‘Geef niet langer voorrang aan co-ouderschap bij echtscheidingen’
We moeten dringend af van de voorrang die co-ouderschap bij echtscheidingen krijgt. “Het probleem is dat ouders de week-om-weekregeling als normaal zijn gaan beschouwen, terwijl dat niet altijd de beste optie is voor het kind.”
Dat zeggen specialisten in De Morgen.
De oproep komt er na de voorstelling van een rapport van Sofie Van Assche van het Centrum voor Sociologie (KU Leuven), waaruit onder meer blijkt dat 29 procent van de ouders in co-ouderschap niet met elkaar praat over hun kind.
Rechters zijn sinds 2006 wettelijk verplicht om bij conflicten de mogelijkheid tot verblijfsco-ouderschap “bij voorrang” te onderzoeken. De wet heeft een aantal belangrijke neveneffecten, stelt Van Assche. “Sinds co-ouderschap meer en meer de norm werd, zijn ouders die regeling als een soort recht gaan zien. Ze voelen het aan als een nederlaag als ze dat niet krijgen.” Conflicten van ouders over het co-ouderschap kunnen bovendien zeer schadelijk zijn voor het kind.
‘Fair voor de ouders, niet altijd voor de kinderen’
“Ouders zelf zien verblijfsco-ouderschap steeds vaker als de meest faire afspraak. Voor hen, bedoelen ze dan. Want kinderen en jongeren ervaren dat vaak niet zo”, zegt ook Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. Daarom wordt het tijd dat de voorrangsregeling weer op de schop gaat, aldus professor familierecht Charlotte Declerck (UHasselt). “Het is kwestie van de woordjes ‘bij voorrang’ uit de wet te schrappen. En van een betere begeleiding van ouders bij de scheiding zelf. We moeten hen duidelijk maken dat een helft-helftregeling niet altijd het beste is voor de kinderen.”
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gaat de kwestie ter sprake brengen binnen de werkgroep ‘werking familierechtbanken’.