Ludo Bekkers
Pionierster van de fotografie: Julia Margaret Cameron in Gent
Het is nu tweehonderd jaar geleden dat Cameron werd geboren en 150 jaar na haar eerste museumtentoonstelling. Vandaag is deze baanbrekende fotografe te bekijken in Gent.
Het is me wat met de pioniers van de fotografie. Wat een gedoe met zware apparatuur glasplaten en gevaarlijke chemicaliën, oneindig veel geduld en onderliggende na-ijver. Louis Daguerre (1787-1851), Henry Fox Talbot (1800-1877), Joseph Nicéphore Niépce (1765-1833) en andere knappe koppen ontwikkelden en verbeterden de technische kant van de fotografie. Anderen maakten daarvan gebruik om een nieuwe kunstvorm uit te proberen en dan duiken er andere namen op waarvan de voornaamste eigenschap was dat de meesten de schilderkunst wilden nabootsen.
Dat was, zo zou blijken, niet anders met Julia Margaret Cameron (Calcutta, 1815 – Ceylon,1879) al was zij een late roeping. Van haar dochter en schoonzoon kreeg ze pas voor haar 48e verjaardag een camera aangeboden, zo’n houten model waarin glasplaten werden geschoven met een soortement harmonica vooraan die de lens meer nabij of verderaf kon laten schuiven. Dat ze in India werd geboren werd had te maken met het feit dat haar vader daar en later in Ceylon beambte was bij de Oost-Indische Compagnie. Haar moeder was een Française uit de aristocratische bovenlaag en dat was wellicht de reden dat Margaret het grootste deel van haar opvoeding in Frankrijk genoot. Toen ze na een ziekte herstelde in Zuid-Afrika ontmoette ze de Britse sterrenkundige Sir John Herschel die haar liet kennis maken met fotografische beelden en dat levenslang zou blijven doen waardoor ze uitstekend gedocumenteerd zou blijven over de evolutie van het nieuwe medium. Het was ook daar, in Afrika, dat ze Charles Hay Cameron leerde kennen die haar echtgenoot werd. Na een meer dan tienjarig verblijf in Ceylon verhuisde het gezin met ondertussen vier kinderen naar Engeland en meer bepaald naar het eiland Wight. Tijdens de tien jaren dat het gezin daar woonde situeert zich ook het grootste deel van haar fotocarrière.
Bewust van haar kwaliteiten
Het is nu tweehonderd jaar geleden dat Cameron werd geboren en 150 jaar na haar eerste museumtentoonstelling. Hoezo, een museumtentoonstelling en dan nog in de voorloper van het huidige Victoria & Albertmuseum in Londen. Dat zegt uiteraard veel, zo niet alles, over de kwaliteit van haar oeuvre en haar toenmalige professionele reputatie. De fotografe stond toen als een van de eersten in de rangorde van haar collega’s. Uit de nagelaten correspondentie blijkt dat ze ook een allesbehalve wereldvreemd personage was en dat ze bliksems goed wist wat ze artistiek waard was en joe dat aan de man te brengen. In mei 1865, amper tien jaar na haar debuut, schreef ze een brief naar Henry Cole, de toenmalige directeur van het South Kensington, het latere Victoria & Albertmuseum. Daarin schrijft ze ; “Ik stuur mijn portfolio … Ik zou zo trots en zo verheugd zijn indien deze volledige reeks in uw museum zou worden opgenomen”. De dag voor ze die brief verstuurde vinden we in de nota’s van de heer Cole het volgende : “Bij Mrs. Cameron in Litlle Holland House om mijn portret in haar stijl te laten fotograferen”. Zouden we dat vandaag niet een weinig corruptief kunnen noemen ? Gelukkig voor de fotogeschiedenis kwam de portfolio in de verzameling en dat maakt veel goed. Maar het bewijst dat de fotografe wel heel bewust was van haar kwaliteiten en talent. Bovendien beheerste zij de toen moeilijke techniek van de fotografie, zij het dan niet volmaakt. Het vooraf bewerken van de glasplaten, het fixeren en ontwikkelen was een delicate en niet ongevaarlijke bezigheid waar veel chemische vaardigheid bij te pas kwam en die ze onder de knie kreeg.
Opmerkelijke fouten
Het oeuvre van Cameron moeten we bekijken met de ogen van haar tijd. Het moet gezien worden in de geest van de Prerafaëlieten die zich afzetten tegen de tradionelen die het Victoriaanse imperium verheerlijkten. Schilders als Rossetti en Millais lieten het esthetische en symbolische prevaleren op het concrete. Daar haakte de fotografe duidelijk op in. Met medewerking van familieleden, vrienden en huispersoneel, die ze vereeuwigde in talrijke portretten ensceneerde ze Madonna groepen, dromerige en extatische afbeeldingen van personages met lyrische inslag, Idyllische beelden ter illustratie van gedichten van Alfred Tennyson (1809-1892) die klassieke mythologische thema’s koos en ze manifesteerde zich ook als aandachtig toeschouwer in de Britse kolonies waar de eerste roerselen van ontvoogding te merken vielen. Vele van haar foto’s vertonen opmerkelijke fouten te wijten aan onzorgvuldige behandeling tijdens de opname of de ontwikkeling van de beelden. Witte of zwarte vlekjes, onzorgvuldige achtergronden, het deed er niet toe en die foto’s werden even hoog geschat als haar andere beelden. Ze hangen dan ook ongegeneerd tussen de anderen op de tentoonstelling. Het is niet evident dat we vandaag haar oeuvre naar waarde kunnen schatten zoals Virginia Woolf het haast dithyrambisch beschreef. We staan nu ver af van haar manier van kijken, interpreteren en beleven. Maar, met enige nostalgie, lukken we er wel in om in haar wereld te duiken en er een sentimenteel genot uit te puren. Het is even wennen maar het loont.
Tentoonstelling “Julia Margaret Cameron”, Gent, Museum voor Schone Kunsten, nog tot 14 juni.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier