Johan Van Overtveldt (N-VA)
Johan Van Overtveldt: ‘Mijn overstap naar N-VA’
Johan Van Overtveldt neemt met pijn in het hart afscheid van Trends, en gaat naar N-VA om er bij te dragen aan het herstel van onze economie. “De huidige staatsstructuur laat niet toe een krachtig sociaal-economisch beleid voeren.”
Scheiden doet lijden. Deze boutade is voluit toepasbaar op mijn vertrek bij Trends. De voorbije drie jaar heb ik met volle teugen genoten van mijn tweede verblijf als hoofdredacteur van Vlaanderens meest prestigieus financieel-economisch weekblad. Keihard gewerkt maar inderdaad ook genoten. Werken met een team waarvan de neuzen snel in dezelfde richting stonden en waar iedereen voortdurend bereid was om een extra tandje bij te steken, is inderdaad genieten voor een hoofdredacteur. De resultaten lieten niet op zich wachten. Geheel tegen de trend in binnen de geschreven pers in het algemeen stegen bij Trends zowel oplage als reclame-inkomsten.
Via diverse evenementen (Manager van het Jaar, Trends Summer University, CFO Award, …) verwierf het sterke merk Trends nog meer uitstraling en aantrekkingskracht. Binnen de biotoop Trends beseft iedereen dat die gunstige ontwikkelingen op de eerste (en tweede en derde …) plaats te maken hebben met Trends als sterk journalistiek product. Ik heb er alle vertrouwen in dat het team dat ik achterlaat de positieve lijn kan en zal doortrekken. Journalistiek talent, een goede groepssfeer, de bereidheid om er voluit voor te gaan, doordacht gebruik van de nieuwe mediatechnieken en -kanalen, een intelligente hoofdredactie: de ingrediënten voor een succesvolle toekomst zijn voor handen. Ik wens gans de Trends-ploeg van ganser harte méér dan het allerbeste toe.
Mijn vertrek bij Trends is het resultaat van een lang denk- en overwegingsproces bij mezelf. De vele analyses en commentaren die ik de voorbije jaren in het blad en op de websites van de Roularta-groep ventileerde, wekten vaak veel reacties los. Het feit dat ik daarbij onveranderlijk klaar en duidelijk mijn eigen visie, en enkel dat, ventileerde, was daar zeker niet vreemd aan. Toch besloop mij meer en meer het gevoel dat het dan toch maar dat was, nl. meestal een discussie onder mensen die buiten de concrete beleidsvorming staan. Af en toe hoorde ik wel eens dat zaken op kabinetten of zelfs onder ministers rond gingen maar toch.
Tegelijk met die ervaring groeide bij mij de ongerustheid over wat er zich in ons land, in Europa en voor een stuk ook elders in de wereld afspeelde. Het kwam mij hoe langer hoe hallucinanter over dat vooral onze federale bewindsvoerders steeds weer met grote bogen om twee fundamentele problemen heen walsten: het competitief vermogen van onze economie (loon- en energiekosten, investeringsklimaat, rechtsonzekerheid, …) en de gezondheid van de publieke financiën (net als nog wel een pak andere landen is België helemaal niet voorbereid op de vergrijzingskosten die de komende vier decennia geleidelijk zullen toenemen). De regering Di Rupo specialiseerde zich in uitvergrotingspolitiek. Er werden voortdurend maatregelen genomen die men voorstelde als ingrijpend en grensverleggend. In het beste geval ging het echter om twee druppels op een hete plaat.
Ik hoop met de keuze voor N-VA in de komende periode een steentje te kunnen bijdragen aan het herstel van onze economie.
N-VA kwam de voorbije weken voor de dag met een programma dat mij zeer aansprak, vooral op drie punten. Ten eerste, de erkenning van de grote nood aan een sociaal-economische sense of urgeny: er dient nu écht gehandeld te worden om grote maatschappelijke schade te voorkomen en de welvaart van toekomstige generaties te beveiligen. Ten tweede, een herstelprogramma sterk gefocust op stimulering van ondernemerschap en vrij initiatief en op sanering van de overheidssector. Ten derde, de koppeling van de sociaal-economische urgentie aan verdere hervorming van de staat in de richting van confederalisme. De huidige staatsstructuur laat inderdaad niet toe datgene te doen wat dringend nodig is, nl. een krachtig sociaal-economisch beleid voeren.
Ik hoop met de keuze voor N-VA in de komende periode een steentje te kunnen bijdragen aan het herstel van onze economie. Hoe dat voor mij persoonlijk moet gaan lopen, ligt vandaag nog niet vast. Eerst rondkijken en verder overleggen met al wie daarbij van betekenis kan zijn en dan vastleggen op welke wijze ik mijn inbreng best kan doen. Mijn keuze is tot op zekere hoogte een gok en dit op minstens twee vlakken. Ten eerste, ik ken het politieke milieu enkel van langs de zijlijn. Sommigen waarschuwen mij dat me de shock van mijn leven te wachten staat. Enkel de allermoedigsten onder hen raden me aan me mentaal te wapenen voor zware desillusies. Misschien hebben ze gelijk maar toch neem ik het risico. Er staat te veel op het spel. Ik kan enkel maar de hoop uitspreken dat anderen volgen.
Ten tweede, het staat niet vast of N-VA echt gaat meespelen op de diverse beleidsniveaus. Alles hangt af van de uitspraak die de kiezer velt in mei 2014. Het zal dus allereerst zaak zijn er aan bij te dragen dat de sense of urgency echt doordringt bij de kiezers en dat het N-VA-programma een inhoudelijk sterk antwoord biedt op de uitdagingen. Lukt het toch niet om tot het beleidsniveau door te dringen dan zal vanuit de oppositie scherp moeten toegekeken worden op wat er aan beleid uit de bus komt. Inhoud moet ook dan primeren, in de hoop dat vanuit die aanpak alsnog een concrete impact kan uitgeoefend worden. Van holle slogans wordt niemand beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier