Experten scharen zich achter oproep om abortus uit strafwet te halen
De ongeveer vijftien experten die de voorbije twee weken deelnamen aan de hoorzittingen in de Kamer, schaarden zich quasi-unaniem achter de oproep van een meerderheid van de parlementsleden om de vrijwillige zwangerschapsonderbreking uit het strafwetboek te halen en van abortus een autonoom recht van de vrouw te maken.
Filiosoof en gewezen voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, Michel Depuis (UCL), vond het ‘een uitstekend idee om de regulering rond abortus uit het strafwetboek te halen’. Ellen Roets, adjunct-kliniekhoofd prenatale diagnose van het UZ Gent sprak van een ‘sterk signaal tegenover de pro-levenbewegingen’, ook al is het onvoldoende. VUB-gynaecoloog Anne Verougstraete wees op het stigmatiserende karakter van de strafbaarheid van abortus. Door de zwangerschapsafbreking uit het strafrecht te halen, maakt men er een ‘mensenrecht’ van. Handelingen die abortus moeten verhinderen, moeten wel nog in de strafwet behouden blijven, benadrukte ze.
Carine Vrancken, coördinator van de Unie van Nederlandstalige Abortuscentra Luna, beschouwt abortus als de uiting van een ‘persoonlijke en intieme’ keuze. Een depenalisering zou een mooie boodschap voor iedereen in dit land zijn, vond ze. Martin Hiele, voorzitter van de ethische commissie van het UZ Leuven, was de enige met een afwijkende mening. Hij meende dat de depenalisering ‘niet pertinent’ is.
Dat abortus nog in het strafwetboek staat, heeft voor hem niets stigmatiserends. Een depenalisering zal ook de houding van de pro-levenbeweging niet veranderen. Hiele merkte nog op dat euthanasie, een ander ethisch onderwerp, niet in het strafwetboek voorkomt maar wel aan het strafrecht verbonden blijft. ‘Dat kan een mogelijke oplossing zijn’, stelde hij.
Voor een andere oud-voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-ehtiek, ULB-rector Yvon Englert, is de overheveling van de verantwoordelijkheid van het penale naar het medische een ‘krachtige boodschap’ die het symbolische overstijgt. Hij pleitte voor een verbetering van de voorwaarden voor het uitvoeren van een abortus, zoals het schrappen van de noodtoestand, het verminderen van de reflectieperiode, en een verlening van de periode waarbinnen de zwangerschapsafbreking toegestaan is.
In zes van de zeven wetsvoorstellen die ingediend werden, is men het eens over een depenalisering, maar niet over de voorwaarden. Professor aan het Centre for Biomedical Ethics and Law van de KULeuven, Herman Nys, wees op de inconsequentie die zou ontstaan door de depenalisering van abortus om er een patiëntenrecht van te maken, maar tegelijk nog wettelijke verplichtingen op te leggen. ‘Er is nog werk aan de winkel’, erkende Guido Pennings, professor aan de UGent (Bioethics Institute Ghent), die een voorstander is van depenalisering.