Bilal Benyaich
Discriminatie: bestrijden alsof het de enige oorzaak is van achterstelling
Ja, discriminatie moet worden bestreden als ware het de enige oorzaak van achterstelling. Maar, Belgen met een migratiegeschiedenis moeten ook inzetten op de eigen mogelijkheden, zegt politicoloog Bilal Benyaich. ‘De combinatie van die twee elementen heet emancipatie.’
De voorbij weken laaide het debat over racisme, discriminatie en de band met achterstelling weer op. In de reacties werd er echter te vaak gesuggereerd dat discriminatie de enige verklaring van de achtergestelde positie van heel wat nieuwe Belgen zou zijn. Discriminatie is een verklaringsgrond voor de achtergestelde situatie van heel wat nieuwe Belgen maar lang niet de enige. Achterstelling wegwerken eindigt niet maar begint pas bij discriminatiebestrijding.
De ervaring met discriminatie van heel wat nieuwe en minder nieuwe Belgen is reëel. Zoeken naar een Belg van de eerste, tweede, derde generatie die nog geen slachtoffer is geweest van discriminatie, is als zoeken naar een naald in een hooiberg.
Wie racisme en discriminatie ontkent heeft de laatste decennia niet in dit land geleefd. Weinig nee’s zijn zo legitiem als een principieel nee tegen racisme en discriminatie: ze betekenen immers een aanval op onze verlichtingswaarden, op beschaving.
De achterstelling van een groot deel van pakweg de Marokkaanse, Turkse of Congolese Belgen volledig op het conto schrijven van discriminatie zou echter onjuist zijn. Toch werd er de afgelopen dagen vaak een één-op-één-relatie tussen discriminatie en achterstelling gesuggereerd. Laten we twee voorbeelden nemen – het onderwijs en de arbeidsmarkt – waar die benadering tekortschiet.
Flagrante discriminatie door een aantal scholen en leerkrachten, maar ook meer ingeburgerde vooroordelen en stigmatiseringen hebben bijgedragen tot heel wat ontspoorde en mislukte schooltrajecten. Maar discriminatie alleen volstaat niet als verklaringsgrond voor het onderwijsfiasco onder jonge Belgen van vreemde herkomst. De thuistaal, de vroege schoolkeuze en dynamieken van sociale en etnische segregatie in het scholenlandschap spelen ook een rol. De sociaaleconomische achtergrond evenzeer. Ons onderwijs blijft jammer genoeg ongelijkheid reproduceren – of men nu uit een ‘blank’ of ‘zwart’ kansarm milieu komt.
Daarenboven reproduceren een aantal Belgen van de tweede en derde generatie ook nog eens zelf de precaire levensomstandigheden van de eerste generatie. Een voorbeeld. Bij Marokkaanse Belgen stellen we vast dat zowat de helft trouwt met iemand van het herkomstland – althans tot net voor de recente verstrenging van de wet op de gezinshereniging. Marokko is echter een land waarvan gemiddeld de helft van de bevolking analfabeet is. De laatste kwart eeuw werden er tienduizenden Belgische kinderen, wiens (over)grootvader in de jaren zestig als gastarbeider naar België kwam, geboren in een gezin waarbij een van de ouders zelf eerstegeneratiemigrant is – vaak vrouwen en in heel wat gevallen analfabeet of laaggeletterd. Het is ondertussen geweten dat het diploma van de moeder en de herkomst invloed heeft op het schooltraject van kinderen. Het feit dat veel kinderen van de derde en vierde generatie blijven steken in het klassieke ’tweedegeneratieverhaal’ verklaart dus mee de schoolse achterstand.
Als we vervolgens de dramatische werkloosheidscijfers onder de loep nemen dan merken we inderdaad dat discriminatie op basis van afkomst, naam en zelfs woonplaats onmiskenbaar aanwezig is. En niet alleen bij laag- of middengeschoolden, ook bij hooggeschoolden.
Maar discriminatie alleen verklaart de diepte van de werkloosheidsput niet. De meerderheid van de nieuwe Belgen is laaggeschoold omwille van het hierboven aangehaalde onderwijsfiasco. Het probleem is dat hun kwalificatieniveau hoe langer hoe minder matcht met de aanbodzijde van de economie. Niet alleen discriminatie dus, maar ook technologische veranderingen, de mondiale verschuiving van werkgelegenheid en de transitie naar een kenniseconomie zijn hier debet aan. Het gevolg is in vele gevallen hardnekkige, langdurige werkloosheid. Daarenboven laat een minderheid zich vangen door de werkloosheidsval, en sommigen door patriarchale druk en religieus fanatisme.
Discriminatie is niet de enige oorzaak van achterstelling, maar moet wel bestreden worden alsof het dat wel is
De instrumenten die vandaag ingezet worden om structurele werkloosheid aan te pakken blijven te kort blijven schieten. Hier ligt dan ook de grootste uitdaging. Activering is noodzakelijk. Prikkels en structuren voor mensen die langdurig uitgesloten zijn uit de arbeidsmarkt moeten worden herdacht. Daarom: wil men deze werkloosheid terugdringen moet men discriminatie bestrijden, maar daar eindigt het niet maar begint het pas. Laaggeschoolde Belgen – oud en nieuw – zitten in hetzelfde schuitje.
En zo zijn er wel meer aanvullende verklaringen en voorbeelden te geven voor de achterstelling van een deel van de nieuwe Belgen. De rode draad is dat achterstelling verschillende verklaringen kent die op elkaar inwerken. Ja, discriminatie moet worden bestreden als ware het de enige oorzaak van achterstelling. Maar, Belgen met een migratiegeschiedenis moeten ook inzetten op de eigen mogelijkheden, alsof alles ervan afhangt. De combinatie van die twee elementen heet emancipatie.
Tot slot moeten beleidsmakers goed beseffen dat we het ons niet kunnen permitteren om ter plaatse te blijven trappelen. Er staat te veel op het spel. Van een robuust anti-discriminatiebeleid, over een slim migratie- en integratiebeleid tot een inclusiever onderwijs- en arbeidsmarktbeleid: de verkiezingen van 2014 vormen een kans om een beleid met visie en moed voor te leggen. Mis ze niet.
De auteur is politicoloog en verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, de Hogeschool-Universiteit Brussel en Itinera Institute.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier