Als Vlaanderen dure en beschamende boetes van Europa wil vermijden, moet het aandeel groene stroom in vier jaar tijd bijna verdubbelen. De nieuwe energieminister Bart Tommelein (Open VLD) wil dat doel graag bereiken zonder nieuwe biomassacentrales. Een bijna utopische ambitie want behalve honderden windturbines zijn daarvoor minstens 200.000 nieuwe zonnepanelen nodig.

Milieuverenigingen riepen het al veel langer, en sinds kort blijkt ook de voltallige regering ervan overtuigd: biomassacentrales deugen niet. Wegens niet duurzaam, ‘een vorm van klimaatbedrog’ en ongetwijfeld ook wel om politiek-strategische redenen werden de plannen voor de Bee Power-centrale in Gent te elfder ure geschrapt. Mogelijk wacht de centrale in Langerlo spoedig eenzelfde lot.

Van de kersverse energieminister Tommelein (Open VLD) moet de geplande biomassacentrale alvast geen steun verwachten. ‘Als ik de kans krijg om dit project te schrappen, dan zal ik dat meer dan waarschijnlijk ook doen’, zegt Tommelein (zie kader op blz. 45).

Energiewende

Nog niet zo lang geleden werd heel anders over biomassa gedacht. Biomassacentrales werden door deze en de vorige regering omarmd als hét wondermiddel om de groenestroomdoelstellingen die Europa aan Vlaanderen heeft opgelegd op tijd – dus in 2020 – te behalen. Getuige daarvan onder meer de beleidsnota van gewezen energieminister Annemie Turtelboom (Open VLD), opgemaakt in 2014. Daarin staat dat de productie van groene stroom in Vlaanderen tegen 2020 bijna verdubbeld moet zijn: van ongeveer 6000 gigawattuur in 2014 naar circa 11.500 GWh in 2020. Om de Europese doelstellingen te halen, rekende men toen in de eerste plaats op de nieuwe biomassacentrales. 3200 GWh, ofwel meer dan de helft van de extra groene stroom, moest afkomstig zijn van de nieuwe centrales in Gent en Langerlo.

Maar dat was dus vroeger. Vandaag is Bart Tommelein de bevoegde minister. Hij wil de Vlaming aan het verstand brengen dat een energieomslag onvermijdelijk is, en dat dure en vervuilende biomassacentrales niet in dit verhaal passen. Omdat andere alternatieven duidelijk nog in de kinderschoenen staan, zullen vooral nieuwe windturbines en zonnepanelen voor de grote ommekeer moeten zorgen. Maar of zoiets op korte termijn haalbaar is? Een weinig bemoedigende vaststelling om mee te beginnen: de recentste cijfers vertellen dat de gloriejaren van zowel wind- als zonne-energie – voorlopig? – voorbij zijn.

Schaarste

Eerst de windenergie. Hoewel ze heel zichtbaar zijn in het landschap, zorgen windturbines slechts voor een vrij beperkt deel van de groene stroom in Vlaanderen. Uit de beleidsnota van Turtelboom sprak ook niet meteen de ambitie om dat aandeel aanzienlijk te vergroten.

Tommelein zal die ambitie hoe dan ook fors moeten bijstellen. Om een idee te geven: als hij de biomassacentrales van Gent en Langerlo vollédig wil compenseren met windenergie, moeten de windturbines in Vlaanderen straks minstens 4000 GWh extra stroom produceren. In de praktijk komt dat neer op – voorzichtig geschat – 600 nieuwe turbines, ofwel meer dan een verdubbeling van het huidige aantal Vlaamse turbines in vier jaar tijd. Zelfs de meest voluntaristische groene militant zal u vertellen dat zoiets utopisch is.

Een stuk realistischer is een scenario waarbij de inspanning gelijkmatig verdeeld wordt over wind- en zonne-energie. Een mix dus. Kiest Vlaanderen voor zo’n mix, dan zouden er in 2020 ongeveer 300 nieuwe windturbines moeten staan. Wetende dat er vorig jaar 92 turbines werden gebouwd, lijkt dat nog niet zo’n gekke ambitie. Toch hoort hier een groot vraagteken bij. Uit cijfers van Ruimte Vlaanderen, de uitvoerder van ons ruimtelijkeordeningsbeleid, blijkt dat er in 2015 56 vergunningen voor nieuwe windturbines werden afgeleverd. Dat is een opvallende daling tegenover de voorgaande jaren, toen er telkens meer dan 70, en in 2012 zelfs 99 turbines werden vergund.

Nog een stuk significanter is de daling van het aantal aanvragen: van bijna 500 vijf jaar geleden tot minder dan 100 vorig jaar. Voor deze dalende tendens is een eenvoudige verklaring, zegt Mie Van den Kerchove van Ruimte Vlaanderen. ‘De goede plekken voor windturbines zijn al een aantal jaren geleden geclaimd, en worden dus steeds schaarser.’ Anders gezegd: windenergie is in het kleine, volgebouwde Vlaanderen geen oneindig verhaal. Terwijl het aantal geschikte plekken krimpt, groeit het lokale protest.

Dat wil niet zeggen dat een forse groei niet langer mogelijk is. Bart Bode, de directeur van de Organisatie Duurzame Energie (ODE), wijst op een aanzienlijk, tot dusver compleet onbenut potentieel: de wijde omgeving van de in totaal zeventien Vlaamse luchthavens. In die omgeving gelden strikte beperkingen voor de bouw van windturbines. Zo vormen de luchthavens van Koksijde en Oostende een belangrijke hinderpaal aan de kust, uitgerekend het gebied waar veel wind kan worden geoogst. Hetzelfde probleem stelt zich in de wijde omgeving van Zaventem. ‘Rond die luchthaven ligt een enorme perimeter waarbinnen geen enkele turbine mag staan’, zegt Bode. ‘Dat verklaart meteen waarom er in Vlaams-Brabant zo weinig turbines zijn gebouwd.’

Een mogelijke oplossing is de sluiting van zo veel mogelijk luchthavens. Maar het kan ook eenvoudiger. Bode: ‘Luchthavens willen geen turbines in de buurt omdat die de radars kunnen verstoren. Nochtans is daar een oplossing voor. In de ons omringende landen maken ze gebruik van software die eventuele storingen uitschakelt, waardoor er zélfs in de nabije omgeving van luchthavens windmolens kunnen staan. Er is, behalve de kostprijs, geen reden waarom we die software niet bij ons zouden gebruiken.’

Bart Bode twijfelt niet. In Vlaanderen is nog plaats voor driehonderd extra windmolens. ‘Driehonderd nieuwe turbines is geen utopie, ‘ zegt hij, ‘maar dan moeten er, liever nog vandaag dan morgen, een aantal belangrijke hinderpalen uit de weg worden geruimd.’

Gloriejaren

En zonne-energie? Al vanaf dag één van zijn ministerschap toonde Tommelein zich een vurige pleitbezorger. Onbegrijpelijk is dat niet. Zonnepanelen vergen geen ingewikkelde en langdurige aanvraagprocedures, ze zijn niet meteen hinderlijk voor de omgeving en ze zijn relatief goedkoop.

Niettemin is de uitdaging enorm. Niet voor niets hield Annemie Turtelboom in haar nota rekening met een al bij al bescheiden stijging van 800 GWh uit zonne-energie. Zonnepanelen zijn uit de gratie van de Vlaming gevallen, voor een deel sinds de (over)subsidiëring van zonnepanelen is weggevallen.

Volgens cijfers van koepelorganisatie PV-Vlaanderen en energiewaakhond VREG kwamen er het afgelopen jaar ongeveer 11.500 installaties bij. Dat is een kleine stijging tegenover 2014, maar het contrast met de gloriejaren blijft wel enorm. Tussen 2009 en 2012 werden in totaal meer dan 200.000 installaties geplaatst, ofwel 50.000 per jaar.

Wantrouwen

Komen die gloriejaren nog terug? Als ook de biomassacentrale van Langerlo wordt geschrapt, is er geen andere weg. Volgens voorzichtige ramingen zijn er, bovenop de 300 windmolens, minstens 200.000 nieuwe installaties nodig om de groenestroomdoelstellingen te halen. Tommelein moet dus hopen op een terugkeer van de hype van vijf jaar geleden. Maar is zoiets wel mogelijk, zonder de (subsidie)euforie van toen?

‘Ik sluit het niet uit’, zegt Jo Neyens van sectorvereniging PV-Vlaanderen. ‘Het probleem van zonnepanelen is vooral een imagoprobleem. Mensen investeren er niet meer in omdat ze geen vertrouwen hebben in het Vlaamse energiebeleid, dat de afgelopen jaren inderdaad geen toonbeeld van stabiliteit was. Nochtans is een investering in zonnepanelen vandaag zeker niet minder interessant dan in de jaren waarin er met subsidies werd gegooid. Zonnepanelen zijn nu ongeveer vijf keer zo goedkoop als toen. De investering heb je vandaag na een jaar of acht al terugverdiend. In 2006 duurde dat, ondanks de hoge subsidies, nog minstens twaalf jaar.’

Neyens gelooft dat de Vlaming met goede marketing opnieuw voor zonne-energie te winnen is. Verder wijst hij op een nog nauwelijks benut wingewest: de Vlaamse bedrijven. Uit het jaarrapport van PV-Vlaanderen blijkt dat het bijna uitsluitend particulieren zijn die nog in installaties investeren. PV-Vlaanderen werkt vandaag, in opdracht van Tommelein, aan een nota die ook bedrijven tot investering moet aanzetten.

Goede intenties dus, maar krijgen we die de komende jaren ook omgezet in daden? Bart Bode heeft er zijn twijfels bij. ‘Zoals gezegd, er is in Vlaanderen nog ruimte voor extra windmolens, en het is ook aantoonbaar juist dat zonnepanelen vandaag nog altijd een interessante investering zijn. Maar dat zijn theoretische afwegingen. 2020 is niet veraf. Een nieuwe turbine krijg je niet in één jaar tijd gebouwd, en het wantrouwen tegenover zonnepanelen werk je niet in een vingerknip weg. Daarom denk ik dat het niet zo verstandig is om die twee biomassacentrales nu te schrappen. In elk geval waagt deze regering zo een grote gok.’

DOOR JEROEN DE PRETER

‘Een investering in zonnepanelen is vandaag zeker niet minder interessant dan in de jaren waarin er met subsidies werd gegooid. Integendeel.’

Windenergie is in het volgebouwde Vlaanderen geen oneindig verhaal. Terwijl het aantal geschikte plekken krimpt, groeit het lokale protest.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content