Erkenning asielzoekers: nooit eerder waren communautaire verschillen tussen rechters zo klein

Een tentenkamp in Brussel in 2023. © AFP via Getty Images
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

De Nederlandstalige en Franstalige rechters bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV) beslisten vorig jaar ongeveer even vaak om mensen als vluchteling te erkennen. Nooit eerder waren de communautaire verschillen zo klein. De verklaring ligt vooral bij het groot aantal Afghaanse asielzoekers.

Wie internationale bescherming zoekt, klopt in België aan bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen (CGVS), een onafhankelijk orgaan. Als die aanvraag geweigerd wordt, kan daartegen in beroep gegaan worden bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV). De rechters kunnen de beslissing van het CGVS vernietigen, bevestigen of aanpassen.

Al jaren is het bekend dat er grote verschillen bestaan tussen arresten van de Nederlandstalige en Franstalige rechters. Zo was de kans dat iemand als vluchteling in beroep erkend werd in 2022 zeven keer groter bij een Franstalige rechter dan bij een Nederlandstalige. Maar dat onderscheid is vorig jaar drastisch verkleind. Meer nog, voor het eerst sinds de oprichting van de RVV is het erkenningspercentage min of meer gelijk.

Zo leidde 7,24 procent van de arresten van Nederlandstalige rechters tot een erkenning. In totaal gaat het om 244 dossiers op een totaal van 3369. Bij de Franstalige rechters lag het percentage erkenningen een tikje hoger: net geen 10 procent, of 268 van de 2772 dossiers.

De kans dat iemand als vluchteling erkend werd was in 2022 zeven keer groter bij een Franstalige rechter dan bij een Nederlandstalige.

Maar wanneer we de cijfers van de afgelopen vijf jaar vergelijken, blijft het verschil wel groot. Tussen 2019 en 2023 erkenden Franstalige rechters meer dan een tiende van alle dossiers, bij de Nederlandstalige rechters lag dat aandeel vier keer lager.

Ook bij het verwerpen van een beroep tegen negatieve beslissingen van het CGVS blijven er grote verschillen. Vorig jaar verwierpen Nederlandstalige rechters het beroep in 85 procent van de gevallen, bij de Franstalige rechters bedroeg dat aandeel slechts 68 procent. Franstalige rechters sturen vaker dossiers terug naar het CGVS dan hun Nederlandstalige collega’s.

Asielexpert Marc Bossuyt: ‘België heeft het zelf uit de hand laten lopen’

Machtsovername Taliban

Een belangrijke verklaring ligt bij het land van herkomst van de verzoeker om internationale bescherming. Want op basis van de vreemdelingenwet worden bepaalde geografische regio’s nagenoeg volledig toegewezen aan één taalrol. ‘En zo ontstaan er onvermijdelijk verschillen’, zegt persmagistraat Frédéric Tamborijn. ‘Zo zie ik niet in hoe je de beoordeling van een verzoek om internationale bescherming van een Congolees, die in bijna alle gevallen door een Franstalige rechter wordt gedaan, zou vergelijken met die van een Afghaan, bijna zeker door een Nederlandstalige rechter.’

Vorig jaar waren er ongeveer 8500 arresten voor Afghanen. Het leeuwendeel (8120) kwam terecht bij Nederlandstalige rechters. Bij Congolezen net het omgekeerde: van de zowat 6000 arresten werden er amper 38 beslecht door Nederlandstaligen.

Er werd een speciale commissie in het leven geroepen om de verschillen in kaart te brengen en, voor zover dat mogelijk is, aan te pakken.

Volgens migratie-expert Ruben Wissing (UGent) is het uitzonderlijk gelijke percentage bij Nederlandstaligen en Franstaligen haast louter te wijten aan de Afghaanse asieldossiers. ‘De machtsovername van de Taliban in 2021 en het gebrek aan informatie over de situatie van teruggekeerde Afghanen, die lang in het buitenland verbleven, heeft gezorgd voor een uitzonderlijke rechtspraak over de risico’s op vervolging’, zegt hij.

Zo hielden de rechters rekening met het risico op vervolging van jonge Afghaanse mannen. Aan de basis ligt onder meer hun zogenaamde ‘verwestersing’, waardoor hun levensstijl hen problemen zou kunnen bezorgen in Afghanistan.

‘Een zeker verschil’

Los van de invloed van de Afghaanse dossiers, deed de RVV inspanningen om de communautaire kloof te verkleinen. Zo werd er een speciale commissie in het leven geroepen om de verschillen in kaart te brengen en, voor zover dat mogelijk is, aan te pakken.

In elk geval bestaat er ‘een zeker verschil tussen de Franstalige en Nederlandstalige rechtscultuur’, zegt Wissing. Hij verwijst naar onderzoek van zijn collega Ellen Desmet (UGent), waaruit bleek dat Franstalige rechters in het algemeen kritischer zijn voor de beslissingen van de CGVS dan de Nederlandstalige.

Serge Bodart, gewezen voorzitter van de RVV, noemde de verschillen ooit ‘gênant’. In Knack klonk zijn verklaring zo: ‘Rechters staan met beide voeten in de samenleving. Ze lezen kranten, kijken televisie en praten met hun buren. Wij, rechters, denken soms dat we met onze arresten invloed hebben op de samenleving, maar ook het omgekeerde is waar: de maatschappij heeft ook invloed op de rechters. En vandaar misschien het verschil tussen Nederlandstalige en Franstalige rechters.’

Een groeiend fenomeen bij asielaanvragen: ‘Wij zijn er niet van overtuigd dat u lesbisch bent’

Partner Content