Cathy Coudyser (N-VA)
De federale musea: vergane glorie is niet altijd charmant
De topman van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis, Michel Draguet, wordt bedankt voor bewezen diensten. ‘Het nieuws is alvast geen verrassing als je weet hoe de federale musea de voorbije jaren zijn geleid’, stelt N-VA-Kamerlid Cathy Coudyser.
Michel Draguet, de topman van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis, wordt bedankt voor bewezen diensten. Zo staat het bericht – een beetje eufemistisch – in de kranten. Er was namelijk wel wat dwang nodig om Draguet van zijn troon te stoten. Het nieuws is alvast geen verrassing als je weet hoe de federale musea de voorbije jaren zijn geleid. Wie al eens een bezoekje heeft gebracht aan de musea in het Jubelpark in Brussel kan niet voorbij aan de sfeer van vergane glorie. Niet het soort vergane glorie dat met een beetje goede wil charmant te noemen is. Wel een totale verwaarlozing, want veertig jaar lang werd er enkel opgelapt: een visie voor de musea ontbreekt. Vorige week moest staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen Servais Verherstraeten (CD&V) – met enige gêne – toegeven dat er zelfs helemaal geen sprake is van een masterplan.
Van grondige renovaties komt niets in huis. Zalen worden hierdoor gesloten wegens waterinsijpeling, asbest, acclimatisatieproblemen of instortingsgevaar. Collecties verdwijnen in de kelders. Loshangende elektrische installaties, kapotte vloeren en stuukwerk brengen bovendien zelfs de veiligheid in het gedrang. Zo is men in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten – waar Draguet ook de lakens uitdeelt – na enkele decennia nog steeds bezig met het verwijderen van asbest. In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis plaatst men in afwachting van de reparatie van het dak emmertjes in de zalen om het vocht op te vangen.
De federale musea: vergane glorie is niet altijd charmant
Qua infrastructuur is de toestand van onze federale musea beschamend. Maar dit staat nog in schril contrast met het brokkenparcours van topman Michel Draguet. Een enquête onder zijn personeel spreekt boekdelen: 36% van zijn medewerkers zijn manifest ontevreden. Om dit in contrast te plaatsen, in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bedraagt de score voor de tevredenheid van het personeel 89%. Het is dus mogelijk, maar Draguet is wars van alle kritiek. In zijn nieuwjaarstoespraak haalde hij fors uit, niet in het minst naar zijn eigen staatssecretaris Philippe Courard (PS). Markant detail: ook Draguet is van PS-signatuur. Dit weerhield hem er niet van om Courard frontaal aan te vallen: “Qu’en pense notre Secrétaire d’état ? je l’ignore.”
Bestuur vanuit de Keizerslaan
Een interne vete bij de Parti Socialiste? Mij doet het alvast denken aan die andere PS-topman die het te bont maakte: Didier Bellens. Maar Courard pleegt ook schuldig verzuim. Door niet te antwoorden op mijn parlementaire vragen, dekt de PS de interne vete toe. In feite is deze informatie vrij toegankelijk voor iedere burger, maar mijn vragen over het beheer van de federale musea worden met oorverdovende stilte beantwoord. Aangezien de noodzakelijke transparantie niet via parlementaire weg verkregen kan worden, stap ik zelf – als burger – naar de Raad van State. Het besteden van belastinggeld en het beheer van ons patrimonium zou in feite toegankelijk moeten zijn voor iedereen.
Wat het krijgen van informatie vooral onmogelijk maakt is het versnipperde beheer van de federale instellingen: verspreid over een kluwen van ministeriële departementen en overheidsdiensten. Maar met allemaal met één gemeenschappelijke noemer: geleid door de PS. Een greep uit het rijtje: Philippe Mettens (PS), topman bij Belspo, de overheidsdienst Wetenschapsbeleid waar de kunstenmusea onder vallen, Philippe Courard (PS) Staatssecretaris voor de federale culturele en wetenschappelijke instellingen, Laurette Onkelinx (PS) minister bevoegd voor de cultuurhuizen en tenslotte Elio Di Rupo (PS), via de kanselarij van de eerste minister bevoegd voor culturele instellingen.
Geen kat die de ingewikkelde structuur van bijvoorbeeld Belspo begrijpt, laat staan dat er een visie is over wat er zou moeten gebeuren, over welke budgetten besteed moeten worden en hoe de politiek hier een rol in kan spelen. Voor mij is het alvast duidelijk: er moet volledige openheid komen over het beheer van de federale musea. Deze moeten autonoom beheerd worden, en niet van op de Keizerslaan, het hoofdkwartier van de PS. Laten we hopen dat de opvolger van Draguet wél de nodige transparantie en visie aan de dag legt. En vooral: dat hij over de capaciteiten beschikt die nodig zijn voor een crisismanager.
Cathy Coudyser, Kamerlid N-VA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier