Paul Callewaert
‘Is de Belgische gezondheidszorg bezig aan een dodenrit?’
Naar aanleiding van de wereldgezondheidsdag vandaag, focust de ngo FOS op de gevaren van een commerciële gezondheidszorg, schrijft Paul Callewaert. In een land als Peru, waar gezondheidszorg geen gelijk recht voor iedereen is, zie je dat het winstbejag in de gezondheidszorg voor tragische taferelen zorgt. Maar ook in België moeten we opletten dat gezondheidszorg betaalbaar blijft voor iedereen.
Gelukkig hebben wij hier in België een goed, solidair gezondheidszorgsysteem. Het systeem blijft overeind door sociale bijdragen op het loon, belastingen en BTW. Wie meer verdient, draagt meer bij en door het verplichte karakter zijn nagenoeg 100% van de inwoners van ons land gedekt. Daarenboven kunnen we vrij kiezen naar welke arts we gaan en krijgen we zorg aan een goede kwaliteit. We kunnen ons bovendien gelukkig prijzen dat de artsen in grote mate beschikbaar zijn en we geen lange wachtlijsten kennen zoals in andere landen. Verder bestaan er extra beschermingsmaatregelen voor personen met een lagere sociaaleconomische status of chronisch zieken.
‘Is de Belgische gezondheidszorg bezig aan een dodenrit?’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Toch blijft het ook voor ons land een niet te onderschatten uitdaging om ervoor te zorgen dat de gezondheidszorg betaalbaar blijft voor iedereen. Zeker in perioden van ballonnetjes naar aanleiding van begrotingscontroles. Want anders gebeurt er wat Drs. P zo mooi zong in het muzieknummer ‘de dodenrit’: we bekijken wie we over boord wensen te gooien om uiteindelijk allemaal verslonden te worden door de wolven.
‘Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond, iets donkers en iets talrijks en het lijkt me ongezond’
Op vlak van het aanbod zien we op sluipende wijze steeds meer financiële drempels ontstaan. Een Belg betaalt momenteel 25% van de gezondheidskosten uit eigen zak. Uit cijfers van het Socialistisch Ziekenfonds blijkt dat in 2013 de patiënt gemiddeld 1.395 euro uit eigen zak diende op te hoesten voor een ziekenhuisopname in een eenpersoonskamer, ruim 60% daarvan waren ereloonsupplementen.
‘Zo kom je tot een situatie waarbij de term ‘villageneeskunde’ niet langer slaat op het extramurale aanbod aan specialisten, maar op ‘geneeskunde voor mensen met een villa’.’
Een toenemend aantal artsen is niet langer geconventioneerd. Dat betekent dat ze de overeengekomen tarieven niet respecteert en de vrijheid heeft om (hoge) supplementen aan te rekenen. Maar de patiënt heeft toch de vrijheid om te kiezen voor een geconventioneerde arts, die de overeengekomen tarieven respecteert? Dat klopt, maar de keuze is vaak beperkt. Bepaalde specialismen bestaan voor 60 à 70 procent uit gedeconventioneerde artsen, waarvan sommigen blijkbaar behandelingen weigeren aan patiënten die geen eenpersoonskamer kiezen, en die hen dus geen ereloonsupplementen opleveren.
Tel daarbij nog het fenomeen van artsen die wegtrekken uit ziekenhuizen en zich toeleggen op de zogenoemde ‘villageneeskunde’. Zo kom je tot een situatie waarbij de term ‘villageneeskunde’ niet langer slaat op het extramurale aanbod aan specialisten, maar op ‘geneeskunde voor mensen met een villa’. De rijkeren kunnen een beroep doen op een arts die hen snellere toegang belooft, iets waarvoor de gegoede groep graag wat meer zal betalen. De ziekenhuizen blijven dan over met de patiënten met een zware pathologie of de sociaal zwakkeren die zich de meerprijs niet kunnen veroorloven. Bestaat er geen term voor dit soort gezondheidszorg? Juist, een gezondheidszorg op twee snelheden.
‘Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel. Het is een hele massa en ze lopen nogal snel. En door ons achterna te lopen halen zij ons in. Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin.’
Gelukkig is er nog onze solidaire financiering, toch? Beschermingsmaatregelen maken het inderdaad mogelijk de remgelden voor patiënten te beperken. Desondanks blijft vooral voor de zwaar zieke patiënt de factuur te hoog. In grote mate te danken aan de hoge aanrekening van supplementen in ons land. Vrije artsenkeuze, weet u wel? Meer dan de helft van de uitgaven van de wettelijke ziekteverzekering in ons land concentreren zich bij een fractie van de verzekerden (5%). Gemiddeld betaalt een patiënt uit deze groep 1.438 euro uit eigen zak. Dat is zevenmaal zoveel als de overige 95% van de bevolking.
‘Het gevaar van een slechte publieke ziekteverzekering is een droomscenario voor een privéverzekeraar.’
Stel u nu eens voor dat “er geen alternatief meer is” en “we moeten snoeien om te bloeien” of dat “we de tering naar de nering moeten zetten”, iets wat we zo vaak horen naar aanleiding van de begrotingscontrole. Stel dat de regering systematisch minder middelen zal investeren in de wettelijke ziekteverzekering. De kosten zullen dan in toenemende mate afgewenteld worden op de patiënt die zich hiertegen moet beschermen via een aanvullende of private verzekering.
‘En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw “Wie moet er aan geloven,” vraag ik, “Toe, bedenk eens gauw.”‘
Het gevaar van een slechte publieke ziekteverzekering is een droomscenario voor een privéverzekeraar. Wat zou je immers doen als verzekeraar? Toch niet solidair zijn zeker? Nee, je zal de mensen met de hoogste kosten weren uit je verzekeringsportefeuille. Op zich is dat geen moeilijke oefening. Ze zijn relatief eenvoudig te herkennen: ouderen, chronisch zieken, laagopgeleiden, mensen met een laag inkomen, enzoverder. Om helemaal zeker te zijn, kijk je als verzekeraar best ook even naar de genetische aanleg, ongezonde levensstijl, enzovoort. Om dan die groep vervolgens impliciet of expliciet uit te sluiten.
Twee snelheden
Zo verzeker je enkel mensen die een lagere factuur hebben en kan je winst garanderen. Maar wat met de kwetsbaren die uit de boot vallen? Die kan men overlaten aan de overheid en de ziekenfondsen, zij komen immers graag op voor de zwaksten? Zij moeten dus maar de dure patiënten op zich nemen. En alweer zitten we in een gezondheidszorg met twee snelheden.
‘Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek. Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek.’
Dit scenario klinkt misschien te eenvoudig om waar te zijn, maar het risico om hierin terecht te komen zal stijgen als de regering niet voldoende middelen investeert in de wettelijke ziekteverzekering. De huidige regering Michel I beperkte de uitgavenstijging in de gezondheidszorg -vertrekkende van een drastisch afgeslankte startbasis- tot 1,5% per jaar, en gooit hier nog wat besparingen bovenop. Dat terwijl historische en internationale trends leren dat 3% per jaar een realistische uitgavengroei is. Intussen horen we herhaaldelijk politici roepen dat er nog besparingen mogelijk zijn in de sociale zekerheid en de gezondheidszorg.
Dergelijk besparingsbeleid en een dergelijke nefaste retoriek brengen op korte termijn de meest kwetsbare groepen en op langere termijn een groot deel van de bevolking in gevaar. Voor iemand die chronisch ziek is, een dagje ouder of voor iemand met een precaire inkomenssituatie, komt een verhoging van het remgeld (of supplement), een schrapping van een terugbetaling of een prijsstijging van een geneesmiddel zeer hard aan. Als socialistisch ziekenfonds staan wij voor betaalbare, toegankelijke en kwalitatieve zorg voor iedereen. Zowel vandaag als morgen.
Paul Callewaert is Algemeen Secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, die mee de FOS-campagne ‘solidariteit kan je zien’ over commercialisering van gezondheidszorg ondersteunt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier