Luckas Vander Taelen
Onverdoofd slachten: ‘Raad van State koos partij voor rigide religieuze regels’
De Raad van State had zich onbevoegd moeten verklaren in de kwestie rond onverdoofd slachten, schrijft Lucks Vander Taelen. ‘Door zijn uitspraak heeft de Raad partij gekozen voor een rigide beleving van religieuze regels. Dat is de taak niet van een openbaar rechtscollege.’
De Raad van State deed afgelopen week een bijzonder merkwaardige uitspraak. Volgens het imminent rechtscollege zijn twee Vlaamse parlementaire voorstellen over een verbod op onverdoofd slachten een inbreuk op godsdienstvrijheid.
Het is opmerkelijk dat een rechterlijke instantie een uitspraak doet over een religieuze praktijk. Want de Raad stelt dat als dieren verdoofd worden voor ze ritueel geslacht worden, er op een ‘onevenredige manier afbreuk wordt gedaan aan de godsdienstvrijheid.’ Eigenlijk zegt de raad zo impliciet dat het lijden van dieren aanvaardbaar is, als het om een religieuze praktijk gaat.
Nochtans was in geen van de parlementaire teksten sprake van een verbieden van het rituele slachten. In dat geval had de Raad terecht gemeend kunnen hebben dat gelovigen zich beperkt zouden kunnen voelen in het beleven van hun religieuze regels.
Maar daar ging het helemaal niet over. In de Belgische wetten op het dierenwelzijn is bepaald dat dieren niet onverdoofd geslacht mogen worden. Een religieuze slachting, waarbij het dier in een bepaalde richting wordt geplaatst en de keel wordt overgesneden, is perfect verzoenbaar met een voorafgaandelijke verdoving.
Onverdoofd slachten: ‘Raad van State koos partij voor rigide religieuze regels’
Er zijn moslims en joden die zich hierin kunnen vinden en menen dat religieuze regels uit een ver verleden niet blind gevolgd moeten worden. Want toen er lang geleden opgelegd werd om dieren de keel over te snijden, was dit een vooruitstrevende maatregel, om de pijn van het dier zo kort mogelijk te houden. Maar in deze tijd zijn er andere methodes voorhanden om dat te doen. Een dier laten doodbloeden was toen misschien beter dan het de kop in te slaan, maar is nu niet meer of minder dan barbaars. Als een gelovige eeuwenoude voorschriften in hun tijdskader plaatst en bij een religieuze slacht moderne methodes gebruikt, wijst dat niet op een aantasting van zijn geloof. Wel dat hij dierenwelzijn belangrijker vindt dan teksten van eeuwen geleden.
Bijzonder jammer is ook dat moslimorganisaties zich blijven verzetten tegen een aanpassing van hun rituelen met het oog op het verminderen van dierenleed. Zij blijven, volgens meester Joos Roets die de moslimorganisaties bijstaat, bij hun standpunt dat een verbod om op tijdelijke slachtvloeren onverdoofd te slachten betekent ‘dat heel wat moslims geen schaap zullen kunnen slachten voor het Offerfeest.’
Dat is absoluut niet zo: nergens in de Koran staat geschreven dat een dier pijn moet lijden tijdens de slacht, wel integendeel. Invloedrijke moslims zouden er goed aan doen om aan hun geloofsgenoten te zeggen dat een religieuze slacht ook kan, als het dier verdoofd is. Dat is geen beperking van religieuze vrijheid, maar een verzoening van godsdienst en humanisme.
De Raad van State had zich onbevoegd moeten verklaren. De Raad verwart het beleven van godsdienst en de Belgische wetten op het dierenwelzijn. Niemand stelt het recht op ritueel slachten in vraag. Door zijn uitspraak heeft de Raad partij gekozen voor een rigide beleving van religieuze regels. Dat is de taak niet van een openbaar rechtscollege.
Als de Raad van State zich op dit glibberige terrein begeeft, vervaagt de grens tussen Staat en godsdienst vervaarlijk. En hoe zal de Raad reageren als de aanhangers van Pastafarianisme of de kerk van het Vliegend Spaghettimonster zich beklagen dat er op een ‘onevenredige manier afbreuk wordt gedaan aan de godsdienstvrijheid’ als zij niet het recht hebben om dieren te lijf te gaan met een vergiet?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier