Sarah Claerhout
Optima: ‘Laat de lokroep van de macht geen strop om de nek van jonge politici worden’
‘De Optima-zaak maakt nogmaals duidelijk hoezeer politiek, eigenbelang en kliekjesvorming soms hand in hand gaan’, schrijft Sarah Claerhout (CD&V). ‘Ben ik dan naïef als ik geloof dat politici ten dienste moeten staan van de mensen?’
De hoogste gezagsinstanties van mijn stad lieten zich de voorbije weken niet van hun fraaiste kant zien. Vriendjespolitiek, kliekjesvorming, intriges en corruptie: het lijkt wel House of Cards met in elke aflevering nieuwe acteurs. Van Wall Street naar de Veldstraat, van Washington naar Gent: het is maar een verandering van decor.
Ik las het nieuws over Optima in de krant. Het is een schokkend verhaal, maar helaas geen unicum. Uiteraard is het belangrijk dat de zaak ten gronde wordt uitgespit, dat duidelijk wordt wie de verantwoordelijken zijn en dat misbruiken en belangenvermenging worden bestraft.
Optima: ‘Laat de lokroep van de macht geen strop om de nek van jonge politici worden’
Hoe dan ook, na het Optima-verhaal lijkt het groeiende anti-establishment gevoel andermaal gerechtvaardigd. Elke keer ergens maskers vallen, vraag ik me af: is dit de politieke wereld waar ik deel van uitmaak? Want, als politiek zo werkt, waarom heeft een mens er dan nog vertrouwen in? Kunnen we politici nog geloven? Roepen dergelijke situaties niet terecht woede en wantrouwen op? Die reacties en gevoelens zijn uiteraard begrijpelijk.
Tegelijk maskeert die gedachtegang een groot gevaar, namelijk dat de politiek op zich wordt afgeschreven. Het moet gezegd dat bepaalde politici daar gretig aan meedoen ter bevordering van de eigen carrière. In plaats van samen met mensen over problemen na te denken, moedigen ze giftige emoties en gedachten aan om zo voor zichzelf stemmen en macht te verwerven. Ze polariseren en cultiveren een antihouding: tegen de ’traditionele partijen’, tegen het middenveld, tegen de vakbonden, en zo meer. Op die manier voedt het anti-establishment de antipolitiek.
Ongenoegen kanaliseren
Eén zaak moeten we echter goed beseffen: als we dat oorspronkelijke vertrouwen kapotmaken en als wantrouwen de algemeen aanvaarde houding tegenover onze instellingen wordt, ontmantelen we onze samenleving. Op die manier zetten we ongenoegen om in extremisme. Terwijl de politiek feitelijk zou moeten dienen om het ongenoegen van de mensen en hun gegronde bekommernissen te kanaliseren en daar vervolgens oplossingen voor te zoeken.
Wat is er fout gegaan? Het cliché leert dat kliekjes, machtsmisbruik en ‘zakkenvullers’ van alle tijden zijn. Dat klopt, maar nu is er meer aan de hand. Vandaag identificeren de mensen de politiek zelf met dat misbruik. Daardoor vergeten we waar het in het politieke leven wezenlijk om draait: het algemeen belang en het welzijn van de mensen.
Generatie die politiek reduceerde tot management
Ons land kent een lange traditie van staatsmannen en volksbewegingen die telkens weer de focus legden op dat algemeen belang. Er was altijd al een sterke stroming in het middenveld die dat nastreefde en blijvend voor ogen hield. Maar precies dat is de afgelopen decennia sterk veranderd. Er is destijds een generatie politici opgestaan die geloofde en beweerde dat ze de politiek grondig moest hervormen door managementcriteria te introduceren. Die politici hadden het voortdurend over de nood aan ‘bedrijfscultuur’ en ‘professionalisme’, alsof politiek zomaar tot ‘management’ en ‘vlotte communicatie’ valt te reduceren…
Algemeen belang
Het lijdt geen twijfel dat hier iets fout is gegaan. Het verhaal waarin die politici geloofden, komt uit een wereld die zich eenzijdig richt op winstmaximalisatie en particuliere belangen – van ceo’s en aandeelhouders. De financiële crisis van 2008 legde het corrupte daarvan bloot. De feiten zijn genoegzaam bekend: kliekjes van topmanagers, academici en politici hielden een systeem in stand waar ze rijk en machtig van werden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onder het mom van ‘professioneel management’ twee nieuwe trends hun intrede deden in de politiek: de collusie van machtige mensen die elk hun eigenbelang nastreven, en van politici die met behulp van reclamebureaus goed trachten over te komen teneinde hun stemmenaantal te maximaliseren – dé maatstaaf van succes in de politiek.
Zij zijn helaas vergeten, en ze willen ons ook doen vergeten, dat politiek over het algemeen belang van de mensen gaat en dat de uiteindelijke doelstelling erin bestaat zo veel mogelijk misstanden, onrecht en ellende uit de wereld te helpen.
‘Hoe vaak krijg ik als jonge beginnende vrouwelijke politica niet het advies dat ik dringend moet inzien dat het uiteindelijk toch allemaal om macht draait?’
De gewezen Gentse SP.A-topminister Luc Van den Bossche gold bij velen als hét schoolvoorbeeld van de zogenaamde succesvolle politicus-manager. Overal waar hij kwam, bracht hij het ‘management’-jargon binnen, van de administratie tot de universiteit. Nu zien we wat de gevolgen van zo een aanpak zijn.
Net zoals andere generatiegenoten heb ik mij politiek geëngageerd vanuit een sociale bekommernis voor mijn medemensen, zowel in Vlaanderen, in ons land als in mijn stad Gent. Ik blijf ervan overtuigd dat wij de vele problemen waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd, kunnen aanpakken en dat politici en burgers daarover samen kunnen denken en daartoe samen kunnen werken. Maar blijkbaar is dat vandaag voor velen een naïeve gedachte, die in schril contrast staat tot het najagen van macht en geld, en het spreken in managementstaal of het kweken van een kliek van consultants. Dat is zogezegd de echte wereld.
Hoe vaak krijg ik als jonge beginnende vrouwelijke politica niet het advies dat ik dringend moet inzien dat het uiteindelijk toch allemaal om macht draait? Nochtans leidt uitgerekend die instelling tot de pseudopolitiek waar we allen zo ziek van zijn en waar we ons vol afschuw van afkeren.
Propaganda van de antipolitiek verwerpen
Voor een goed begrip: dat is niet de wereld waarin ik als politica wil leven. Voor ons, politici van de nieuwe generatie, kan en mag dat geen optie zijn. Wij moeten daarentegen allereerst een nieuw perspectief bieden aan een bevolking die zich gedegouteerd van de politiek heeft afgekeerd.
We moeten opnieuw opkomen voor de idealen van onze democratische rechtsstaat: het nastreven van het algemeen belang, het bevorderen van de samenhang in het sociale weefsel, het herstellen van het evenwicht tussen de verschillende maatschappelijke categorieën en het oog hebben voor hun bekommernissen. Het doel van dat alles blijft de creatie van een gemeenschap waarin iedereen zich kan ontplooien. Welnu, dat kan alleen als je de polariserende propaganda van de antipolitiek verwerpt.
‘Politieke vrienden maak je om hun ideeën, dromen en engagementen, niet omdat ze tijdelijk je eigenbelang dienen. Of ben ik ook daarin naïef?’
Politieke vrienden maak je om hun ideeën, dromen en engagementen, niet omdat ze tijdelijk je eigenbelang dienen. Of ben ik ook daarin naïef? Misschien is dat soort naïviteit in deze sceptische tijd zowel een deugd als een noodzakelijke voorwaarde voor een politicus. Wat hebben politici immers nog te bieden als ze hun engagementen verloochenen en louter dromen van macht? Eén grote leugen is het… Ik hoop dat mijn generatie van politici, over alle partijgrenzen heen, een dergelijke naïviteit omhelst en koestert. Neen, ik ben geen pessimist, want ik ontmoet dergelijke politici geregeld, zowel bij de meerderheid als bij de oppositie: overtuigde mensen met dromen en projecten die ze willen waarmaken.
Laat de lokroep van de macht geen strop om onze nek worden. Laten we samenwerken en op zoek gaan naar de authentieke rijkdom van onze verschillende politieke tradities en laten we daar opnieuw uit putten. Kortom, laten we streven naar dat ietsje ‘meer’, naar die meerwaarde waar het in het politieke leven echt moet om draaien: meer vertrouwen, meer samenhang en meer geluk in onze samenleving en in onze stad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier