Frederic Vanhauwaert
Minimuminkomen of -uitkering boven armoedegrens: geen hangmat maar springplank
Armoede, en een gebrek aan inkomen, duwt mensen weg van de samenleving en arbeidsmarkt. Een toegankelijk toereikend inkomen is geen hangmat, maar moet net sterk genoeg zijn om als springplank te kunnen dienen, schrijft het Belgian Minimum Income Network, een consortium van armoedeorganisaties.
De burgers hebben hun stem uitgebracht, de kaarten liggen op tafel. Standpunten zijn aangescherpt (het ene al wat sloganesker dan het andere) en de debatten zjn beslecht., Nu is het zaak om een regering te vormen die de reële uitdagingen kan en wil aanpakken. Die uitdagingen zijn niet gering.
We verkeren nog steeds in een crisis. Niet enkel een acute crisis, maar een crisis die jaar na jaar, decennium na decennium aansleept. Want een samenleving waarin 2.356.000 mensen met een verhoogd armoederisico kampen, is een samenleving in crisis. Ondanks vele actieplannen, voornemens en vage beloftes is er de laatste legislaturen weinig vooruitgang geboekt in de strijd tegen armoede, integendeel.
België engageerde zich tegenover Europa om tegen 2020 dit cijfer (tweemiljoendriehonderdzesenvijftigduizend!) met minstens 380.000 te verminderen. We stellen vast dat er niet eens sprake is van een evolutie in de goede richting. Integendeel, 162.000 mensen extra leven met een verhoogd armoederisico.
Armoede is geen ‘accident de parcours‘, maar een rechtstreeks gevolg van politieke keuzes. En dat is goed nieuws, want dat betekent dat de juiste politieke keuzes hier ook effectief een antwoord op kunnen bieden. En de instrumenten om dit te verwezenlijken zijn voorhanden. Vandaag dient zich daartoe een enorme opportuniteit: de opmaak van een nieuw regeerakkoord.
Welke partijen elkaar ook in een nieuwe regering zullen vinden, geen van hen kan voorbij aan de schrijnende realiteit en het sterke draagvlak bij de bevolking om daar effectief iets aan te doen. Niet enkel indien de (budgettaire) voorwaarden gunstig zijn, maar dringend, onvoorwaardelijk en vastberaden. Ook al is (leven in) armoede veel complexer dan enkel een gebrek aan inkomen, een te laag inkomen brengt onvermijdelijk armoede met zich mee. Met inkomens onder de armoedegrens rest mensen niets anders dan in overlevingsmodus te gaan. Wie dagelijks moet vechten om eten op de plank te krijgen, een berg onbetaalde en onbetaalbare facturen te lijf te gaan, heeft geen financiële of emotionele reserve om nog deel te nemen aan de samenleving: om werk te zoeken, een opleiding te volgen of een sociaal netwerk uit te bouwen. Willen we mensen een uitweg bieden uit de armoede, dan is een inkomen boven de Europese armoedegrens de noodzakelijke eerste stap.
In België liggen verschillende uitkeringen nog steeds onder de armoedegrens. Het optrekken daarvan moet dan ook een prioriteit zijn, en moet gebetonneerd worden in regeerakkoord en begroting. Dit is haalbaar én betaalbaar. Het Rekenhof liet de kost in 2008 ramen op ca. €1,25 miljard. Met een indexering van 20% zou dat nu neerkomen op €1,5 miljard. Ter vergelijking, de notionele intrestaftrek kost ons land jaarlijks €6 miljard.
Daarnaast moet ook de toegang tot een toereikend inkomen gegarandeerd worden. Het biedt weinig soelaas de bedragen te verhogen, maar tegelijk extra voorwaarden in te voeren die de toegang bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken. Voor de verkiezingen werd vaak met ‘voor wat hoort wat’-voorwaarden gegoocheld, die mensen zouden aanzetten om actiever te worden. Wel, de verkiezingen zijn achter de rug, nu kan en moet er met de realiteit rekening gehouden worden.
En die is dat nét een degelijk (toereikend én toegankelijk) inkomen een noodzakelijke voorwaarde is voor een actief burgerschap. Armoede, en een gebrek aan inkomen, duwt mensen weg van de samenleving en arbeidsmarkt. Een toegankelijk toereikend inkomen is geen hangmat, maar moet net sterk genoeg zijn om als springplank te kunnen dienen. Een springplank naar een kwalitatief leven, een volwaardige deelname aan de samenleving.
Op 10 juni organiseerde het Belgisch Netwerk Minimum Inkomen (BMIN) in het federaal parlement een conferentie rond een toegankelijk, toereikend minimuminkomen. Alle grote (democratische) politieke partijen tekenen present. Laat dit een inspiratiebron zijn voor een effectief armoedebeleid. Centraal in het nieuwe regeerakkoord.
Voor het Belgian Minimum Income Network (BMIN)
Jean-François Tamellini (ABVV-FGTB),
Chris Serroyen (ACV – CSC),
Sabine Slegers (ACLVB-CGSLB),
Stephan Backes (Belgisch Netwerk Armoedebestrijding),
Elke Vandermeerschen (Belgian Minimum Income Network),
Edwin de Boevé (Dynamo International),
Daniel Alliet (Brussels Platform Armoede),
Rocco Vitali (Forum Bruxellois de Lutte contre la Pauvreté),
Frederic Vanhauwaert (Netwerk tegen Armoede),
Christine Mahy (Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier