Forfaitaire bijdrage voor pro-deo advocaten is ongrondwettelijk
Mensen die juridische bijstand zoeken maar niet over voldoende middelen beschikken, zullen niet langer een forfaitaire bijdrage moeten betalen aan hun pro deo-advocaat.
Die verplichte bijdrage bestaat sinds 2016 en kan oplopen tot 50 euro per procedure. Het Grondwettelijk Hof oordeelde donderdag dat zo’n forfait ‘een aanzienlijke vermindering inhoudt’ van de bescherming van het recht op juridische bijstand, die door de grondwet wordt gewaarborgd.
De persoonlijke bijdrage is ingevoerd bij de hervorming van de juridische bijstand, die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) uitwerkte. Verschillende armoedeverenigingen en de liga voor de mensenrechten vochten de wet over die hervorming aan bij het Grondwettelijk Hof. De persoonlijke bijdrage moet de rechtzoekende aanzetten om na te denken voor hij een procedure opstart, zeker als het gaat om bedragen die lager liggen dan de kosten van de procedure of als de kans op succes onbestaande is. Het bedrag van de bijdrage kan tot 50 euro oplopen per procedure.
‘Ook al heeft de wetgever de bestreden financiële bijdragen ‘bescheiden’ of ‘symbolisch’ genoemd, toch kan het bedrag ervan (….) aanzienlijk worden geacht voor de rechtzoekenden die vallen onder de kosteloze juridische bijstand en die, per hypothese, slechts over weinig bestaansmiddelen beschikken’, oordeelt het Grondwettelijk Hof.
De bedragen die al betaald zijn voor zaken die al beëindigd zijn, kunnen dat geld niet recupereren. Voor lopende zaken moeten de bijdragen terugbetaald worden. Andere maatregelen uit de hervorming die bij het Grondwettelijk Hof werden aangevochten, blijven wel overeind.
Het Netwerk tegen Armoede, een van de verenigingen die de wet had aangevochten, spreekt van ‘belangrijke overwinning, waardoor een grote financiële drempel weggenomen wordt voor mensen in armoede’.
‘Niettemin blijven nog een aantal andere drempels over, zoals de btw-plicht voor advocaten. Wij zullen verder blijven ijveren voor een betere rechtstoegang voor mensen met een laag inkomen’, zegt coördinator David de Vaal.
Minister Geens merkt op dat de invoering van het remgeld in het regeerakkoord stond. Het moest helpen tegengaan dat mensen een procedure starten louter om te procederen. ‘De Raad van State heeft op dat punt nooit kritiek geuit’.