Plastic dopjes moeten straks vastzitten aan drankflessen
De Europese Commissie heeft maandag haar langverwachte actieplan tegen plastic en ander zwerfvuil op zee voorgesteld.
Ze heeft ‘proportionele’ maatregelen uitgewerkt om het gebruik van de kunststofproducten die het meest in de natuur worden aangetroffen aan banden te leggen. Verschillende plastic producten moeten van de markt verdwijnen, drankflessen voor eenmalig gebruik die van plastic zijn gemaakt, zullen enkel nog op de markt zijn toegelaten als de doppen en deksels eraan vastzitten.
Dat de Commissie bepaalde wegwerpplastics wil verbieden, was al langer bekend. Maandag kondigden vicevoorzitters Frans Timmermans en Jyrki Katainen aan dat het verbod zal slaan op plastic wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes en ballonnenstokjes. Die producten zullen enkel nog van duurzame materialen mogen worden gemaakt.
Van andere producten zullen de lidstaten het gebruik moeten terugschroeven, zoals plastic bekers en andere houders en potjes waar slechts eenmalig voedingsmiddelen in worden bewaard.
‘Ze kunnen dit doen door nationale reductiedoelstellingen vast te stellen, alternatieve producten beschikbaar te maken in het verkooppunt of ervoor te zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis ter beschikking mogen worden gesteld’, suggereert de Commissie.
Van de producenten van plastic producten wordt dan weer verwacht dat ze bijdragen aan de kosten van afvalbeheer en schoonmaak, maar ook van bewustmakingsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van bijvoorbeeld wikkels voor chips en snoep, vochtige doekjes, ballonnen en lichte plastic draagtassen. Het gebruik van zulke plastic zakjes werd eerder al aan banden gelegd, maar leidde in Vlaanderen nog niet tot een verbod. In Wallonië en Brussel is dat wel het geval. Nu wil de Europese Commissie de industrie ook stimuleren om minder vervuilende alternatieven voor haar producten te ontwikkelen. De lidstaten worden gevraagd om tegen 2025 negentig procent van de plastic drankflessen voor eenmalig gebruik in te zamelen.
De Commissie stelt hen voor om bijvoorbeeld een statiegeldregeling in te voeren. Ook in Vlaanderen werd de invoering van statiegeld op blikjes en flesjes al in het vooruitzicht gesteld, maar de regering kon het over het dossier nog niet eens worden.
In haar richtlijn heeft de Commissie tevens etiketteringsvoorschriften geïntegreerd, die stipuleren dat op bepaalde producten een duidelijk en gestandaardiseerd etiket zal moeten worden aangebracht dat aangeeft hoe het afval correct kan worden verwijderd, wat de negatieve milieugevolgen zijn en of er kunststof in het product aanwezig is. Dit zal van toepassing zijn op maandverbanden, vochtige doekjes en ballonnen. De lidstaten zullen verplicht worden om consumenten bewust te maken van de negatieve gevolgen van zwerfvuil van kunststof voor eenmalig gebruik en van de beschikbare systemen voor hergebruik en afvalbeheeropties voor al deze producten.
Het voorstel van de Commissie omvat behalve wegwerpplastic ook verloren en achtergelaten vistuig. Dat is goed voor 27 procent van al het zwerfvuil op het strand en in de zee. Wegwerpplastics staan in voor 43 procent.
Door op verschillende producten verschillende maatregelen toe te passen, maakt de Commissie zich sterk dat de regels ‘proportioneel (zijn) en op maat gemaakt om de beste resultaten te bereiken’. ‘Voor producten waarvoor geen kant-en-klare alternatieven bestaan, ligt de focus op het terugdringen van hun gebruik via een nationale vermindering van de consumptie, voorschriften inzake ontwerp en etikettering, en verplichtingen op het vlak van afvalbeheer en sanering voor de producenten.’
De Commissie hoopt dat het Europees Parlement en de lidstaten tegen de verkiezingen van mei 2019 een akkoord kunnen vinden over haar richtlijn. Daarna krijgen de lidstaten nog twee de tijd om de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten. Voor het op de markt brengen van plastic flesjes waarvan de dopjes niet verwijderd kunnen worden, zullen ze drie jaar krijgen.
Philippe De Backer en Joke Schauvliege steunen EU-richtlijn tegen wegwerpplastic
Zowel federaal staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open Vld) als Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) laat zich maandag positief uit over de EU-richtlijn tegen wegwerpplastic. Beiden noemen het een goede zaak de producenten te laten betalen voor de kosten van en het opruimen en het verwerken van afval.
‘De tijd is rijp om plastic die maar één keer gebruikt wordt te bannen’, zegt De Backer. ‘Kijk bijvoorbeeld naar rietjes. Het is niet langer verantwoord om plastic maar enkele seconden te gebruiken terwijl het een eeuwigheid duurt om die af te breken. We moeten daarom allemaal onze verantwoordelijkheid nemen.’ Hij vindt het ‘de juiste keuze van de Europese Commissie om producenten te laten betalen voor de kosten van en het opruimen en het verwerken van afval’.
Maar ook de consument is verantwoordelijk, stelt De Backer. ‘Etiketten en campagnes zullen consumenten aansporen om minder plastic te gaan gebruiken of plastic in de vuilbak te gooien en niet te laten rondslingeren. Nu de zomer voor de deur staat, zullen er ook meer opruimacties georganiseerd worden aan de kust. Het is tijd om allemaal samen zorg te dragen voor onze zeeën en oceanen.’
Vlaams minister Schauvliege zegt dat de ontwerprichtlijn aansluit op haar verpakkingsnota. ‘Ook Europa legt de nadruk op de producentenverantwoordelijkheid – wie afval in omloop brengt, moet mee betalen – en wijst op statiegeld als een belangrijk deel van de oplossing voor het zwerfvuil dat op straat ligt.’ Met haar richtlijn wil de Commissie het afval van wegwerpplastic in de zeeën en wateren aanpakken. In de Noordzee drijven er gemiddeld 3.875 items per vierkante kilometer, waarvan bijna 96 procent bestaat uit plastic. Dat is beter dan het mondiale gemiddelde van 13.000 stukken plastic per vierkante kilometer in zeeën en oceanen.