Peter Mertens (PVDA)
‘De regering lijkt op bordjesdraaiers in een circus: steeds meer borden vallen kapot op de grond’
De regering lijkt op bordjesdraaiers in een circus. Ze wil steeds meer borden laten draaien met steeds minder mensen en steeds minder middelen. En dan klettert het ene bordje na het andere op de grond. Wel, het lijkt mij beter om te investeren in mensen en middelen, in plaats van verder scherven te ruimen.
De ministers lijken steeds meer op jongleurs in een circus. Zenuwachtig in de weer om alle borden op de stokjes te laten balanceren. Druk roepend en kibbelend rennen van het ene bord naar het andere, om met een polsslag aan de stokjes de borden draaiende te houden. Jongleren tot er een bord valt. Aanvankelijk volgt de ontkenningsfase. ’t Is een kwestie van communicatie. We moeten beter uitleggen: we hebben al veel gedaan, er zijn toch vele borden draaiende? Tot er nog een bord valt. En nog één. Dan volgt de projectiefase. Dat er borden vallen, is niet de schuld van de regering. Het is de schuld van de borden zelf, die maar niet begrijpen dat de regering het beste met hen voorheeft. Dat scenario is niet Belgisch. Het is Europees. Overal hoort men kletterende scherven, terwijl de stokjesdraaiers fervent achter hun falende strategie blijven staan: “borden steeds harder laten draaien, met steeds minder mensen en steeds minder middelen.” Zo klinkt het nieuwe geloof.
Tien procent besparen op justitie? Bam! Het eerste bord valt
De regering lijkt op bordjesdraaiers in een circus: steeds meer borden vallen kapot op de grond
Neem nu justitie. Ondanks de toenemende vraag naar democratische basisrechten, moet justitie in vier jaar tijd ’10 procent’ besparen. Dat is zo beslist door de bordjesdraaiers. Dat komt neer op 230 magistraten en 700 personeelsleden minder. “De besparing van deze regering komt boven op de jarenlange onderfinanciering van Justitie”, zegt Jan Geysen van de Nederlandstalige Vereniging van Magistraten. “Die maakt dat wij echt niet meer op een normale manier kunnen werken.” Dan valt het bord op de grond. Deze week gaat een deel van de magistratuur in staking. Dat is niet meer gebeurd sinds 1917.
Bespaard wordt er ook in het gevangeniswezen. “Besparingen, besparingen, besparingen. Ik heb in mijn hele carrière niets anders geweten dan dat er bespaard werd op justitie.”, vertelt de Brusselse rechter Walter Thiery, die ook vicevoorzitter is van de Centrale Toezichtsraad op het Gevangeniswezen (CTRG). “Die besparingen hebben geleid tot een desastreuze situatie in de Belgische gevangenissen. Gedetineerden zijn dan ook een gemakkelijk besparingsdoelwit.”, zegt Thiery. Het was wachten tot ook dat dolgedraaide bord in scherven zou vallen. En het klettert.
Twintig procent besparen op het spoor? Bam! Het tweede bord valt
Bij het spoor wordt dezelfde blinde besparingslogica gevolgd. Terwijl jaar na jaar het filerecord in ons land wordt verbeterd, moet het spoor ’20 procent’ besparen over vijf jaar (750 miljoen door de regering-Di Rupo, 2,1 miljard door de regering-Michel). Dat komt neer op 6.000 personeelsleden minder, een nieuwe afschaffing van 800 kilometer spoorlijnen, sluiting van loketten en stations, plannen om treinen te laten rijden zonder treinbegeleiders, en een verhoging van de tarieven. Gevolgen zijn er voor de veiligheid, de stiptheid, het aanbod en de tarieven. Met zesduizend minder personeelsleden moet er op vijf jaar tijd wel een productiviteitsverhoging van 20 procent gerealiseerd worden, zo wil de directie. Ja, dat ook dit bord zou vallen, stond in de sterren geschreven. Ook andere publieke diensten kreunen onder het adagium van steeds meer met steeds minder mensen en middelen.
De drie grote boosdoeners: vakbonden, Walen en de PVDA
In de jonglerende wereld van regeringsartiesten neemt het gebrek aan zelfinzicht ondertussen merkwaardige vormen aan. Dat het ene bord na het andere van de stokjes klettert, dat heeft volgens de regering niets te zien met besparingsbeleid, ritmeverhogingen, personeelsverminderingen of emmers die overlopen. Neen hoor. De scherven, dat is het gevolg van de vakbonden, de Walen, en de PVDA. Dat zijn de drie grote boosdoeners die het imago van ons land verpesten en zorgen dat goed-menende mensen het werk neer leggen.
En dat terwijl het natuurlijk alleen maar een kwestie van uitzweten is. Beetje harder werken, beetje langer werken, beetje flexibeler werken, beetje meer taks betalen, beetje minder volk op de werkvloer, beetje minder middelen, beetje minder vakbond, en alles komt goed. Bart De Wever heeft het zelf gezegd. En Charles Michel ook. En zegt de Franse sociaaldemocratische premier Manuel Valls niet precies hetzelfde? “De acties in ons land zijn onverantwoordelijk. Wij zijn dan ook niet van plan ons beleid aan te passen aan de betogers. De acties moeten stoppen, en dan pas kan het goedkomen.”, aldus de Franse premier. Krek hetzelfde als onze premier. Nochtans zijn er in Frankrijk bijna geen Walen, en is er ook geen PVDA die ‘geïnfiltreerd’ is in de vakbonden. Een mens vraagt zich af hoe het eigenlijk mogelijk is, zo’n stakingsbeweging bij onze zuiderburen. Misschien dan toch iets te maken met het beleid, en met de nieuwe flexibiliseringsmaatregelen uit de Loi Travail, die als twee druppels lijkt op onze Wet Peeters?
Een klassiek geval van ‘retrorsum causa et effectus’, de omkering van oorzaak en gevolg
De bewering dat de opkomende PVDA aan de basis ligt van de sociale onrust is, is een klassiek geval van ‘retrorsum causa et effectus’, de omkering van oorzaak en gevolg. Omdat het ongenoegen over het beleid toeneemt, omdat voor steeds meer groepen mensen de maat vol is, en omdat veel burgers snakken naar andere – positieve – alternatieven, gebeuren er twee dingen. Op politiek vlak richten steeds meer mensen zich naar de PVDA, die in de peilingen groeit tot 13,5 procent in Wallonië. Op sociaaleconomisch vlak nemen de sociale acties toe: petities, betogingen en stakingen. Dat zijn twee gevolgen van dezelfde oorzaak.
De opkomst van de PVDA is niet de oorzaak van het ongenoegen, maar eerder een barometer van het ongenoegen.
Neem nu de cipiers. In Franstalig België heeft de PVDA (in het frans ‘PTB’) geen leden onder de cipiers (in Vlaanderen wel). De cipiers van Andenne in de provincie Luxemburg waren de eersten die het nieuwe ontwerpakkoord van Geens verwierpen. Luxemburg is de enige provincie waar de PVDA zelfs geen afdeling heeft. Mensen beslissen zelf of ze in actie gaan of niet, binnen het kader van de vakbond of niet. Politiek mag men het verstandig vinden, of niet verstandig vinden, dat moegetergde cipiers het werk neerleggen omdat ze de situatie die nu al decennia duurt niet langer aankunnen. Echt intriestig wordt het wanneer men de actie van de cipiers, of anderen, wijt aan ‘de infiltratie van de PVDA in de vakbonden’, zoals Rik Torfs en John Crombez broederlijk beweren.
Slecht nieuws voor de regering: afkeer besparingsbeleid is bijna overal even groot
Dat Torfs zijn onnavolgbare vitriool spuit ten aanzien van authentiek links, is nog ergens te begrijpen. Meer dan rector van een grote universiteit, meet hij zichzelf tenslotte het kleedje aan van cynische buikspreekpop van de regering. Dat John Crombez mee in datzelfde orkest toetert, is des te opvallender. Bij zijn aantreden als SP.A-voorzitter had Crombez ‘een linksere koers’ beloofd, en verzekerde hij al wie dat wilde geloven dat hij de drieste aanvallen op de PVDA van zijn voorganger Bruno Tobback niet zou herhalen. Tot zover. Gisteren vertelde Crombez in De Tijd: “Het is flauw om alles in de schoenen van de PS te schuiven”. Dat is juist. Maar vervolgens doet hij precies hetzelfde: “de felle acties en wilde stakingen zijn vooral een gevolg van de opmars van de extreemlinkse PVDA”.
Nogmaals: de opkomst van de PVDA is niet de oorzaak van het ongenoegen, maar eerder een barometer van het ongenoegen. Een ongenoegen dat trouwens niet alleen aanwezig is in Wallonië, maar in heel het land. Uit een enquête van Het Nieuwsblad bleek dit weekend dat slechts 28 procent van onze landgenoten van mening is dat de inspanningen eerlijk verdeeld zijn. En dat 60 procent vindt dat de regering te weinig naar de werknemers luistert. “Slecht nieuws voor de regering”, zegt politicoloog Dave Sinardet. “Uit de peiling blijkt zelfs dat de afkeuring voor het besparingsbeleid bijna even groot is in Vlaanderen als bij de Franstaligen.”
Globaal ligt stakingsbereidheid bij Vlamingen en Walen gelijk
Het orthodoxe geloof in de uitweg van besparingen, in plaats van een investeringsbeleid, heerst op heel het continent.
De borden steeds harder laten draaien, met steeds minder mensen en middelen, dat is geen communautair verhaal. Het treft iedereen. Het is zelfs geen Belgisch verhaal, maar wel Europees. Het orthodoxe geloof in de uitweg van besparingen, in plaats van een investeringsbeleid, heerst op heel het continent. Net als het verzet daartegen. Zowel politiek (denk maar aan Spanje) als sociaal (denk maar aan Frankrijk). Dat is in ons land niet anders: als we de algemene cijfers bekijken, dan ligt de stakingsbereidheid bij Vlamingen en Walen vrij gelijk. Dat becijferde onderzoeker Stan De Spiegelaere. Absoluut staken de Vlamingen meer, relatief spannen de Walen de kroon. Het is vooral het soort economie en de industriële sector die bepalend zijn. “Soms zou je denken dat Antwerpen in Wallonië ligt en Luxemburg in Vlaanderen. Het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië is iets dat heel makkelijk opvalt, maar dat verschil op de spits drijven, klopt niet met de realiteit.”, concludeert De Spiegelaere.
De kracht van de beweging is om zich niet te laten verdelen
Natuurlijk kan niemand er onderuit dat het vuur van de sociale strijd vandaag vooral in het zuiden van het land wakkert. Daar zijn veel redenen voor, niet in het minst omdat 4 op 5 Walen niet voor een regeringspartij hebben gestemd en de malaise daar al langer heerst. Maar ook omdat de werkloosheid in verschillende Waalse steden groter is, net als de armoede, en de maatregelen extra hard aankomen. De weerbaarheid is de vorm om niet in defaitisme te vervallen, en die wordt ook aangewakkerd door de situatie in Frankrijk die in het zuiden van het land veel meer weerklank krijgt dan in het noorden.
De eenheid van de arbeidersbeweging ligt ons, als nationale partij, zeer nauw aan het hart. Natuurlijk zijn er verschillen. Maar wat ons bindt is sterker. Dat zag je ook op de grote betoging van vorige dinsdag, toen tussen 60 en 80.000 mensen in Brussel betoogden tegen de Wet Peeters. Best een indrukwekkende mars. En wie even oplette zag een aantal merkwaardige zaken. Groene en rode vakbonders liepen kriskras door elkaar. Schouder aan schouder eigenlijk, in plaats van apart. Net zoals mensen uit noord en zuid van het land, met slogans in alle landstalen door elkaar. Mensen uit de private sector en de openbare sector, ook samen. Dat is de kracht van deze beweging, om zich niet te laten verdelen. Dat hebben we ook nodig. Niet om de regering te laten vallen, want dat is niet de doelstelling. Wel om de Wet Peeters te doen terugtrekken, en om de broodnodige investeringen in onze publieke diensten te realiseren. Want men kan niet blijven meer borden draaien, steeds harder, met minder mensen en minder middelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier