‘Meer dan helft veroordeelden hervalt’
Bijna zes veroordeelden op de tien (57,6 procent) in 1995 hebben tussen 1995 en 2013 minstens één keer gerecidiveerd. Dat blijkt uit de eerste statistieken over recidive, gebaseerd op de analyse van gegevens uit het centrale strafregister. Bij 80 procent van de veroordelingen gaat het om verkeersinbreuken.
Luc Robert en Benjamin Mine, onderzoekers bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), namen de gegevens van het centrale strafregister onder de loep. Ze analiseerden het gerechtelijke parcours van 136.530 mensen die in 1995 werden veroordeeld. Van hen was de helft (49,3 procent) voor het eerst veroordeeld.
Uit de studie blijkt dat zes veroordeelden op de tien in 1995 vervolgens nog minstens één andere vermelding in het strafregister kregen. Daarbij gaat het – behalve de veroordeling door een gewone of militaire rechtbank, Belgisch of buitenlands – om beslissingen tot internering en opschortingen van de uitspraak. Twintig procent van alle recidivisten zijn meer dan 7 keer veroordeeld na hun eerste veroordeling, en 170 mensen zijn elk meer dan vijftig keer veroordeeld. Voor die 170 personen gaat het om een totaal van 1.499 nieuwe veroordelingen.
De snelheid van recidive is 742 dagen tussen de referentieveroordeling en de eerste recidive. Een veroordeelde op de drie (33,4 procent) liep een nieuwe veroordeling op maximum een jaar na de eerste.
Diefstal met geweld
Diefstal met geweld kent de hoogste graad van recidive. Drie op de vier veroordeelden in 1995 voor diefstal met geweld, hebben minstens één nieuwe veroordeling opgelopen. Tien procent van hen is opnieuw veroordeeld voor diefstal met geweld.
De ’top 3′ van feiten met de hoogste recidivegraad wordt vervolledigd met inbreuken op de wet rond verdovende middelen (69 procent) en inbreuken gelinkt aan dronkenschap (69 procent).
De studie onthult ook dat, op basis van persoonlijke gegevens in het centraal strafregister, 16.716 personen (12,2 procent van het onderzochte staal) tijdens de periode van observatie zijn overleden en dat de helft van hen minder dan 56 jaar oud was. Mannen maken de meerderheid uit van het staal en zijn meer vatbaar voor recidive: 61,6 procent tegen 37,6 procent van de vrouwen die in 1995 een veroordeling opliepen.
Eerste studie
Het gaat om de eerste studie van deze soort in België, dat tot op heden met Luxemburg het enige Europese land was dat niet over statistieken op het vlak van recidive beschikte. De auteurs van de studie merken op dat dynamische variabelen ontbreken, zoals de werksituatie, de woonplaats of de inkomens, die het centrale strafregister niet opneemt.
De studie moet volgens het NICC een redelijker en efficiënter misdaadbeleid toelaten. Ook kan het dienen als een basis voor andere onderzoeken rond bijvoorbeeld ‘criminele carrières’, om bepaalde specifieke gerechtelijke tussenkomsten te evalueren of het verband te analyseren tussen het overgaan tot een daad en de omgeving van de persoon. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier