Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Hoe kan Europa een rol van betekenis blijven spelen in de mondiale ruimtevaart?’

Professor Herman Matthijs (VUB en UGent) staat in deze bijdrage stil bij de kost van de Europese ruimtevaart.

De ESA (European Space Agency) is een intergouvernementele Europese instelling met 22 lidstaten. Waar komt het geld vandaan? En kan de ESA een vooraanstaande rol blijven spelen in de internationale ruimtevaart?

Traditioneel werd de ESA vooral gefinancierd door Frankrijk en Duitsland. Maar de afgelopen tien jaar is de EU-begroting de grootste financier geworden van het ESA-budget, dat op 7,8 miljard euro staat voor het jaar 2024. De EU-begroting financiert nu 23,5 procent van dit budget en alle lidstaten samen doen dat nog eens voor 65 procent. Hier stelt er zich zeker een politiek discussiepunt voor de volgende EU-legislatuur. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zullen moeten uitmaken wie nu het zwaartepunt vormt van de ESA: de lidstaten of de EU?  

Duitsland geeft 1.171 miljoen euro, Frankrijk 1050 miljoen in 2024 en op de zesde plaats volgt België met een bijdrage van 292 miljoen euro. Daarmee is ons land een belangrijke financier van de ESA, zeker als we kijken naar vergelijkbare landen: de Zwitsers geven 188 miljoen euro, Nederland 117 miljoen en Zweden maar 80 miljoen euro.

Het grote voordeel in het ESA-systeem is de economische return aan de nationale economieën. De budgettaire inbreng van de lidstaten wordt voor minstens 95 procent terug geïnvesteerd door de ESA in de ruimtevaartindustrie van de leden. Dat is ook de reden dat België verhoudingsgewijs een belangrijke kennis en productie heeft van apparaten, materieel en technieken inzake de ruimtevaart.

De volgende jaren zal er zeker meer interesse zijn voor de ontwikkeling en het gebruik van allerhande raketten en satellieten voor klimaat, weer, landbouw, waterbeheer, telecommunicatie, grensbewaking, spionage, militaire zaken en de exploratie van de ruimte. Daarom zal het ook een belangrijke vraag zijn tijdens de aankomende regeringsonderhandelingen: behoudt België zijn huidig hoog niveau van bijdragen aan de ESA,, of wordt dit een item voor de budgettaire besparingsronde?

Op wereldvlak is de NASA op het vlak van ruimtevaart uiteraard nog steeds bepalend. Met een budget van 23,8 miljard euro zijn de Amerikanen de belangrijkste ruimtevaartnatie. De kloof met de nummer twee, de Chinese volksrepubliek, is enorm. De Aziatische grootmacht moet het doen met 11 miljard euro, maar is daarmee wel de dichtste concurrent van de VSA. De ESA staat op plek drie met 7,8 miljard euro en de rest volgt een stuk verder, namelijk: de Russen met 2,1 miljard euro, India met 1,5 miljard en Japan met 1,3 miljard euro aan budget.  

Het is verder ook uitkijken naar de ruimtelijke aspiraties van India. Huidig premier Narendra Modi is ook Minister voor de Ruimtevaart en een overwinning van deze partij in de huidige lopende Indische verkiezingen zal zeker leiden tot een groter ruimtevaartbudget voor de grootse democratie ter wereld. Ten aanzien van India is ook het ook uitkijken of dit land zijn ruimtevaartprogramma ook openstelt voor samenwerking met andere ‘commonwealth’-landen  In dat geval zou het land kunnen gaan samenwerken met het Verenigd Koninkrijk en Canada, en eventueel kan daar ook nog Australië bij?

Conclusie

Als het oude Europese continent een belangrijke rol wil blijven spelen in de mondiale ruimtevaart, dan zal er gewoon meer geld moeten bijkomen om die positie te behouden. De vraag is wie gaat er bijpassen: de Europese Unie en/of de lidstaten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content