Ludo Bekkers
Gilbert Fastenaekens: fotografie als poëzie
Een van onze grootste hedendaagse fotografen kreeg een retrospectieve in de Botanique in Brussel.
De naam en het werk van Gilbert Fastenaekens (Brussel, 1955) zijn relatief weinig gekend in het Vlaamse landsgedeelte. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat hij nog nooit in Vlaanderen een solotentoonstelling heeft gehad en pas verleden jaar op een groepstentoonstelling in het Gentse Museum Dr. Guislain (Chambres Obscures) aanwezig was. Het is een onbegrijpelijke omissie want deze fotograaf is een uitzonderljjk talent en zijn oeuvre van een hoge kwaliteit.
Dat wordt nu weer eens bewezen in de retrospectieve die de Botanique in Brussel van hem organiseert. Fastenaekens werkt in reeksen waar hij meerdere jaren over doet om ze te realiseren. Het gaat vrijwel altijd over landschappen, in de natuur of in een urbane context. Zijn meest bekende zijn de “Nocturnes”, nachtfoto’s van verlaten sites die door een uitgekiende belichting getransformeerd worden tot een soort van indrukwekkende theaterdecors waarin acteurs ontbreken en het leven verdween. Het zijn geen hallucinante beelden waar de mise-en-scène aanleiding zou kunnen toe geven maar poëtische evocaties van een nachtelijk landschap dat, door de duisternis, een nieuw fascinerend aspect vertoont. Aanvankelijk wilde de fotograaf een soort stedelijke topografie opmaken maar het oorspronkelijke idee werd, althans voor de gevoelige toeschouwer, een haast romantische enscenering van de realiteit in al haar vormen. In deze bekende reeks slaat de fotograaf er in technische perfectie te combineren met een poëtische evocatie alhoewel de duistere vormen van gebouwen of industriële ruïnes als Fremdkörper aanwezig blijven.
De neergang van de industrie
Een opdracht van de Mission photographique de la DATAR bracht hem naar industriële sites in Lotharingen. Onder te titel “Essay pour une archéologie imaginaire” mengde hij zijn diepzwarte fotostijl met kleuropamen. Hij toont het tegenovergestelde van de glorieuze triomf van de industriële revolutie, de neergang er van en de restanten die verworden zijn tot archeologie. De donkere prints vertolken, als een contradictio in terminis, op een sublieme manier, het verval van een regio die door de beelden dat verval niet wegmoffelen maar het via de camera een onvermoede schoonheid geven. Vooral de kleuropnamen accentueren dit en ondanks de enigszins sinistere atmosfeer die net door de vale tonen opgeroepen wordt is iedere foto een prototype van wat kleurfotografie kan zijn in het uitbeelden van een bepaalde situatie.
In een volgend project inspireert de fotograaf zich op zijn illustere voorganger, de Amerikaan Robert Adams (New Jersey, 1937) die zich vooral specialiseerde in landschappen en daarmee een boek samenstelde “From the Missouri West” (1980). Fastenaekens kocht het boek, begreep het slechts gedeeltelijk zegt hij, maar was desniettemin onmiddellijk gefascineerd door de manier waarop Adams de indrukwekkende en haast mythische landschappen van het Amerikaanse Westen wist in beeld te brengen. Vooral zijn omgang met het licht en vooral het tegenlicht dat de minste oneffenheid van de grond liet zien. Het is geen zonde dat fotografen zich laten inspireren door het werk van vakgenoten en er is dan ook niets mis mee dat Fastenaekens enkele tijd later een landschap ontdekte waar hij zijn bevindingen met het werk van Adams kon verwerken, zonder ze nochtans na te bootsen. In de reeks “Oneerbiedige hulde aan Robert Adams” richtte hij zich op een site in de Elzas van een verlaten potasbekken. Een ietwat troosteloos landschap bezaaid met metaalslakken en giftig afval. Het zijn geen donkere foto’s ditmaal maar beelden die door de sitekeuze een klimaat van troosteloosheid en morose evoceren. Om dit resultaat te bereiken zocht de fotograaf standpunten die hem toelieten het desolate van dit soort landschappen te benadrukken.
Een andere serie “Noces” ontstond na frequente wandelingen in het woud van Vauclaire in de Champagnestreek. Met een zware technische camera die hem belette grote verplaatsingen te doen markeerde hij een territorium van zowat vijf vierkante meter waarin hij de bomen, het struikgewas, kortom de weinig afwisselende begroeiing observeerde. Het resultaat echter is uitermate verscheiden en door de duistere afdrukken en de sporadische lichtinval komt de natuur hier tot een fotografisch leven.
De ontdekking van de stad
En dan, in de jaren negentig, ontdekt Fastenaekens de stad, Brussel. Hij noemt ze zelf niet bij naam, spreekt van “een ” stad, anoniem die in permanente mutatie is, met enerzijds een bepaalde grandeur en anderzijds van een schrijnende banaliteit. Hij fotografeert met nieuwsgierigheid, melancholie, verbijstering en woede. Soms moet hij zijn toevlucht zoeken in het fotograferen van wolken als tegengewicht voor de chaos die hem omringt.
Eens de stad ontdekt vormt ze een nieuw en onverwacht thema in een volgende reeks van kleurfoto’s. “Site II” is een soort inventaris van gebouwen en straten waar we aan voorbijgaan zonder op te merken hoe huizen en flatgebouwen soms tot een beeld kunnen leiden dat niet slechts onwerkelijk lijkt maar ook gewoon plastisch wordt zonder het zelf te willen. Fastenaekens merkt het wel op en, zeker op groot formaat, zijn het reminiscenties aan het surrealisme.
Er is ook de reeks te zien die we hier al eerder bespraken en die gaat over oude postkaarten van Brussel die de fotograaf vanuit hetzelfde standpunt actualiseerde. Het is en blijft een merkwaardige vingeroefening die heel wat technische kennis en ervaring vergt om vrijwel identieke standpunten in te nemen in een sterk geëvolueerde urbanistische omgeving.
Tussendoor maakt Fastenaekens soms een videorealisatie die hem naar Milaan voerde en waaruit ook fotoportretten zijn ontstaan en dan, klap op de vuurpijl, een sequentie die hij in studio opnam en waarbij hij, haast sardonisch, aan een groep willekeurige personen vraagt om voor de camera te schaterlachen. Amusant en tegelijk psychologisch interessant materiaal.
Wie zich wil laten leiden door belangrijke maar minder bekende fotografie mag deze expo niet missen. Hier is iemand aan het beeldwoord die wat te zeggen heeft en die een documentair gegeven weet om te zetten in een poëtische taal.
Tentoonstelling “Gilbert Fastenaekens, In Silence” Brussel, De Botanique, nog tot 29 maart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier