Kerk gaat dicht voor Iraanse vluchtelingen: ‘Brugge is bang voor kamp zoals in Calais’
De kerk van Zeebrugge gaat vanaf dit weekend dicht voor de vluchtelingen die er al de hele week ’s nachts beschutting zoeken tegen de vrieskou. ‘Onmenselijk’, vinden vrijwilligers die zich inzetten voor een groep Iraanse christenen. ‘Een straathond brengen we naar een dierenasiel, maar 30 mensen die onder de brug of in de duinen slapen, laten ze liggen. Dat is België in 2016.’
Vanop de dijk in Zeebrugge zie je de laadkranen van de haven. Op een winterdag is er niet veel volk op straat en strand om de wind te trotseren. Op een steenworp van de zeedijk staat de kleine Stella Mariskerk.
Sinds vorige week zondag heeft die ’s nachts de deuren geopend voor zo’n 30 Iraanse christenen. Jonge mannen zonder papieren of bezittingen. Maar dit weekend gaat de kerk dicht.
Pastoor Fernand Marechal wikt zijn woorden: ‘Het plan was dat ik de kerk zou openstellen zolang er vriestemperaturen waren. Ik heb hen verwittigd dat er een einde komt aan het gebruik van de kerk. Van bij het begin heb ik gezegd dat dit tijdelijk was.’ Marechal heeft de kerk in het weekend nodig voor verschillende erediensten.
Het lijkt erop dat het ook voor de pastoor zaak is om de kerk in het midden te houden. Er is niet veel voor nodig om op te maken dat bij veel inwoners van Zeebrugge de vrees heerst dat het van christelijke naastenliefde maar een kleine stap is naar een toenemend aantal vluchtelingen die vanuit Frankrijk naar de Belgische kust komen.
De vluchtelingen in Zeebrugge zijn er namelijk al langer dan deze week. En allemaal dromen ze van een beter leven in het Verenigd Koninkrijk. ‘Mijn familie is daar al. In Engeland kan ik studeren en werken. Ik zal er vrij zijn’, legt Sharouz in de kerk uit, waar hij ook probeert te tolken voor de rest van de Iraniërs. Hijzelf is 21 jaar oud, naast hem staat een jongen van 14 jaar. Allen zijn vastberaden om de oversteek te wagen. Ze weten dat het gevaarlijk is, ze kennen de verhalen van de verstekelingen die omkomen in containers, maar ze onthouden vooral de tips van de enkelingen die wel met succes tot in Engeland zijn geraakt.
Over hoe dat precies gebeurt, blijven ze vaag. ‘Op een keer zal het lukken’, gelooft hij. Ook dat speelt mee met de keuze van de vluchtelingen om niet eerst in Brussel bij Fedasil aan te kloppen voor een asielaanvraag. Ze geloven dat de problemen achter de rug zullen zijn op het moment dat ze aankomen in Londen.
Met de dood bedreigd in Calais
De confrontaties met de politie – die ’s nachts met honden patrouilleert – schrikken hem niet af. Zijn reis van Iran tot Zeebrugge liep ook langs de jungle van Calais. ‘Daar is het de hel’, vertelt hij onomwonden. ‘Ik heb al duizenden euro’s betaald aan de maffia om te proberen de oversteek te wagen. Toen ik mijn geld terugvroeg omdat er niets van in huis kwam, ben ik met de dood bedreigd.’
Als christenen uit Iran is het leven er extra moeilijk, beweert de jongeman, die zijn thuisland ook om religieuze reden ontvluchtte. ‘Er is veel geweld in Calais. Ook tussen vluchtelingen onderling. Er zijn veel spanningen met onder meer Afghanen en Irakezen.’ Daarnaast zit ook de schrik voor de Franse politie er stevig in. ‘Zij behandelden ons heel brutaal.’
De confrontatie met de Belgische ordediensten verloopt correcter, klinkt het tussen de regels. Het is voor de politie dweilen met de kraan open. Wie opgepakt wordt, blijft een aantal uren aangehouden, en wordt nadien weer op straat gezet met een papier om het land te verlaten. Waarna het hele proces zich opnieuw herhaalt. Ook Sharouz onderneemt bijna elke avond een poging om weg te geraken uit Zeebrugge.
Gisteravond nog onderschepte de politie 22 mensen die de oversteek wilden wagen.
Scheiding tussen kerk en staat?
‘Ik heb met het Belgisch leger veel ellende gezien in de Balkan. Ik begrijp de mensen die op de vlucht zijn voor geweld’
In en rond de kerk worden de vluchtelingen al meer dan een week geholpen door vrijwilligers. Zoals Ronny Blomme, een gepensioneerde militair. In zijn keuken staat hij – gekleed in legerbroek – omeletten te bakken voor de Iraniërs. Zijn vrouw heeft net een broodpudding in de oven gestopt. ‘We proberen ze elke dag een warme maaltijd te voorzien.’
Hij is niet te spreken over de beslissing om de kerk te sluiten. ‘De kerk wordt gesloten op bevel van hogerhand. Dat is onmenselijk. Als er een hond langs de straten loopt, wordt die naar een dierenasiel gebracht waar hij beschutting heeft. Maar 30 mensen die onder de brug of in de duinen slapen, die laten ze liggen. Dat is België in 2016. Kan je dat begrijpen?’
Blomme benadrukt wel dat de pastoor geen schuld treft. ‘Ook hij moet gehoorzamen, maar ik dacht dat er in België toch een scheiding tussen kerk en staat was? Of niet soms?’
‘Met het Belgisch leger ben ik in Joegoeslavië geweest’, vertelt Blomme. ‘Ik heb veel ellende gezien in de Balkan. Ik begrijp de mensen die op de vlucht zijn voor geweld.’
‘De vluchtelingen zijn hier al, ook zonder aanzuigeffect’
Blomme probeert langs alle mogelijke kanalen hulp los te krijgen voor de vluchtelingen. Maar ook van het Rode Kruis krijgt Blomme geen hulp. ‘Ze kunnen of ze mogen niet. Ze hebben nochtans middelen om te in te zetten, maar doen het niet. In West-Vlaanderen kan het Rode Kruis wel mensen helpen die in de casino’s van hun sus draaien omdat ze te veel gedronken hebben, maar een groep mensen die buiten hun kleren niet hebben? Dat gaat niet. Onbegrijpelijk.’
De vrijwilligers kijken in de richting van de politiek, maar krijgen van daar weinig steun. ‘De lokale politici zijn bang om een kamp te creëren zoals in Calais. Ze willen hier vooral niet te veel ruchtbaarheid aan geven, heb ik de indruk. Ik lees dat onze OCMW-voorzitter Dirk De Fauw (CD&V) een aanzuigeffect wil vermijden. Maar wat hebben de mensen die hier zitten daaraan? Ze zijn hier al. En er zullen er nog komen, ook zonder “aanzuigeffect”. En wat zal het gevolg zijn als ze niet geholpen worden?’
De Fauw verwoordt het in de Krant van West-Vlaanderen als volgt: ‘Als er zich mensonwaardige omstandigheden voordoen, zullen we de situatie herbekijken.’ Blomme vraagt zich af wat dat precies moet betekenen, voor een groep vluchtelingen die op dit ogenblik volledig afhankelijk is van vrijwilligerswerk. ‘Hoe veel erger moet het worden, voor mensen die niks meer hebben en geen plaats hebben om zich te wassen of te slapen.’
‘Blijven proberen’
Voor de mannen die nu in de kerk verblijven, is het niet duidelijk hoe het verder moet. Want ook zij zien in dat de situatie, met de vrijwilligers, niet kan blijven duren. Ze zijn blij met de hulp die ze krijgen, maar hun blik blijft gericht op de andere kant van de Noordzee. ‘We zullen blijven proberen om er te geraken’, besluit Sharouz.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier