappen. Maar voor een scheidingswand is er geen geld. (lacht).

Conner Rousseau

1992: Geboren in Sint-Niklaas.

Studie: Rechten (UGent).

2013-2019: Communicatieadviseur bij Freya Van den Bossche en John Crombez (SP.A, vandaag Vooruit) en uiteindelijk partijwoordvoerder.

Sinds 2019: Vlaams Parlementslid en partijvoorzitter.

November 2023: Neemt ontslag als voorzitter na racistische uitlatingen in een café.

9 juni 2024: Lijstduwer van de Oost-Vlaamse Vooruit-lijst voor het Vlaams Parlement.

Partner Content