De opvallende glimlach van Bart De Wever op de nieuwjaarsreceptie van N-VA

Bart De Wever waarschuwde er op de nieuwjaarsreceptie van N-VA dan wel voor om niet te vroeg victorie te kraaien, toch weerklonk het de hele avond: ‘Eerst Antwerpen, nu Brussel.’ Een sfeerverslag van een nieuwjaarsreceptie die al een beetje op een overwinningsfeest leek.

De toespraken op politieke nieuwjaarsrecepties moeten in dit verkiezingsjaar extra strijdvaardig zijn. Welke partijvoorzitter heft de cava om zich moed in te drinken, wie klinkt alvast op de overwinning? Jan De Meulemeester, politiek journalist bij VTM, brengt voor Knack.be verslag uit van op de politieke nieuwjaarsrecepties.

Act like a winner

Eerste vaststelling: dit is geen receptie, dit is een fuif. In zo maar eventjes het grote Flanders Expo, een mega-evenementencomplex langs de snelweg. Het volume van de locatie alleen al illustreert de evenredige ambitie: de grootste partij zijn. En de timing helpt een handje: niet overdag of op een weekdag, maar ’s avonds in het weekend – er kan dus gevierd worden, desgewenst tot in de vroege uurtjes. Maar vooral: veel fans kunnen zich vrijmaken. En dat worden er 5.000. Genoeg om een file te organiseren op de E40 ter hoogte van afrit Expo.

Binnenkomen doe je langs een metersbrede gele loper, die helemaal doorheen de eerste grote hal van het gebeuren uitmondt in een brede gang met aan beide zijden een muur van champagneglazen. Naar schatting zo’n 2.000 gevulde fluitjes bubbels. Jongens en meisjes van een evenementenbureau begroeten je, gekleed in een zwart hemd, en met een gele das. Er is een volgende hal, en dan nog een hal. ‘Zo groot als I Love Techno, dat gaat hier ook door’ zegt een medewerker. Twee dansvloeren, in beide zalen eettentjes, podia waarachter gigantische schermen staan – zoals die op muziekfestivals. En drank, veel drank – en die is tot middernacht gratis.

Wij willen macht

Ik loop een parlementslid tegen het lijf. ‘Wat mag ik je toewensen?’ vraag ik. ‘Geld en macht,’ zegt die al grappend. Waarop ik lachend antwoord: ‘Geld, dat verdien je al genoeg. Nu het tweede nog.’ En zo zindert het heel de avond: in mei 2014 veroveren we Brussel. Eerst was er Antwerpen. First, we take Manhattan. En nu de Wetstraat. Nu is het aan ons.

Waardoor dit geen nieuwjaarsfeest lijkt, maar reeds een overwinningsfeest. Ook al waarschuwt voorzitter Bart De Wever voor te vroeg victorie kraaien: zelfs met partijmedewerkers gaan de gesprekken over wie minister zal worden, en waar ze zelf als N-VA-personeel aan de slag willen.

Een ander land

Kort voor de deuren openen, oefent De Wever met de teleprompter: aan beide zijden van het katheder staat een voor het publiek doorzichtig display waarop de tekst geprojecteerd wordt. Terwijl hij voorleest, kan hij zo contact blijven maken met het publiek. Amerikaans president Barack Obama heeft die teleprompter beroemd gemaakt. Het is de eerste keer dat De Wever dit gebruikt, en hij ergert zich aan het noodgedwongen van links naar rechts draaien met het hoofd.

De oefening verloopt stuntelig, maar toch laat de voorzitter dit filmen door de cameraploegen. ‘Bij Guy Verhofstadt werden journalisten tijdens de repetitie de zaal uitgestuurd’ merkt een ervaren collega op. ‘Hier niet. En dat zegt iets over De Wever.’

Een uur later wordt zijn toespraak voortdurend onderbroken door applaus. Dat het in mei kiezen is voor de N-VA of het PS-model. Dat de N-VA helemaal geen asociale, neoliberale partij is, maar zelfs de werkloosheidsuitkering wil optrekken. En dat het tijd is voor een ander beleid. Of, opbouwend naar de climax, dat het tijd is voor ronduit ‘een ander land.’ De teleprompter bevalt De Wever. Hij heeft de handen vrij om zijn boodschap kracht bij te zetten. Als het applaus aanzwelt, doven de zaallichten en knallen de spots boven het podium een lichtbundel op het publiek. Een speech, dat is taal, inhoud, een beleidsplan, maar hier is ook bijzonder veel aandacht voor emoties, die de boodschap kunnen schragen.

Vrolijkheid

En er is de opvallende glimlach van De Wever. Dat is nieuw. Op het podium, en ook tijdens zijn televisie-interviews: hij kijkt de journalist tijdens de vraagstelling minzaam aan. En via de camera dus ook de honderdduizenden kijkers. De fundamentele vrolijkheid, dewelke hij zich een jaar geleden al had voorgenomen uit te dragen, heeft stilaan een gezicht.

Een glimlach die hij drie uren lang hanteert tijdens een fotoshoot. Vorig jaar was er geen houden aan: Bart De Wever kon zich fysiek niet meer verplaatsen van punt A naar punt B door de vele leden die hem aanklampten om samen op de foto te staan. Een medewerker legt uit dat ze daarom een fotostand hebben ingericht, om de toevloed enthousiaste fans enigszins te structureren. Meteen vormt zich een honderd meter lange rij. A rato van twee fotoshoots per minuut zou het debiet wachtenden snel moeten slinken, maar helaas: zelfs om half twaalf is er nog een file.

Nadien zal De Wever trouwens meteen naar Antwerpen terugkeren: veni vidi vici en meteen weer weg. Snel en gericht optreden, en de mythe levend houden door een gedoseerde afstand te bewaren, niet al te bereikbaar zijn. Dat laatste laat hij over aan zijn vele parlementsleden. Zij onderhouden de leden, de soms obligate small talk, en de dansvloer.

Ons Annick

Een dansvloer met als epicentrum twee vriendinnen: Antwerps schepen Liesbeth Homans en ex-VLD’er Annick De Ridder. De hele avond brengen de twee blondines zij aan zij door. Samen aanschuiven voor een portie frieten met stoofvlees, samen de leden aanspreken, samen de dans leiden. Enerzijds een N-VA’ster van het eerste uur, anderzijds een bekende nieuwe aanwinst.

Homans als telg van de oorspronkelijke kleine kern, die, zo vertelt een parlementslid, ‘ooit nieuwjaar vierde in een polyvalent zaaltje, ergens te lande, waar iedereen gratis pinten kreeg want dat kostte toch maar één vat.’ En dan de nieuwbakken Vlaams-nationaliste Annick De Ridder, die de laatste verbreding van de partij belichaamt.

‘Fantastisch, fantastisch!’

Rond twee uur lopen twee van de drie zalen leeg, in de derde hal zetten de dansers door. Sommigen hebben in de buurt een hotel geboekt. Anderen schakelen over op water. We spreken nog een parlementslid over de nakende campagne, maar de dame wordt onophoudelijk omhelsd door een wat oudere flamingant, die enigszins aangeschoten voortdurend de woorden ‘fantastisch’ en ‘geweldig toch’ reciteert. We herkennen hem uit IJzerbedevaart-sferen.

Als ondertussen zestiger bezong hij waarschijnlijk decennialang zijn gedroomde Vlaamse onafhankelijkheid met een steeds kleinere schare geestesgenoten, op de jaarlijkse bijeenkomst, in de daar meestal druilerige weersomstandigheden. Dat deze mega-happening hem nu vervult met vreugde, is dan ook niet verwonderlijk. Ooit een politieke outcast, vertoeft hij nu middenin de ruggengraat van de grootste Vlaamse partij.

Partner Content