Jan Nolf
Ook de brave burger die geen sneeuwballen gooit, wordt ooit GAS-slachtoffer
Ook de brave burger krijgt vroeg of laat een GAS-boete, bewijst erevrederechter Jan Nolf met drie voorbeelden. ‘Geef een ambtenaar een GAS-boekje en hij of zij zal een GAS-boete vinden.’
Na het massaal protest van jong en gezond Vlaanderen tegen de snel-meer-GAS-wet van mei jongstleden doen politici wat dunnetjes. ‘Verstandig’ GAS zou bestaan en dus beloven ze met een luizenkam – het symbool daarvoor gebruikt door de CD&V-jongeren – door de stedelijke wetgevingen te gaan om ‘misbruik’ een halt toe te roepen.
Die oproep wordt niet overal gedeeld. Net waar de misbruiken de pan uitrijzen zal de wet niet als een stok achter de deur gebruikt worden maar als een matrak, ook voor wie tegen GAS zou durven betogen – herinner u de stevige aanpak van de verraste – of verGASte – Monsanto-betogers in Antwerpen, waaronder vrouwen met kinderen en rolstoelpatiënten.
Het probleem van GAS ligt niet eens in het misbruik – want alle wetten worden wel eens misbruikt – maar in het gebruik ervan: de genen van GAS dus.
De strijd tegen overlast en zogenaamd kleine criminaliteit is op zich legitiem. Net daarom moeten daarvoor efficiënte methodes worden ingezet. Efficiëntie is ook rechtvaardigheid. Want wie niet rechtvaardig aan preventie en repressie doet, handelt evenmin efficiënt.
Het is dus een illusie dat GAS efficiënt zou worden door het te beperken tot wat het gezond verstand in de regel aan iedereen verbiedt: niet alleen de inhoud van de regel, maar ook de methode moet deugen.
Drie verse voorbeelden uit de praktijk kunnen ook de brave burger overtuigen dat hij/zij vroeg of laat het slachtoffer van GAS zal zijn. Ook als hij geen kersenpitten of sneeuwballen gooit.
Eerste voorbeeld: Oostende
Verhuizen naar de koningin der badsteden loopt niet altijd over rozen, en daar hebben die alvast ook doornen. Een ‘aangespoelde’ nieuwe stedeling was nog niet helemaal verhuisd, of hij vond al een GAS-boete in de brievenbus omdat hij zijn vuilniszak een dag te vroeg buitengezet had. De inhoud was deskundig ontleed, en de briefwisseling aan de onverlaat was er door detective Van Zwalm aangetroffen. Een heel omstandige uitleg van betrokkene omtrent de heel tijdelijke en persoonlijke omstandigheden kon de Oostendse GAS-ambtenaar niet vermurwen.
Dura lex sed lex, maar er is meer. De nagelnieuwe Oostendenaar kreeg niet alleen een GAS-boete aangesmeerd van 59€ voor de overtreding op zich, maar werd daarenboven nog getrakteerd op een ‘belasting’ à 125€ voor ‘het weghalen en verwijderen van afvalstoffen’.
Ootmoedig werd dat laatste bedrag door de brave burger betaald (want we besparen u de juridische uitleg voor een nog ander soort van hoger beroep dààrtegen).
De behandeling van zijn beroep voor de politierechter te Brugge leidde de wijze magistraat tot de evidente zucht: ‘Al kunnen beide (GAS-boete en belasting) theoretisch naast elkaar bestaan, men kan zich toch afvragen welke zin het heeft (en wat het kost) twee verschillende ambtenaren met hun ‘staf’ te belasten met het behandelen van één en hetzelfde dossier waarbij de ene een belasting int en de ander voor dezelfde feiten een geldboete die uiteindelijk terechtkomen in één en dezelfde stadskas. (…) Proportionaliteit moet betrokken worden op het redelijkheidsbeginsel. (…) De sanctieambtenaar moest weten dat het gecumuleerd effect van GAS-boete en belasting zou betekenen dat 184€ zou moeten betaald worden voor één (eerste) inbreuk.’
De politierechter herleidde de GAS-boete dan ook tot 1 symbolische euro en veroordeelde de stad Oostende tot de kosten van het GAS-welkomfeest aan de nieuwe Oostendenaar.
Tweede voorbeeld: Oostkamp
Het kan al wat klassejustitie lijken als het over ‘uitgebroken paarden’ gaat, want niet iedereen heeft die lopen, laat staan loslopen. Het paard werd niet op de renbaan van Oostende Koerse aangetroffen maar op de Kortrijkse rijbaan in het iets zakelijker Oostkamp. Wie weet, spontaan op weg naar Waregem Koerse.
Nu is het zowat overal in België verboden ‘dieren achter te laten of te laten rondzwerven’. Daar staat in Oostkamp een handige GAS-boete op want dat bespaart veel gedoe voor de politie. Zo maakt die dan wel een mini proces-verbaal op, maar de foto’s waarop de verbalisanten zich beroepen om de ‘slechte staat van de afsluiting’ te bewijzen, die worden daar niet bij gevoegd. Voer dan maar eens discussie als beklaagde, over foto’s die je niet kent.
In dit vonnis stelt de politierechter vooreerst – heel merkwaardig – vast dat ‘de sanctieambtenaar het dossier heeft laten behandelen door een dossierbeheerder’. Stel je dus maar voor ter vergelijking: een rechter die zijn vonnis in onderaanneming uitbesteedt.
Die ‘dossierbeheerder’ blijkt dan telefonisch overleg te plegen met de verbalisanten waarna de GAS-boete gemotiveerd wordt met verwijzing naar de ‘mening van de wijkinspecteur dat de afsluiting niet in goede staat is’.
De politierechter raakt de kern van de nep-justitie van GAS aan door te wijzen op de intieme samenwerking tussen GAS-sanctieambtenaren, gemeentelijke en politiediensten waarbij alle onafhankelijkheid teloor gaat: ‘Men moet zich eens voorstellen dat een strafrechter zijn uiteindelijke beslissing onder meer motiveert aan de hand van wat een wijkagent hem aan de telefoon heeft gezegd. Strafpleitend Vlaanderen zou op zijn kop staan, maar een administratie mag dat allemaal en hoeft zich van de rechten van de verdediging blijkbaar niets aan te trekken’.
Ook deze GAS-boete werd met klank vernietigd en de gemeente tot de kosten veroordeeld, bovenop de kosten van de eigen stadsadvocaat. In beide gevallen had de burger zijn beroep bij de politierechtbank zelf, zonder advocaat verdedigd.
Naar de GAS-hoofdstad van Vlaanderen: Antwerpen.
Politiemensen betrappen jonge wildplassers. Lijdend voorwerp was de muur van een school die luistert naar de naam van de Antwerpse procureur – een keuze die wellicht niet als statement bedoeld was. Enkel wie zich de film Alzheimer … herinnert, zou daar – inspecteur Vyncke indachtig – wel eens aan kunnen twijfelen.
Enfin, de politie treedt heel pedagogisch op en noteert nauwgezet dat de betrokkenen ‘zich excuseren en een emmer water over de urine gieten die zij geloosd hadden’.
Einde verhaal ? Nee. Een oproep volgt naar de onverlaten en hun ouders voor bemiddeling bij v.z.w. Elegast die ook het ‘herstel van de schade’ beoogt. Het vergt dan ambtshalve aangestelde pro Deo-advocaten om de vraag naar de realiteit van de ‘schade’ te stellen, voor zover brave ouders er al niet de brui aan geven om de GAS-boete te betalen ‘om kort proces te maken’. EleGASten dus.
GAS wordt op die manier dus een dankbare nieuwe bemiddelingsindustrie die door de GAS-gemeenten – dus belastingcenten – gesubsidieerd wordt en om zichzelf draait en helemaal niet om een veilig en pamperproper Vlaanderen. GAS is een beboeting om de boete, omdat een bepaald beleid investeert in een ambtenarenpolitiek die zichzelf moet bewijzen en dus rechtvaardigen. Leve dié nieuwe tewerkstelling.
De échte moraal van het verhaal. Geef een ambtenaar een GAS-boekje en hij of zij zal een GAS-boete vinden. Dat heet de ‘Trivialiteitswet van Parkinson’ die in alle administraties woekert.
Iedereen die ‘bevoegd’ wordt, wil laten weten dat hij er is en een persoonlijk tintje geven aan een project om de eigen bestaansreden te legitimeren. Hoe eenvoudiger het probleem, hoe ingewikkelder het wordt gemaakt, en hoe ingewikkelder het probleem, hoe verder men er liefst van af blijft. Het favoriete voorbeeld van Parkinson was dat er bij vergaderingen in een kerncentrale meer gebakkeleid wordt over een bij te bouwen schuurtje, dan over kernenergie zelf.
Zo vergaat het ook de rechtstaat. Ook als de voortijdige vuilniszak meegenomen raakte of het weggelopen paard terug in de wei graast, dan nog blijven administraties herinneren aan hun bestaansreden om alles nog eens over te doen. Niet om het op te lossen, want het is al opgelost. Kafka zou voor minder pisnijdig worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier