De Crem waarschuwt voor ‘onvoldoende betrouwbare Defensie’
Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel en ex-defensieminister Pieter De Crem (CD&V) heeft de regering opgeroepen sneller een opvolger voor de F-16 te kiezen. Hij sprak daarbij zijn voorkeur uit voor de F-35, terwijl minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) ontkent dat er een duidelijke voorkeur is.
Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Pieter De Crem (CD&V) roept zijn eigen regering op de keuze voor een opvolger voor de Belgische F-16’s te “bespoedigen”. Opvallend: de voormalige defensieminister beklemtoonde daarbij nadrukkelijk de technologische superioriteit van de F-35 ten opzichte van de vier andere kanshebbers.
Als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel sprak ook De Crem op de diplomatieke dagen in Brussel. Hij overliep zijn beleidsplannen, het belang van de handelsmissies en de samenwerking met de deelstaten, maar stond ook opvallend lang stil bij het “belangrijke handelsdossier” van de F-16’s.
‘Hoogtechnologische generatie’
“In dit verwervingsproces van een noodzakelijke luchtgevechtscapaciteit moeten vanzelfsprekend alle toepasselijke concurrentieregels worden gerespecteerd”, erkende De Crem. “Het is evenwel nu reeds duidelijk dat één aanbieder beschikt over een gevechtsvliegtuig van een recentere, meer hoogtechnologische generatie dan de concurrentie, namelijk de F-35.” Een opvallende uitspraak, niet in het minst omdat De Crems opvolger op Defensie, Steven Vandeput (N-VA), de jongste weken alles uit de kast haalde om te beklemtonen dat van een duidelijke voorkeur voor een of ander toestel nog geen sprake is.
‘Geen keuze gemaakt’
“Iedereen is vrij om zijn mening te uiten. Ik blijf bij het feit dat geen keuze gemaakt is, dat vandaag alle opties open zijn en dat we zullen zien wat de studies ons verder zullen brengen”, klonk het achteraf bij Vandeput, die ook aanwezig was tijdens de toespraak van De Crem. “Ik neem hem niets kwalijk. Is dat heel gelukkig? Misschien niet. Maar meneer De Crem sprak puur namens zichzelf en voor een heel specifiek publiek.”
De besluitvorming versnellen, zoals De Crem bepleitte, is volgens Vandeput trouwens praktisch moeilijk. De procedure neemt immers heel wat tijd in beslag en bovendien is het nog wachten op het toekomstplan van Vandeput voor het leger.
Economie
Dat De Crem pleit voor een snellere beslissing, dus al eerder dan 2018, onderbouwde hij vooreerst met het economisch belang van de aankoop. “De investeringen van ons land in de F-16 zijn in meer dan drievoud terugverdiend door de Belgische economie en hebben onze bedrijven toegang gegeven tot een enorme schat aan hoogtechnologische kennis”, onderstreepte hij. En zonder coproductieverbintenis in het F-16-programma “zou hoogstwaarschijnlijk geen aeronautische industrie meer aanwezig zijn in België”, zo citeerde De Crem ook een rapport van de FOD Economie uit 2008.
‘Geloofwaardigheid in Navo’
Bovendien is het aankoopdossier van groot belang voor onze geloofwaardigheid binnen de Navo, vervolgde de voormalige defensieminister. Want welk toestel ook gekozen wordt, het “zal inzetbaar zijn in de Navo-strategie die België onderschrijft en waarin de nucleaire ontrading de essentie van het bondgenootschap vormt.” Belangrijke kanttekening daarbij is dat een nucleaire capaciteit minstens bij het Zweedse Saab, dat meedingt met de Gripen, geen optie is.
Tot slot stond De Crem nog stil bij de geplande besparingen bij Defensie. “Ik waarschuw dat een onvoldoende betrouwbare defensiecomponent onze ambities om bijvoorbeeld in 2018 lid van de VN-Veiligheidsraad te worden, zwaar kan en zal hypotheceren.” (Belga/WB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier