Sibran Sampers
‘De vleesindustrie haalt winst uit onze perverse hypocrisie’
‘Ik heb twee konijnen geslacht in een artistiek project, maar niet omwille van de kunst’, reageert KASK-student Sibran Sampers op de klacht van GAIA. ‘Ik klaag een veel grotere bron van miserie aan: de hypocrisie van de stedelijke vleesconsument.’
Op maandag 17 november stuurde Michel Vandenbosch, voorzitter van GAIA, een persbericht de wereld in. KASK-student Sibran Sampers en zijn docenten werden gewezen op een ‘stuitend gebrek aan normbesef’. De voorzitter zou dan ook klacht indienen. De kwestie ter zake? Twee konijnen zouden onnodig geleden hebben voor hun dood omwille van een artistiek project. Nu de wind wat gaan liggen is, reageert Sampers.
Na een korte rondvraag bij familie en vrienden blijkt van een stuitend gebrek aan normbesef bij mij geen sprake te zijn. Evenmin heb ik een wreedaardig karakter of vertoon ik sporen van psychopathie. Een neiging tot het uitlokken van conflict en discussie misschien, dat wel. “Maar,” zo zegt mijn omgeving, “dat vereist een zekere kennis van wat precies het conflict uitlokt en wat niet. Een advocaat van de duivel ook, klaar om iemand te pakken op de lacunes in zijn betoog.” Ik zei hen dat ze het schoon verwoord hadden en dat ik het in mijn opiniestuk zou opnemen.
‘Onze vleesconsumptie is een monsterlijk gedrocht’
Er zijn inderdaad twee konijnen geslacht in een artistiek project, maar niet omwille van dat artistiek project. Onze performance was geen provocatie van de heren en dames lijnrechters van de kunst (Jeder Mensch ist ein Kunstkritiker!), maar een aanklacht tegen een veel grotere bron van miserie, namelijk: de hypocrisie van de stedelijke vleesconsument. Onze vleesconsumptie is een monsterlijk gedrocht dat ik in kaart heb proberen te brengen met enkele zeer humane nekslagen. Bij de eerste slag was het dier onmiddellijk bewusteloos; de nekwervel werd gebroken en verplaatst en de bloedtoevoer afgesneden. De slagen erna veroorzaakten de dood. De nekslag heeft hetzelfde resultaat als een verdovende elektroshock, maar het is goedkoper en vooral veel persoonlijker.
Het is net die persoonlijke connectie tussen voedsel en consument die in onze steden volledig afwezig is. Willen we zaken aanpakken zoals de ecologische consequenties van de zwaarbewapende vleesindustrie, dan moeten we weten waarover het gaat: dood en dieren. Het zijn echter twee onderwerpen waar ons staartbeen van begint te krullen. Vleeseters (zoals ik er een ben) kunnen het volgens mij niet maken om de dood van het dier te ontkennen of te negeren. Doen ze dat wel, dan ontstaat er een hypocriete situatie die een verdere scheiding tussen consumptie en productie in de hand werkt. En laat het nu net die scheiding zijn waar de vleesindustrie alle baat bij heeft.
‘Wat maakt het weggestopte abattoir zo veel beter?’
In een stedelijke context zijn we inmiddels op het punt gekomen waar een transgressie van die scheiding taboe wordt en dat men het gerechtvaardigd vindt om het zelf slachten van twee konijnen af te schilderen als zielig beulenwerk. Wat maakt het weggestopte abattoir toch een zo veel betere plek voor het slachten van dieren dan de badkamer, de tuin of het koertje? In ieder geval niet de hygiëne of diervriendelijkheid. Zouden het de winsten kunnen zijn? Het onvoorstelbaar grote surplus van onze onwetendheid en schijnheiligheid?
Nuts- en huisdieren zijn onze creatie. Zonder onze aanwezigheid zouden deze dieren nooit zijn wat ze zijn. Als wij van deze aardkloot verdwijnen, dan verdwijnen zij ook. Wij leven dus in symbiose. Het voordeel van het dier is dat het zich niet weert wanneer wij onze verlangens en angsten projecteren op zijn woordeloze wezen. Kijken wij naar het dier, dan kijken wij onszelf in de ogen en die aanblik is soms ondraaglijk. Voor het dier maakt het niet uit of het nu ingelijfd is of niet in onze sentimentele ellende van leibandjes, buggy’s, vleesindustrie, verdoofd of nuchter slachten. Wie het wel iets kan schelen, ben ik. Ik zie onze stomme lotgenoten en zie onszelf: op elkaar geprakt in lange wachtrijen, volgepropt met antibiotica, triestige prullen etend onder schraal tl-licht, de snavels geknipt en de tanden getrokken omwille van de openbare orde. Als ik het over de Homo sapiens wil hebben, dan kan dat in feite aan de hand van de Oryctolagus cuniculus en dat heb ik gedaan.
Ik heb twee konijnen geslacht en opgegeten bij kaarslicht. Ik heb ze klaargemaakt op grootmoeders wijze met een trappist, peperkoek en Luikse stroop. Het dier hebben wij geserveerd met een Belgische stoofpeer en enkele kroketjes. Het voorgerecht was een borsjtsj van rode biet en het dessert een coupe vanille-chocolade met slagroom. De genodigden spreken er nog over. Niet alleen omdat het lekker was, maar ook omdat ze niet begrijpen waar de heisa om draait. Een misverstand, zeg ik hen. En dat was het inderdaad. Ik ben een dierenliefhebber, misschien ook een kunstenaar, maar in geen geval een beul. Een goede ethiek ontstaat niet alleen door wat abstract heen- en weergepraat, het is ook het resultaat van handeling en langdurige behandeling van het onderwerp. Daarom heb ik een konijn geslacht en klaargemaakt en daarom heb ik het getoond aan een aantal mensen in een context die dat tonen mogelijk maakt: de academie.
‘Massaal dieren kweken en vreten’
Tot slot wil ik mij persoonlijk richten tot Michel Vandenbosch. U heeft deze performance veroordeeld op basis van geruchten en beschrijvingen die de inhoud compleet negeerden. U heeft op geslepen wijze ons sociaal-artistiek project misbruikt om uw eigen agenda onder de aandacht te brengen. Met een argumentatie die bestaat uit prefab krantenkoppen vergde dat bovendien weinig inspanning. U heeft mij geblameerd nog voor u goed en wel wist hoe de vork in de steel zat. We zouden onze tijd inderdaad kunnen verspillen aan een debat over dierenwelzijn en kunst, maar dat onderwerp mag eigenlijk geen prioriteit krijgen.
Wat er wel toe doet is hoe wij massaal dieren kweken en vreten op een manier dat het niet meer netjes en gezond is; dat er een industrie bestaat die winsten genereert uit onze perverse hypocrisie en dat er een beleid gevoerd wordt dat die hypocrisie verder in de hand werkt veeleer dan ze te bekampen. Ik ben bereid uw aantijgingen jegens mij te vergeven als u een rechtzetting op de website van GAIA publiceert. Of weet u wat? Laat zitten. We klappen er eens over, tête-à-tête, zoals beschaafde mensen. Ik kook?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier